Categories: JeugdSlideshow

Interview met KNMV bondscoach Marcel Hartman

In tegenstelling tot zijn voetbalcollega Dick Advocaat werkt Marcel Hartman (45), de motorcross bondscoach van de KNMV, meestal in de schaduw. Hartman houdt zich vooral bezig met de jeugdopleiding. Daarnaast heeft hij ook de algemene sportieve leiding voor motorcross binnen de KNMV. In die hoedanigheid is hij ook verantwoordelijk voor de selectie van de Nederlandse MX of Nations en European Motocross of Nations teams. Vanuit de KNMV was Marcel ook nauw betrokken bij het MXGP Rookies project. MXMag schoof bij de Gelderlander aan tafel voor een boeiend gesprek over talentontwikkeling, de Nederlandse jeugd, motorcrosscultuur en nog veel meer.

Stel jezelf eens voor aan mensen die jou (nog) niet kennen?
Marcel Hartman: “Sinds m’n 8ste rijd ik motorcross, toen ik 11 was reed ik mijn eerste wedstrijd bij de KNMV in de 80cc. Tussen 1990 en 2005 heb ik als senior/Inter gereden zowel in binnen- als buitenland. Zelf heb ik zo 24 jaar wedstrijdervaring opgebouwd. Vanaf de jeugd tot en met ONK, EK en WK. Eind jaren ’90 heb ik het trainersdiploma (jeugdmotorsporttrainer) behaald en sinds 2004 heb ik me meer intensief gericht op het geven van MX trainingen, zowel aan beginnende rijders als coureurs van internationaal niveau. Ik was al een tijdje aan de slag voor de KNMV als trainer voor de selectie in district Midden en als trainer/begeleider van Nederlandse rijders op WK-en EK wedstrijden. Sinds oktober 2012 ben ik aangesteld als KNMV-bondscoach motorcross.”

Hoe kom je in de Nederlandse selectie terecht?
Hartman: “Sinds 2014 zijn er wat veranderingen doorgevoerd. We werken met een scoutingsprogramma aan het einde van het jaar. Zo richten we enkele scoutingsdagen in waarop mensen van alle niveaus zich kunnen aandienen. Dan wordt er geselecteerd op rijtechniek. Daarnaast gaan we ook met de coureurs een apart programma afwerken. Via defensie worden rijders op andere vlakken doorgezaagd: fysieke testen, kracht, lenigheid, noem maar op. In de selectie zijn er twee lagen. De eerste is de ‘Internationale selectie’ met jongens die vooral in het EK actief zijn. Daaronder is er een wat bredere groep die we de ‘Nationale selectie’ noemen. In die groep zit ook Nederlandse jeugd die de keuze maken om niet internationaal te rijden, want niet iedereen heeft die mogelijkheid. We willen ook jongens die zich in onze eigen competitie willen verbeteren een bepaalde ondersteuning bieden.”

Wie zit er in de Internationale selectie dit jaar?
Hartman:  “Brian van der Klij, Raf Meuwissen en Raivo Dankers in de EMX125. En dan is er nog Marcel Conijn in de EMX250.”

Wat vind je van de prestaties tot nog toe?
Hartman:  “In het algemeen is het eerder teleurstellend. Ze staan niet waar we denken dat ze horen te staan. De competitie zit kort bij elkaar en het draait dan ook om details. Gelukkig zien we ook soms dat er zeker iets in zit zoals Raivo Dankers liet zien in de tweede manche in Ernée waarin hij 9de werd. Ook Ottobiano was positief, zowel voor Raivo als voor Raf Meuwissen. Wij denken dat er nog meer in zit… Maar je bent maar zo goed als je laatste uitslag!”

Met EMX250 rijders Marcel Conijn en René De Jong.

Wie heeft voor jou het grootste potentieel van die groep?
Hartman: “Ze hebben allemaal potentieel anders gingen we er niet mee aan de slag maar dat heeft met veel factoren te maken. Qua prestaties is dat in principe Raivo. Maar we willen we ons niet te veel focussen op één rijder want ook hij moet nog veel stappen zetten.”

