Vijf minuten met Nick Triest

Hoewel 2011, ondermeer door kwetsuren, niet beantwoordde aan de verwachtingen zet Nick Triest (21) volgend seizoen toch een flinke stap vooruit. De tweevoudige Belgische MX2 kampioen zal volgend seizoen immers uitkomen voor het Italiaanse Husqvarna fabrieksteam waar hij de teammaat van Alessandro Lupino wordt. Triest werd ondanks 4 gemiste GP’s dit seizoen 20Ste in de eindstand van het WK MX2, zijn beste resultaat was een 8Ste plaats in de eerste manche in Spanje. Nick was vorige week in zijn ’tweede thuisland’ voor de EICMA in Milaan. Volgende week vertrekt hij terug naar Italië om daar zijn kennismaking met zijn nieuwe team en de Husqvarna TC250 verder te zetten. Maar eerst staat hij nog hier op mxmag!

Hoe verloopt de aanpassing aan de Husqvarna?
Nick Triest: “Super! Ik ben de motor eerst in Italië gaan testen op harde circuits, ook in Faenza. Dat is 100% meegevallen. Ik wist absoluut niet wat te verwachten omdat ik zelfs nog nooit met een standaard Husqvarna had gereden. Iedereen vraagt zich af hoe het is om met een fabrieksmotor te rijden. Wel, ik weet het nu en dan begrijp je ook waar de verschillen zitten! De TC250 rijd héél gemakkelijk en is erg krachtig. Onvoorstelbaar, ik ben heel aangenaam verrast. Ook de vering (Kayaba; red) marcheert echt super. Terug in België ben ik ook nog gaan trainen in Axel, Genk en Lommel.”

Kan je de Husqvarna eens vergelijken met een standaard KTM?
Triest: “Dat kan ik eigenlijk niet, want ik heb nog niet met de standaard Husqvarna gereden! Op elk gebied rijdt hij anders dan wat ik gewoon ben. Ook hier train ik met een fabrieksmotor. Dat zegt wel iets over de inzet en het professionalisme van het team. Husqvarna gaat heel doortastend te werk en ze willen zich helemaal inzetten om resultaten te boeken.”

Na het seizoen heb je even de riem er afgelegd veronderstel ik?
Triest: “Dat klopt, maar het was ook een beetje noodgedwongen rust natuurlijk. Ik ben aan mijn linkerhand geopereerd voor Carpal Tunnel Syndrome, eerder had ik de rechterhand laten doen. Gedurende een paar weken heb ik er van kunnen profiteren om eens wat anders te doen en ook de routine van het reizen en de wedstrijden is dan weg. Voor mij betekent dat tijd voor hobbies: een beetje triallen, eens uitgaan of iets gaan eten met mijn vriendin, naar de tweedehands koopjes speuren op internet!”

Hoe loopt de communicatie met het team en de teammanager Ilario Ricci?
Triest: “Goed, Ilario zijn Engels is niet perfect maar in het Frans lukt het voor ons allebei wel. Als we iets over mail bespreken gaat dat wel in het Engels via zijn dochter. Eigenlijk loopt dat wel los. Volgende week maak ik ook kennis met mijn nieuwe monteur.”

Het Husqvarna-Ricci Team trekt dan naar Sardinië voor een eerste belangrijke stage.
Triest: “Inderdaad, we gaan profiteren van de goede weersomstandigheden in het zuiden. Daar is het nu tussen de 20 en 25° C, zowel voor fysieke als motortraining is dat ideaal! Wat betreft de motor gaat het er meer om van kleine dingen te testen. Vooral op menselijk vlak is het een goede gelegenheid om op elkaar in te spelen en een hecht team te vormen omdat we ginder 15 dagen samen zijn. Dat worden geen 15 dagen keihard zwoegen, maar niettemin is het belangrijk. Net voor of na nieuwjaar zal dan het nieuwe fabrieksblok klaar zijn.”

Weet je ook al hoe jouw uitrusting er volgend jaar zal uitgaan?
Triest: “Cool, in ieder geval! De uitrusting zelf is een eigen lijn van Husqvarna waar ook Alessandro Lupino dit jaar al mee reed, de bril wordt Progrip, de helm is een nieuw merk Just One Helmets, de laarzen zijn nog niet bevestigd. Maar ik zal er sowieso heel anders uitzien!”

Zien we jou nog in actie in een wedstrijd deze winter?
Triest: “De echte start van het seizoen wordt het Italiaans kampioenschap in februari, maart. Misschien doe ik nog mee aan de charity race van Tony Cairoli in Sicilië, maar dat is naturrlijk meer voor de fun.”

Bedankt voor de babbel, we wensen jou een productieve winter toe!
Triest: “Graag gedaan. Ik wil op mijn beurt graag nog even mijn supporters, sponsors, vriendin Ellen en bovenal mijn ouders bedanken.”