Vijf minuten met Jago Geerts

De kennismaking van 125cc wereldkampioen Jago Geerts (Sahkar-KTM) met de EMX250 verloopt op z’n zachtst gezegd tumultueus. Tijdens de dramatische eerste ronde in Arco scoorde hij amper één punt. In Valkenswaard had hij één technisch DNF, maar op zondag werd hij tweede. Maar in de grillige EMX250 is alles mogelijk en na vier ronden staat Jago knap tweede in de tussenstand. Tijd voor en gesprek!

Hoe kijk je terug op het Franse GP weekend in Ernée?
Jago Geerts: “Het ging redelijk goed en het podium halen is natuurlijk altijd tof! Ernée is ook een vrij moeilijke omloop, maar ik heb me toch geamuseerd. Misschien ging het wel vlotter dan ik vooraf had gedacht.”

Is het anders rijden nu je al meer vertrouwd bent met het EK MX2. Je kent de motor (nog) beter, je weet wat te verwachten van de concurrentie…
Geerts: “In Arco di Trento heb ik inderdaad nog veel fouten gemaakt. Dat was een weekend om vlug te vergeten. Daarna heb ik altijd vooruitgang gemaakt. Het zegt ook iets dat ik nu twee keer achter elkaar op het podium stond.”

Wat is nu jouw doel in het kampioenschap?
Geerts: “Ik sta nu al terug tweede in het kampioenschap op 34 punten van Morgan Lesiardo. Ik ga gewoon verder doen zoals ik bezig ben dan zien we wel waar ik uit kom. Na die slechte eerste ronde is dat wel een verrassing, maar ook de andere rijders hebben steken laten vallen dus ligt het toch nog open.”

Hoe verloopt jouw samenwerking met Steve Ramon, die sinds een tijdje jouw rijcoach is?
Geerts: “Prima, zo rond de start van het Europese seizoen zijn we beginnen samen werken. Steve is een goed voorbeeld, en technisch is hij op de motor natuurlijk een crack. Hij heeft een goed oog voor rijlijnen en zo. Sommige dingen zie je op de motor zelf niet meteen maar die vallen Steve dan wel op.”

Naar welke wedstrijden kijk je nu nog uit?
Geerts: “Ik kijk wel uit naar Ottobiano, dat is ook een zanderige omloop waar ik me goed zou moeten voelen.”

Wat vind je van het niveau in de EMX250?
Geerts: “Het is toch een redelijk zwaar kampioenschap. Lesiardo is de regelmatigste, hij rijdt goed zonder dat hij er overal ver bovenuit steekt. Zo zijn er nog andere rijders die wel voor uitschieters kunnen zorgen. De EMX250 is al een tijdje een sterke klasse en dat is nu niet anders.”

Maar het lijkt wel een logische stap dat je volgend jaar MX2 GP’s gaat rijden?
Geerts: ”Normaal wel ja. De EMX250 heeft ook beperkingen. Je kan per weekend maar drie keer rijden, qua rijgelegenheid is dat dus beperkt. Da’s spijtig en het is een groot verschil met een GP waar je een vrije training, tijdstraining, kwalificatierace en warmup hebt bovenop de twee manches. Zeker de zaterdag is lastig want je rijdt ’s morgens vroeg, en de eerste reeks is dan om half zes. Als opstap naar meer is de EMX250 natuurlijk wel goed.”

Dat wedstrijdschema van de EMX250 is inderdaad niet ideaal. Wanneer rij jij zelf het best?
Geerts: “Meestal rijd ik ’s zondags beter dan ’s zaterdags, alleen Frankrijk was een uitzondering! Dat je op zaterdag voor minder volk rijd is spijtig, maar het maakt niet zoveel uit. De eerste ronden van de manche zijn altijd opletten geblazen omdat de baan zoveel is veranderd sinds ’s morgens!”

Hoe speel je daar op in met de vering?
Geerts: “Normaal gesproken verander ik niets, ik rij met dezelfde afstelling ’s avonds als eerder op de dag.”

Tussendoor heb je ook nog examens, gaat dat schoolwerk jou makkelijk af of is het toch alle zeilen bij zetten?
Geerts: “De komende weken ga ik toch redelijk wat moeten studeren! Mijn punten zijn wel redelijk goed maar dit trimester heb ik veel lessen gemist omdat ik veel weg was voor de cross. (glimlacht) Eigenlijk is mijn beste vak wiskunde, vroeger was ik daar niet zo goed in maar nu wel! Met een onderdeel van electronica heb ik het moeilijker, maar dat hoort er ook bij. Ik moét het wel onder de knie krijgen.”

En electronica wordt ook in de motorsport steeds belangrijker.
Geerts: “Zeker, zo is het!”

Succes Jago!
Geerts: “Bedankt, het zal wel goed komen.”

Foto’s: Loïc Lassence, CDS, Bavo, Huub Munsters