Waarom komt de Nederlandse jeugd er minder aan te pas in internationale competities. Dat heeft toch niet alleen met ervaring op harde dan wel zandbanen te maken.
Hartman: “Klopt. De internationale rijders nemen deel aan wedstrijden op drie niveaus: het ONK, de Dutch Masters of Motocross en de EMX125. In de ONK races gaat het hartstikke goed want ze rijden tegen jongens die ze goed kennen. En ze zijn ook erg vertrouwd met de circuits. Bij de Dutch Masters is er al wat meer invloed vanuit het buitenland, dan wordt het al spannender. En de EMX is helemaal spannend, ten minste in hun beleving. Terwijl het spelletje hetzelfde blijft; er valt een starthek en je moet zo hard mogelijk rijden tot je aan de finish komt. Het heeft dus ook te maken met hoe je er tegenaan kijkt en hoe je met die druk omgaat.”

Omgaan met (hun eigen) verwachtingen is dus een erg belangrijk element?
Hartman: “Zeker, we zijn wekelijks met die jongens aan het werk en we weten ook wat ze kunnen op training. Dat is vooralsnog niet wat we terugzien op het hoogste niveau.”

De resultaten van Raivo Dankers gaan de afgelopen weken in stijgende lijn.

Speelt het dan een rol dat die EMX wedstrijden niet meer weg van de schijnwerpers plaatsvinden zoals vroeger? Nu rijden de EMX125 en EMX250 tijdens een GP weekend, met meer belangstelling van media en publiek, voor de ogen van de GP teammanagers en sponsors.
Hartman:
“Nou, de verschillen worden ook heel klein tussen rijders onderling. Dat je zie trouwens in vrijwel alle sporten. Alles wat er rond gebeurt, omgaan met risico’s, mét allerlei belangen dat wordt belangrijker. De ene gaat daar makkelijker mee om dan de andere. Per coureur kijken we waar die op verschillende vlakken staat. Er is het motorrijden, ben je technisch goed zat? Als je de techniek niet hebt die het toelaat om sneller te gaan dan loop je daar vroeger dan later tegenaan. Dan heb je nog het fysieke aspect, voeding, slapen en alles wat er bijhoort. Dat is geen eenvoudige puzzel met drie stukjes! Integendeel, het is heel complex en al die deeltjes moeten op de juiste plek komen. Bij de ene moet je de nadruk leggen op het rijtechnische, bij de andere zal je het fysieke eerste op niveau moeten brengen en dan kan je verder bouwen. Als je jongens van 14, 15 of 16 tien dingen tegelijk geeft dan geraken ze redelijk in de war.”

Dat wil allicht ook zeggen dat er soms tijd over heen gaat om de effecten van zo’n intensieve begeleiding te zien. Bijvoorbeeld in het geval van de rijders die hebben deelgenomen aan de MXGP Rookies. Kunnen we stellen dat ze daar ook nog op langere termijn de vruchten van plukken dan wat we nu zien?
Hartman: “
MXGP Rookies was een proefproject voor de motorcross. In andere sporten is het al lang ingeburgerd om op die manier dagelijks bezig te zijn op Sportcentrum Papendal. We hopen die aanpak ook voor onze sport rendement zal hebben. Alleen zie je dat het ook zijn beperkingen heeft. Dit proefproject duurde vier maand. Daarna komen de rijders in hun thuissituatie terecht. Dan heb je er als begeleider minder sturing. Dan zijn er weer heel wat andere mensen die invloed uitoefenen. Op zo’n moment zie je weer veranderingen komen. Wat mooi werd opgebouwd tijdens de winter wordt niet doorgetrokken. Dat is nu éénmaal de situatie. Vlug, vlug kunnen we dat niet veranderen. Al zijn we daar wel hard mee aan het werk om zo’n intensieve begeleiding te creëeren. Ook voor jonge motorsporters is het immers van belang om week in week uit op zo’n doorgedreven manier te werken. In Nederland is er gelukkig wel steun van NOC-NSF (red, Nederlands Olympisch Comité, Nederlandse Sport Federatie). We krijgen ook steeds meer de mogelijkheden om faciliteiten -zoals Papendal- te mogen gebruiken. Daarnaast is er wel wat evolutie in de motorcross cultuur. Veel mensen denken dat het simpel is, alleen gas geven zoiets. Met de jongens die het MXGP Rookies traject hebben afgelegd hebben we ten minste kunnen laten zien wat het inhoudt om als topsporter met jouw sport bezig te zijn. In de motorcross is dat nog niet doorgedrongen. Ik stel het eenvoudig voor:  een rondje rennen door de week voor de fysiek en rondjes rijden op de motor om aan de rijtechniek te werken. Dan moet het wel volstaan! Je ziet dat het verandert want de competities worden harder, zowel in de MXGP, MX2 als in de EMX.”

