Deel 3 van het eindejaarsrapport

Ondertussen zijn we aanbeland bij het derde en laatste deel over de Belgische MX-talenten van morgen. Ook in deze afsluiter zitten er jongens die in 2010 ruimschoots hun kunnen lieten zien. We beginnen met Brent Van Doninck.

Yves Devlaminck: “Het is soms moeilijker om een titel te behouden dan ‘m de eerste keer te winnen. Dit was het geval voor Brent dit jaar in Duitsland. Toch zegt dit lang niet alles over zijn seizoen. Zo was hij vaak indrukwekkend snel in het Franse kampioenschap waar hij zelfs won met 30(!) seconden voorsprong op de tweede. Hij leverde duels op hoog niveau met de latere 85cc wereldkampioen Henry Jacobi (ADAC) en met Micha Boy De Waal (ONK). Brent heeft dit jaar dan ook vooruitgang geboekt zowel qua snelheid als qua ervaring en rijpheid. In Fermo eindigde hij tijdens zijn eerste race in het EK 125cc meteen twee keer in de buurt van de top-10. Een prestatie die veel zegt over zijn kwaliteit! Ik zal niet verbaasd zijn als hij volgend jaar in het EK mee vooraan zit.

Sportief gezien is er nog steeds groeimarge op het gebied van zijn conditie. Ook op de motor moet hij zijn techniek nog verfijnen en hij moet zeker zijn achterrem vergeten voor als hij overstapt naar de viertakt. Verder kan hij ook nog bijleren in de keuze van zijn rijlijnen. Dit is een heel belangrijk factor die later het verschil maakt tussen een top 15 en een top 5 in het Wereldkampioenschap. Als hij geen etapes overslaagt, heeft hij alles om een veelbelovende  professionele carrière tegemoet te gaan. Veel success, Brent!

Julien Van Stippen: geconcentreerd talent

Yves Devlaminck: “Julien heeft een heel onregelmatige jaar gekend waarin hij veel te weinig op de motor heeft gezeten. Toch is hij één van de meer, zoniet de meest, getalenteerde van zijn generatie. Vanzodra hij de baan op gaat voor een training of kwalificatie gaat hij op zoek naar nieuwe lijnen.  Iets waartoe slecht zeer weinig piloten toe in staat zijn op zijn leeftijd… Hij heeft er echter het ‘juiste oog’ voor. Volgend jaar moet absoluut deelnemen aan internationale wedstrijden, anders wordt zijn gebrek aan snelheid en ervaring te groot. Als zijn materiaal en de mensen rond hem een stap omhoog zetten, is hij tot grootse dingen in staat. Ik zou adviseren on het Junior Kampioenschap in Frankrijk te rijden en in België verder te trainen aan zijn snelheid in het zand. De bal ligt nu in zijn kamp, en het is nu of nooit…”

Erik Willems op de goede weg

Yves Devlaminck: “Erik komt ook van de amateurs. Hij heeft ongeduldig gewacht tot hij 12 jaar werd vooraaleer hij aan nationale races kon deelnemen. De resultaten hebben echter niet lang op zich laten wachten want Erik pakte vrijwel direct enkele podiumplaatsen! In Markelo en in Angreau heeft hij zich dit seizoen al eens kunnen meten in internationale wedstrijden. En het moet gezegd: Erik kon terug naar huis met respectabele resultaten. Hij kan zijn mannetje staan op elke soort ondergrond, maar hij moet zijn houding op de motor nog verbeteren, verder zijn ook platte bochten en de precisie bij sprongen aandachtspunten.

Hij heeft een uitstekende fysieke conditie, maar daar mag hij niet op vertrouwen om zijn technische fouten weg te werken. Als hij blijft groeien zowel op het vlak van zijn techniek als zijn snelheid van 2010 en alles stap voor stap doe dan is hij goed bezig…”

En niet te vergeten…

Het is moeilijk om iedereen die zich op nationaal niveau in de kijker heeft gereden, hier te bespreken. Ik denk onder andere aan Belgisch kampioen Dieter Aerts, Arthur Dumont, Michiel Breugelmans, Yente Laureyssen of Bryan Engelen.

Het Junior WK in Frankrijk heeft ons geleerd dat de andere landen intensief bezig zijn om de volgende generatie klaar te stomen. Daarom zou je jongeren ervaring moeten laten opdoen en begeleiden vanaf hun 10, 12 jaar. Maar steeds met de nadruk op een goede techniek en ‘hoe’ in plaats van domweg op resultaten te mikken. Jongeren mogen niet aarzelen om in het buitenland te gaan rijden, hoewel ik ervan overtuigd blijf dat er ook op Belgisch niveau heel wat kwalitatieve wedstrijden zijn. Dus aan de slag, voor wie er niet bijzat: bewijs in 2011 aub mijn ongelijk en… veel geluk aan alle rijders en families!

Klik hier om het eerste deel (Ludovic Brevers, Cedric Grobben, Yannick Heylen) van dit rapport te lezen, het tweede deel (Daymond Martens, Axel Nijs, Nathan Renkens) vind je hier.

Credit foto’s: CDS, Michel Hennebert, Acadmx