Keeno blikt vooruit naar Italiaanse GP

De 3de ronde van het FIM MX1 WK Motocross World Championship vindt dit weekend plaats op het spectaculaire heuvelachtige circuit van Fermo, in Italië. Voor Red Bull-KTM piloot Ken De Dycker, momenteel 4de in de WK stand, biedt de Italiaanse GP een uitgelezen kans om nog meer te kapitaliseren op zijn sterke vorm. Bovendien heeft Ken er met Fermo ook een ‘andere thuis GP’ bijgekregen sinds hij voor de Italiaanse structuur van Claudio De Carli uitkomt. Nadat Keeno in 2010 de kleuren van Ricci-Yamaha verdedigde is dit trouwens zijn tweede Italiaanse team. Vooraleer Keeno morgen van Rome naar de Adriatische kust afzakt, gingen we even poolshoogte nemen!

Heb je deze week een beetje kunnen profiteren van la dolce vita in Italië?
De Dycker: “Naturalmente! (Lacht) Als je gewend bent aan veel regen is het gemakkelijk om hier een vakantiegevoel te krijgen. Nee serieus, we hebben deze week goed kunnen trainen en het weer was erg aangenaam. Het De Carli team heeft een eigen circuit niet zo ver van hun werkplaats in Rome, in de buurt van de luchthaven. Daar ben ik  opnieuw gaan rijden, net zoals in de week voor de GP van Bulgarije.”

Hoe is het om de teamgenoot van Antonio Cairoli, de meest succesvolle rijder in het WK, te zijn?
De Dycker: “Dat is plezant want Tony is echt een coole kerel. We komen goed overeen. Sportief gezien is het voor mij niet absoluut noodzakelijk om samen te trainen met zo’n sterke teamgenoot. Ik ben sowieso altijd sneller in een race dan  tijdens een training! Zelfs als je op training een rijder tegenkomt die je normaal op zondag vlot klopt en die is plots sneller door de week dan blijft dat soms toch een beetje hangen. Voor het vertrouwen heeft dat dan een omgekeerd effect. Deze week met Tony was het rijden in ieder geval heel leuk. Natuurlijk kent hij het trainingscircuit in Rome als zijn broekzak. Ik ging achter hem aan of we hielden elkaar in de gaten. Dat houd je scherp, mijn rondetijden waren dan ook heel goed. Ik moest weinig toegeven op Tony.”

We zagen je tijdens de tweede manche in Sevlievo een gebaar maken naar Cairoli. Wat was daar de bedoeling van? 
De Dycker: “Ah, ik moedigde Tony in de lucht aan! Ik denk dat het helpt altijd als iemand je tijdens een race steunt. Als teamgenoten elkaar kunnen voortduwen is dat voor iedereen voordelig.”

Het is geweldig om te zien hoe snel je de KTM onder de knie hebt gekregen. Wat mogen we op dat vlak nog verwachten?
De Dycker: “In beide GP’s tot nog toe heb ik op de 2010 fabrieks KTM 450 gereden. Meer dan waarschijnlijk zal dat ook voor de komende races zo blijven. Eigenlijk hebben we niet zoveel veranderd; alleen de positie van het stuur, een paar klicks voor de afstelling van de vering… meer niet! Er is ook geen reden om te veranderen als alles vlot loopt zoals nu. Op zich is het wel straf dat ik nog altijd mààr zes wedstrijdstarts op de KTM achter de rug heb! Je kan een start wel trainen, maar samen met andere rijders aan het staan, valt niet na te bootsen. Tijdens de eerste manche in Bulgarije schakelde ik niet iets te laat bij het ingaan van de bocht. Anders zat ik meet af aan bij de koplopers. De tweede manche in Sevlievo was mijn start al beter. Dat het steeds beter en beter gaat, is een heel prettig gevoel.”

In Bulgarije heb je laten zien dat je snelheid op het harde meer dan in orde is. Heeft het jou geholpen dat je deze winter ter voorbereiding van het seizoen in Spanje hebt gezeten?
De Dycker: “Het klopt dat ik in het begin van het jaar best veel op het harde heb gereden, dat zou me misschien iets extra kunnen bieden. Aan de andere kant heb ik in het verleden ook sterke resultaten op harde banen neergezet na slechts een paar specifieke trainingen voor een GP. Voor de rest zat ik altijd in Lommel om fysiek op te bouwen in het zand. Om je uithoudingsvermogen te verbeteren heb je dat soort circuits nodig. Op een harde baan kan je niet aan je conditie werken.”

Over naar Fermo dit weekend. Vorig jaar heb je er niet gereden na jouw nekletsel in augustus, maar jij was er wel bij in 2010.
De Dycker: “De layout in Fermo is mooi, het is er leuk rijden… alleen ten minste! In een race was Fermo toen heel lastig. Het was een typische betonbaan, zonder putten of sporen, gewoon helemaal vlak. Daardoor was het het er heel moeilijk om een verschil te kunnen maken. We zullen zien hoe het dit weekend gaat. Ik weet dat ik de snelheid heb en ik heb er alleszins het volste vertrouwen in.”

Foto’s: CDS/Bavo/Ray Archer