De MXGP Rookies trainen onder toezicht van Marcel.

Is de Nederlandse jeugd slapper geworden of is de concurrentie internationaal sterker geworden?
Hartman:
“Ik denk dat je de twee bij elkaar moet voegen. De jeugd komt van een ander patroon af, maar dat zie je ook in andere Europese landen. Dan heb je jongens die het wel vroeg oppikken: ‘Als ik dìt wil bereiken, zal ik er dàt voor moeten doen.’ Dan gaat het om een bewuste keuze. Op welke manier wil jij met jouw sport bezig zijn?”

Het valt me wel op dat er in Nederland al een aantal jaar meer commitment is van ouders om EK te gaan rijden. Zeker in vergelijking met België.
Hartman:
“Dat proberen we ook in onze jeugdopleiding tijdig neer te leggen. Dat is -met alle respect- niet alleen landelijke competities rijden. Dat is niet genoeg.  We proberen mensen daar ook op voor te bereiden als ze internationale ambities hebt. Dan moet je ook op tijd de juiste stappen zetten. Naar een wedstrijd kijken en vaststellen dat het snel gaat, is nog wat anders dan weten waarom het zo hard gaat. En het moet ook financieel mogelijk zijn, door de steun van teams of sponsors. Tot en met 125cc zou je het nog zelf kunnen doen. Zeker vanaf de EMX250 wordt het materiaal zo belangrijk dat het puur privé bijna niet mogelijk is.”

In meer gestructureerde teams is er vaak een fysieke begeleider of coach. Zorgt dat niet voor conflicten met jouw rol?
Hartman:
“We proberen daar een samenwerking in te zoeken. Ons programma is heel intensief voor de internationale rijders dus is het moeilijk om er nog veel naast te doen. Maar het is zeker wel een punt voor de toekomst om elkaar te versterken.”

Sommige federaties kiezen er voor om heel erg in te zetten op één of twee talenten. Anderen zien het vooral als ondersteuning die ook breder moet gaan.
Hartman:
“In topsportbeleid is dat een klassieke vraag hé. Gaan we alle aandacht en middelen toespitsen op één of twee rijders met het grootste potentieel? Of gaan we een grotere groep van rijders ondersteunen? Dat is een keuze die je als bond moet maken. En zelfs niet alleen als individuele federatie. Die overweging zie je ook bij verschillende landen in hun sportbeleid in het algemeen. Er is natuurlijk een groot verschil tussen hengelen in een heel grote vijver of door bepaalde procedures inschatten op welke 3, 4 rijders je gaat focussen. Bovendien hangt het er ook vanaf wat jouw doelen zijn als organisatie. Onze ambitie is rijders klaarstomen zodat ze worden opgepikt door grote teams. Daar zijn ook meer mensen om mee te helpen aan hun begeleiding. Als we zo iemand die in een professioneel team zit nog kunnen ondersteunen dan zullen we dat echter niet nalaten.”

