Na de ‘grote’ MX of Nations en de ‘kleine’ motorcross der Naties ofwel de toekomstbeker, bestaat er nu ook al een tijdje de Europese MX of Nations. Bij MC Ons Genoegen doen ze er alles aan om deze wedstrijd komend weekend te laten uitgroeien tot een topevenement. Het Nederlandse team –dat zijn titel verdedigt met Coldenhoff, De Reuver en Klein Kromhof- is in Markelo favoriet. Ook het Belgische Team met Manuel Priem, Nick Triest en Jeremy Delincé is echter gebrand op een topprestatie. Mxmag sprak hierover met teammanager Walter Haentjes.
Was het moeilijk om Kevin Strijbos en Jeremy Van Horebeek te vervangen?
Walter Haentjes: “In cross kan er altijd iets gebeuren, daarom hield ik er van in het begin rekening mee dat er één of meerdere piloten zou kunnen afhaken. Nick Triest is al een oudgediende van de Europese MX of Nations en ik denk dat hij zeker zijn mannetje kan staan in Markelo. Jammer dat naast Van Horebeek ook Strijbos niet kan meedoen, maar hij heeft in Mont-Saint-Guibert zijn knie bezeerd, heeft sindsdien nog maar één keer gereden en wil geen risico’s nemen. Maar met Jeremy Delincé hebben we er een jonge piloot bij die nog niet zo bekend is, naar mijn gevoel is hij dan ook onderschat. Delincé rijdt bovendien zowel met een 250 als een 450 goed. Jeremy weet ook wat de EMXoN inhoudt want hij was er vorig jaar al bij.”
Dit jaar lijkt het alsof er meer sterke rijders dan ooit aan de start staan in het EK der Naties?
Walter Haentjes: “Ik weet niet hoe het voor andere landen is natuurlijk. Het was voor mij alleszins makkelijker om rijders te overtuigen omdat het niet ver is. Vorig jaar werd er in Oekraïne gereden dan scheelt het toch veel als je Chernivtsi laat vallen of Markelo!”
België heeft een sterk palmares in de Europese MX der Naties. Hoeveel keer heb jij als teammanager al gewonnen?
Walter Haentjes: “Als ik me niet vergis vijf keer. We zijn wel één keer bestolen geweest met een jurybeslissing, in Slovenië in 2002 was dat. Daardoor verloren we de overwinning, maar dat is al vergeten ondertussen. Zo’n landenwedstrijd is altijd een aparte sfeer en daar houd ik wel van.”
Nederland lijkt me de favoriet of zie ik dat verkeerd?
Walter Haentjes: “Waarschijnlijl wel. Maar ik schat ook de Italianen hoog in, Davide Guarneri heeft al laten zien dat hij ook in het zand hard gaat. Verder hebben ze Lupino en Bonini.”
Guarneri heeft ondertussen afgezegd en wordt vervangen door Manuel Monni…
Walter Haentjes: “Dat scheelt al! Maar ook Estland zie ik wel ver komen. Tanel Leok is heel sterk in het zand en ook hun andere rijders zijn het wel gewoon om in het zand te rijden. Doordat wij ons team hebben moeten herschikken zijn de kansen van Nederland wel gestegen ja. En ze rijden thuis hé!”
Wat is precies jouw taak als manager van het team?
Walter Haentjes: “Vooral praktische zaken, vooraf sponsors zoeken en zorgen dat we het budget rondkrijgen. Dit jaar valt dat mee omdat het in Nederland is daardoor houden we wat over voor volgend jaar. Verder zorg ik voor eten en drinken, slaapgelegenheid, vliegtuigtickets, huurauto’s… Nu is het allemaal gemakkelijker geweest. Maar dat organiseren zit me wel in het bloed, dat doe ik graag. Dit jaar hebben we ook een goede masseur mee: Gilbert D’Hooghe, een bekende man in het wielrennen. Hij masseert ook enkele Franse crossers zoals Arnaud Demeester. Het is leuk om zo iemand er bij te hebben. Verder gaat ook Pascal Bal mee voor meer technische zaken over het crossen zelf. Pascal kan bijvoorbeeld uitstekend starten dat is altijd handig om over te brengen op de rijders. Ik heb er vertrouwen in voor zondag, het komt goed met onze mannen!”
Credit foto: CDS