De Keiheuvel: van recreatiedomein tot MX-circuit

Vooraleer aan het publiek en de piloten een piekfijne omloop wordt gepresenteerd gaat er heel wat werk aan vooraf. Dat is zeker het geval voor een gelegenheidscircuit zoals de Keiheuvel. Op en rond de Kei wordt er dezer dagen door de leden van KMC Mol keihard gewerkt om alles in gereedheid te brengen voor de vierde ronde van de MX Pro Series. Eén van hen is Leo Geubbelmans, de terreinverantwoordelijke voor de publiciteit. Wij spraken met Leo enkele dagen vooraf, temidden van de opbouw. Meer foto’s van de werkzaamheden op de Keiheuvel vind je hier.

Wat houdt dat in terreinverantwoordelijke zijn voor de publiciteit?
Leo Geubbelmans: “Wij brengen alle borden, spandoeken en vlaggen aan. Dat is een heel karwei, zeker als het materiaal niet proper wordt aangeleverd! Mijn ploeg bestaat uit zeven personen. Dit jaar hadden we dan ook nog de bijkomende moeilijkheid dat er op zaterdag een grootschalige rampoefening plaats vindt. Daardoor zijn we een week eerder begonnen dan anders. Daarnaast zijn we al langer op voorhand bezig met de publiciteit voor de cross zelf. Affiches en spandoeken ophangen op andere wedstrijden, flyers uitdelen dat doen we er ook nog bij.”

Hoe gaat het afzetten van het circuit zelf in zijn werk?
Leo Geubbelmans: “De omloop blijft jaar na jaar grotendeels ongewijzigd, maar omdat het geen permanente omloop is moeten we alles wel opnieuw uitzetten. Daar is een ploeg van zo’n 20 man voor verantwoordelijk. Die beginnen ongeveer gelijktijdig met de opbouw van de publiciteit. Zo’n twee weken voor de cross.”

Heeft het terrein zelf, met ondermeer het mulle zand, een invloed op jullie werk?
Leo Geubbelmans: “Dat valt goed mee hoor, het is geen jungle hé! In de loop der jaren hebben we wel wat bijgeschaafd aan de manier van werken. Vroeger werden er gaten gemaakt met de schop nu is dat met de boor. Alles gaat eingelijk sneller. Iedereen is ook goed op elkaar ingespeeld. Het opbouwen zelf is dan ook heel tof. We werken na al die jaren heel goed samen.”

Vergelijk de manier van werken eens van een grote internationale wedstrijd waar meer dan 10.000 toeschouwers op afkomen  met een GP zoals in 1998?
Leo Geubbelmans: “Dat is toch een groot verschil. Bij een Grote Prijs moet je het draaiboek van de promotor volgen. Heel veel wordt voorgeschreven tot in detail. Daar zijn zeker voordelen, maar ook veel nadelen aan verbonden. Nu doen we het op onze eigen manier.”

Wat is jouw favoriete deel van het circuit?
Leo Geubbelmans: “De tafelberg aan de andere kant van de start. De start zelf is in Balen natuurlijk ook mooi, maar aan die  tafelberg zie je altijd spektakel!”

Wat is jouw meest memorabele wedstrijd op de Keiheuvel?
Leo Geubbelmans: “Toch de Grote Prijs 250cc in 1998. Het was het tweede jaar dat ik verantwoordelijk was voor de publiciteit. Dat was mijn mooiste herinnering. Sindsdien hebben we natuurlijk nog veel topmomenten gekend. Ik denk dat we 2 jaar geleden een recordopkomst hebben gehad, maar ik denk dat we dit jaar wel eens meer volk zouden kunnen zien!”

Wat maakt de Keiheuvel zo immens populair?
Leo Geubbelmans: “De Keiheuvel is een traditie die van vader op zoon wordt verder gezet. Of liever met het hele gezin wordt verder gezet! Families komen met de kinderen naar de Keiheuvel en zo groeit het verder. Dat merk ik het best als we affiches gaan plakken of flyers uitdelen. Je moet mensen hier in de buurt er bijna niet meer aan te herinneren. De 15de augustus staat hier synoniem met Cross op de Keiheuvenl!”

Credit foto’s: Kabouter Trek