Succes heeft vele vaders, maar zijn er rijders uit de KNMV opleiding waar jullie in het bijzonder trots op zijn. Waar er een duidelijke bijdrage is geweest aan de latere carrière?
Hartman:
“Hoeveel het iemand heeft gebracht, is moeilijk in te schatten. Aan de andere kant is het wel zo dat alle huidige Nederlandse coureurs op het hoogste niveau, dan praat ik over Jeffrey Herlings, Glenn Coldenhoff, Brian Bogers, Davy Pootjes, Micha-Boy De Waal, Freek van der Vlist… Die hebben allemaal minstens één of meerdere jaren meegedraaid in de KNMV selectie. Ze hebben allemaal wat meegnomen uit die opleiding. Bij de één zal het 10% geweest zijn, bij de ander 25%.”

In de GP’s beleeft Nederland wel een hoogconjunctuur met sterke rijders in de MXGP en in de MX2, vorig jaar een tweede plaats in de MX of Nations. Dat moét wel voor momentum zorgen?
Hartman: “Natuurlijk is dat een onderdeel. Als je in eigen land goede voorbeelden hebt op hoog niveau dan kijkt de jeugd daar hopelijk naar op en raken ze er door geïnspireerd! De jeugdopleiding is er dan om er voor te zorgen dat er opvolging komt. Qua leeftijd hebben we GP rijders die nog wel even mee kunnen. Maar daar achter willen we graag wéér coureurs van hoog niveau. In de EMX250 is er nu even een leemte omdat alle jongens die daarin zaten, zoals Bas Vaessen en zo, die zitten nu in de GP’s. Daar moeten we dus voor invulling zorgen en die komt niet vanzelf! Als er toppers zijn dan wordt het wel makkelijker werken voor jeugdopleiding dan als er niemand is. Dat hebben we in eigen huis ook gezien in de wegrace. Een paar jaar geleden kregen ze van het NOC-NSF geen subsidies meer omdat er geen prestaties waren. Vanuit de KNMV hebben ze dan aangegeven: ‘Let op wij denken dat er weer wat mannen aankomen.’ Als antwoord krijg je dan: ‘Ja, maar op dit moment niet.’ Sinds vorig jaar is er wél opnieuw steun door de prestaties van Michael van der Mark (red. WK Superbike) en Bo Bendsneyder.”

Genieten van het Nederlandse MXoN podium, vorig jaar in Maggiora!

Opleiding alleen is overigens ook niet zaligmakend. Hoe doordacht en professioneel er ook binnen een programma wordt gewerkt.
Hartman: “Garanties zijn er inderdaad nooit. Van sommige GP rijders weet ik waar ze nu mee worstelen terwijl hen al jaren geleden als lid van de Nederlandse selectie werd uitgelegd dat ze daarin moesten bijsturen. Toen werd het niet vastgepakt. Jaren later moeten ze daar alsnog werk van maken en dat is een hele omschakeling. Het hangt er dus écht vanaf hoe ze het oppakken. Dat onderstreept ook het belang van de omgeving voor een topsporter. Dagelijks gericht op jouw sport werken in combinatie met school is eigenlijk de aanpak die ons het beste lijkt. Zo gaat het er ook aan toe voor andere jonge topsporters.”

Best practice, zeg maar de methodes en technieken die het beste werken, vinden traag ingang in de motorcross. Veel mensen staan niet open om te leren of ze schieten op de boodschapper in plaats van de boodschap.
Hartman:
“Veel keuzes die gemaakt worden door of voor jonge motorcrossers zijn inderdaad niet in hun eigen belang. Van zodra iemand lokaal successen boekt, merk je dat het belangrijk wordt om zo’n jonge sportman ‘gelukkig’ te houden. Dat zie je erg vaak in de motorcross, en niet alleen in Nederland. Zo’n kind wordt dan het etiket ‘talent’ opgekleefd. Hij krijgt z’n bekertjes, een stukje in de krant. Dus die denkt: ‘Ik ben het mannetje!’ Thuis is iedereen natuurlijk apetrots op hun zoon: ‘Heb je dat gezien, da’s wel onze zoon hé!’ De kleine wil een nieuws fiets want die oude dat kan toch niet meer. Hupakee, jij krijgt een nieuwe fiets. Die nieuwe Oakley is ook wel mooi om ‘m tevreden te houden. Dat soort gedrag helpt niet om je voor te bereiden op het echte werk. Als je Europees gaat rijden, loopt er niets vanzelf want hier is het oorlog hé! Dan plots voor de 20ste plaats moeten rijden, is moeilijk om te accepteren. Zowel voor de rijder als voor zijn familie.”

