Belofte maakt schuld! Zo is het na ons rapport over de aanstormende Belgische jeugdrijders tijd voor een blik op de Nederlandse talenten. Dat de oranje rijders hierbij na de ‘Belzen’ aan bod komen is louter toeval. Je zal ons zeker niet horen zeggen dat de Hollandse generatie die er zit aan te komen moet onderdoen voor de Belgen! Net zoals het eerder verschenen rapport heeft dit overzicht niet de pretentie om de sportieve toekomst te voorspellen. Noch claimen we hiermee volledigheid inzake rappe jeugdrijders boven de Moerdijk. Bij deze ook onze excuses voor wie deze momentopname niet haalde en meende thuis te horen in dit fraaie rijtje…
We geven opnieuw het woord aan Yves “Holeshot” Devlaminck. Als nationaal talentcoach van de Belgische federatie en trainer houdt hij al jaren de vinger aan de pols wat betreft beloftevolle MX jongeren. Yves is een vaste gast op het EK 85cc en bezoekt regelmatig jeugdwedstrijden her en der in Europa. Vooraf excuseert de Brusselaar -die bijna even snel praat als hij rijdt- zich voor het feit dat hij niet alle Nederlandse rijders even goed kent. Bijgevolg wilde Devlaminck ook geen oordeel vellen over deze rijders. Genoteerd. Toch blijft het een boeiende oefening om deze evaluatie te horen van een buitenstaander. Lees: een niet-Nederlander. Bovendien blijft Motocrossmag de jeugd in Nederland en België ook na deze reeks volgen…
Yves Devlaminck: “Meer dan een rijtje met namen is ook het overzicht van de Nederlandse motorcrosstalenten het verhaal van een generatie. Zo gaat dat overigens in de meeste landen. Bovendien is dit ook maar een tussentijds rapport over een groep die diverser is dan je op het eerste zicht zou vermoeden! Sommige jongens zitten voor 2010 op een zwaardere motor en verlaten de jeugd. Anderen blijven nog even in de jeugdreeksen. In Nederland is die generatie ook ‘gekneed’ door de structurele aanpak van de federatie. Als ik me niet vergis is de KNMV sinds eind 2002 al bezig met intensieve jeugdopleiding. Het gaat hier om een aanzienlijke investering met stages, trainingen, selecties, structurele begeleiding en een financiële tussenkomst voor verplaatsingen en wedstrijden. Bovendien staan er ook steevast Nederlandse EK wedstrijden op de kalender. Dat allemaal samen creëert een gunstig klimaat…
Stilaan worden nu ook de eerste producten van die Nederlandse selectie afgeleverd. Mannen als Herjan Brakke, Glenn Coldenhoff, Ceriel Klein Kromhof en natuurlijk Jeffrey Herlings (afgebeeld op de introfoto). Behalve die structurele omkadering van een federatie zie ik nog drie andere factoren die zo’n generatie beïnvloeden. In de eerste plaats is dat de aanwezigheid van een leider of voortrekker. In Frankrijk was dat een jaar of drie geleden Christophe Pourcel. De doorbraak van Cri-Cri was de beste motivatie voor de Franse jongeren. Zo’n jongen wordt op die manier een model. Als je weet dat iemand waar je al jaren tegen rijdt internationaal potten kan breken dan wordt dat doel vanzelf tastbaar. In Nederland neemt Herlings een hele lichting op sleeptouw.
Ten tweede zitten ze ook in de breedte vrij goed in Nederland. Natuurlijk zijn er onderling nog grote verschillen in de kwaliteit van die talenten. Toch is dat een belangrijk gegeven. Een supertalent als Herlings neemt 3 à 4 andere rijders op sleeptouw en maakt hen beter. Op hun beurt trekken die jongens het niveau op voor die rijders achter hen enzovoort. De onderlinge concurrentie zorgt er dan weer voor dat je moet blijven knokken om vooraan te zitten. In een land waar er maar één heel snelle jongen is, valt dat effect weg.
Ten derde, en dit is zeker geen onbelangrijke factor. Sinds de komst van de viertakt is het meer dan ooit van vitaal belang om op het juiste moment op de juiste plaats te zijn. Wat ik daarmee bedoel is dat je nu ook vroeg goed omkaderd moet zijn. Aan de top komen, vergt immers ontzettend veel inspanningen van iedereen die betrokken is. Van de ouders, van de federatie, van de kids zelf natuurlijk en van de sponsors. Internationaal rijden kost ook op jonge leeftijd klauwen vol geld. Ga maar naar na. Het ene weekend rijd je in Estland, het volgende weekend in Portugal, Junior WK in Neuw-Zeeland, in de winter pik je nog supercrossen mee in Italië en vervolgens ga je het nieuwe seizoen voorbereiden in Spanje. Dat is geen luxe hoor, het is allemaal noodzakelijk, maar je moet het wel kunnen opbrengen! In Nederland gaan ze er voor en dat vind ik ontzettend knap. Zoals een Micha-Boy De Waal dat doet bijvoorbeeld. Soms vraag ik me af hoe ze het allemaal geregeld krijgen. Alleen al met hun school. In ieder geval neem ik mijn pet af voor die rijders en hun familie. Of rijders die specifiek gaan trainen en wedstrijden rijden in Frankrijk. Omdat daar straks het junior WK plaats vindt. Over een professionele ingesteldheid gesproken!
In deel 2: Lars Van Berkel, Micha-Boy De Waal en Brian Bogers
Tekst: Yves Devlaminck
Credit foto’s: Ray Archer, Per Friske
Slecht nieuws vandaag van de Belgische Sidecar Wereldkampioen Marvin Vanluchene. Door een een bacteriële infectie…
Ook in 2025 zal Tyla van de Poel uitkomen voor het De Baets MX Team-Yamaha.…
Roan Tolsma zal het komende seizoen gaan uitkomen op GasGas. De 18-jarige crosser zal daarbij…
Naast HEP Motorsports was BarX Motorsport het enige team in de USA op Suzuki motoren.…
Onze collega's van MXVintage deden in het verleden een dubbelinterview met Ivan Van Den Broeck…
Triumph Motorcycles en Bobby Hewitt (62) hebben aangekondigd dat de twee partijen, die samenwerkten voor…