Het Bercy-gevoel van Keeno

Kent u ze de overtuigde vroeger-was-alles-beter predikers? De pinten waren voller, de meisjes leuker, motorcross was nog een sport voor echte venten en Bercy was de jaarlijkse hoogmis van de Supercross in Europa.  Het zal allemaal wel, maar wij weten dat Bercy 2010 het meest interessante deelnemersveld in jaren heeft, dat Parijs en de magische sporttempel van Bercy niets van haar aantrekkingskracht hebben verloren. Bovendien staat er ook nog eens een Belgische toprijder aan de start. Daar is ‘m, daar is ‘m: Ken De Dycker!

Waarom sta je nu wél aan de start in Bercy en voordien niet?
Ken De Dycker: “Ik wilde niet te lang blijven stil liggen dit seizoen. Daarom pik ik er een aantal wedstrijden uit en ik heb altijd al graag supercross gereden. De organisator van Bercy belde me nadat Trey Canard had afgezegd en ik moest niet lang nadenken. Alleen al om mee te maken is Bercy fantastisch.”

Jouw deelname heeft in België in ieder geval bijkomende interesse losgemaakt voor Bercy. Heb je daar iets van gemerkt?
Ken De Dycker: “Ik word er wel eens over aangesproken ja. Ook al is het lang geleden dat er een goede Belg meedeed, Supercross leeft wel bij de fans hoor. Zelfs al was het kort dag er zijn toch nog behoorlijk wat supporters die kaarten hebben gekocht om te gaan kijken.”

Voor iemand met weinig SX-ervaring is het meteen wel een harde noot om te kraken want het niveau ligt heel hoog?
Ken De Dycker: “Dat klopt, je hebt aan de ene kant de ‘Amerikanen’ zoals Barcia, Wharton, en Chisholm. Die hebben ervaring zat, maar de Franse piloten hebben stuk voor stuk ook een uitstekende basis in dit soort werk. Musquin, Paulin en Aranda hoeven voor niemand onder te doen. Ik me dan ook geen illusies over mijn resultaten. Waar ik eindig speelt geen rol, dat heb ik ook zo afgesproken met de organisatie. Ik leg mezelf geen enkele druk. Elke training, elke ronde die je daar kan rijden, leer je bij.”

Hoe belangrijk is het om aan Supercross te kunnen doen in omstandigheden zoals die in Parijs?
Ken De Dycker: “Dat is ontzettend belangrijk. In Bercy weet je dat de aarde van perfecte kwaliteit zal zijn, dat alle obstakels goed zijn aangelegd. Zoiets geeft zekerheid, de Supercrossen die ik in Duitsland heb gereden (noot: met Sarholz-Honda in 2004) waren wat dat betreft gevaarlijker. Het zand was soms nog nat, sommige stukken zijn erg smal… Al moet je overal natuurlijk goed uitkijken en een zekere marge inbouwen.”

Met welke voorbereiding trek je naar Bercy?
Ken De Dycker: “Ik ben een aantal keer gaan trainen op de SX-omloop in Genk en we hebben de motor zo goed mogelijk afgesteld voor dit soort werk. Aangezien we nog even moeten wachten op al het 2011 materiaal zal ik gewoon met de CRF450 van dit seizoen rijden, maar ik heb wel het gevoel dat we nu een goede basis hebben voor Supercross.”

Wat is jouw vroegste herinnering van Bercy als toeschouwer?
Ken De Dycker: “Dat moet geweest zijn toen ik een jaar of 9 was. Ik heb in Bercy nog het duel tussen Jean-Michel Bayle en Jeff Stanton gezien (bekijk de clip hieronder)! Bercy blijft speciaal.”

Wat was jouw beste SX-ervaring als rijder?
Ken De Dycker: “Zonder twijfel het WK Supercross in Arnhem in 2002. Ik werd er tweede in de 125cc na Marc De Reuver. De omgeving van de Gelredome was fantastisch en de baan was ruim en uitstekend aangelegd. Je kreeg er echt een AMA gevoel! Een enorm verschil met wat ik voordien had meegemaakt in Supercross. Als 125-piloot deed ik veel van de Nederlandse indoorcrossen, in Goes was ik zelfs een vaste gast van in de 80cc.”

Staat er nog een andere Supercross op het programma deze winter?
Ken De Dycker: “Ik weet niet meteen waar ik nog aan de slag zou kunnen. Eerlijk gezegd wordt het ook wat moeilijk nu om in te passen in mijn planning want op 2 december vertrek ik naar Tenerife voor een stage. Daarna staat alles in het teken van de GP’s. Jammer dat ik niet meer indoors kan doen of er voor trainen. Met meer ervaring zou ik wel eens willen zien wat ik in Amerika kan op supercrossgebied!”

Waarom is er qua techniek zo’n groot verschil tussen de Belgische/Nederlandse piloten en de Fransen?
Ken De Dycker: “Rijgelegenheid. Niet alleen de mogelijkheid om Supercross te trainen maar ook het type banen buiten. Waarom trekken er anders zoveel jongeren naar Duitsland of Frankrijk? De circuits zijn hier niet moeilijk genoeg om aan je techniek te werken. Daar wil ik graag wat aan doen. Ik ben zelf aan het rondkijken voor een stukje grond of een hal om een supercrossbaan aan te leggen.”

Succes!

Credit foto’s: CDS