Ook Red Bull-KTM fabrieksrijder Glenn Coldenhoff zat in de Nederlandse selectie.

Helemaal mee eens, mentaliteit is alles. Aan de andere kant heb je misschien een rijder die wel de juiste instelling én een sportief potentieel heeft, maar hij heeft het budget niet om een heel jaar op EK niveau te rijden. Dat vraagt ook om de juiste keuzes.
Hartman:
“Zeker, dan moet je daar ook eerlijk over zijn. Je komt helaas wel mensen tegen die alles hebben opgecrosst. Maar hebben ze hun budget wel slim besteed? Wat ben je met een motor die helemaal top is als de coureur daar nog niet klaar voor is? Wat zijn de ontbrekende schakels om de rijder zelf naar een hoger niveau te tillen? Dat proberen we wél duidelijk te maken, maar eerlijk is eerlijk die boodschap komt vaak niet aan. Alsof je tegen een muur praat. Het gevolg is dat mensen ook niet goed plannen met hun budget. Als je weet dat je volgend jaar EMX gaat rijden dan kan je dat nu al voorbereiden. Als je weet dat die motor wél goed moet zijn dat je dan de mogelijkheid hebt daarin een stukje te investeren.”

Wat maakt deze job zo speciaal voor jouw persoonlijk?
Hartman:
“Sport is altijd spannend en uitdagend.  Soms denk je: ‘Hoe is het mogelijk dat het toch nog lukt en dat er resultaten komen. En andersom valt het wel eens tegen net als je het heel erg verwacht. Het leukste is voor mij nog steeds dat ik mijn kennis en kunde- die ik overigens met scha en schande heb verzameld- kan delen. Crossen is gewoon een passie en dat zit heel diep. Als ik iemand anders ervoor kan behoeden om niet dezelfde fouten te maken die ik deed dan geeft dat voldoening.”

Last but not least, wat moeten mensen doen die geïnteresseerd zijn om deel te nemen aan het volgende MXGP Rookie project?
Hartman:
“Dan moeten ze zeker contact met ons opnemen. Dat kan via je mail sport@knmv.nl of telefonisch +31 26 3528511.”

Prima! bedankt voor jouw tijd Marcel en veel succes voor de rest van het seizoen.
Hartman:
“Graag gedaan, we zijn op de goede weg!”

Wie op Twitter zit, kan Marcel volgen via @MXTalentKNMV


Foto’s: Bavo, Jarno Schurgers, Ray Archer

Steven

Recent Posts

Internationale motorcross op de Keiheuvel volgend jaar op 9 en 10 augustus

Ook volgend jaar zal de enige motorcrossklassieker die ons land nog rijk is plaats vinden.…

18 minuten ago

Deel van de pink geamputeerd bij Wereldkampioen Vanluchene

Slecht nieuws vandaag van de Belgische Sidecar Wereldkampioen Marvin Vanluchene. Door een een bacteriële infectie…

17 uur ago

Tyla van de Poel verder met De Baets MX Team-Yamaha

Ook in 2025 zal Tyla van de Poel uitkomen voor het De Baets MX Team-Yamaha.…

21 uur ago

Tolsma maakt de overstap naar Pol Motors-GasGas

Roan Tolsma zal het komende seizoen gaan uitkomen op GasGas. De 18-jarige crosser zal daarbij…

23 uur ago

AMA SX: BarX verruilt Suzuki voor Yamaha

Naast HEP Motorsports was BarX Motorsport het enige team in de USA op Suzuki motoren.…

24 uur ago

Waar gebeurd: “Een mot op het bakkes van The Kid”

Onze collega's van MXVintage deden in het verleden een dubbelinterview met Ivan Van Den Broeck…

1 dag ago