Met Marc De Reuver, Kevin Strijbos en José Butron is het Nederlandse Beursfoon-Suzuki één van de toonaangevende privé-teams in het WK Motorcross. Naast zijn drukke bestaan als beursanalist en eigenaar van Beursfoon is John Beijer ook een volbloed motorcrossfan. In de column John & the boys vertelt Beijer wat hem bezig houdt met het team en de MX-actualiteit.
Ongelofelijk hoe snel zo’n motorcrossseizoen eigenlijk gaat. Nog één GP en dan zit het er alweer op! Aan het eind van het seizoen maak je altijd de balans op en dat is ook bij ons zo. Ik kijk toch een beetje gemengde gevoelens terug op 2010. In principe ging het in het ONK eigenlijk al meteen voorspoedig. Dan deed zich de kans voor om Kevin bij het team te nemen. We wisten dat het met onze beide rijders tijd zou vragen om terug op niveau te komen na zware blessures. Zelf hadden we verwacht dat we eerder zouden komen waar we nu staan. Hoewel, dat is niet helemaal volledig! Want Marc reed gewoon een prima voorseizoen. Daardoor waren de verwachtingen ook vrij hoog. Toen de GP’s er aan kwamen, vielen de resultaten echter tegen. Ook wat dingetjes die op punt moesten gezet worden met de motoren. Zoals de vering, waarvoor we de hulp van Gert-Jan Van Doorn hebben ingeroepen. Gert-Jan heeft ons dan een aantal maanden geassisteerd en die heeft de vering op orde gebracht samen met Toon Van De Ven. Langzaam aan is Marc dan uit een dalletje gekomen en die zit nu weer op een goed peil. Toch knap dat hij dat voor elkaar heeft gekregen hoor. Marc heeft fysiek al heel wat meegemaakt, dat kan je niet zomaar wegcijferen.
Ook Kevin liet een mooie progressie zien. Naarmate het seizoen vorderde ging het steeds beter. Wat Strijbos qua snelheid liet zien in Loket bijvoorbeeld was helemaal niet verkeerd! Alleen jammer van die blessure. Al geloof ik wel dat we als team het seizoen positief kunnen afsluiten. De Reuver heeft de Nederlandse MX1 titel gewonnen enkele weken geleden. Dat was zeker een hoogtepunt want die titel was één van onze hoofddoelen. Op de Keiheuvel in België stond-ie al op het podium, maar ook in Lierop liet Marc zien dat hij het crossen nog niet is verleerd! Omdat Kevin terug komt voor de Eurpese Motorcross der Naties verwachten we ook daar nog wat leuks. Dat wordt uiteraard ook een prestigestrijd tussen Nederland en België aangezien Marc daar ook zal rijden. Markelo is dus zeker een wedstrijd waar ik nog naar uitkijk.
Spijtig dat we die uitschieter in de GP’s misten. We hadden toch gehoopt om in Lommel in de richting van de top-vijf te gaan, maar resultaten op bestelling krijg je nergens. Naast de afhandeling van het sportieve zitten we nu ook op die gekke achtbaan die de transferperiode toch is. Als je alle geruchten gelooft zou je haast denken dat in 2011 alles helemaal anders wordt voor elk team! In ons geval blijven we sowieso Suzuki trouw, dat hoort gewoon bij de identiteit van ons team. Beursfoon en Suzuki werken al jaren samen en we hebben ook een heel goede relatie. Een belangrijk verschil volgend jaar wordt mijn eigen positie. Ik zal geen teammanager meer zijn en zet bewust een stapje terug. Om mijn werkzaamheden als beurshandelaar en teammanager te combineren –dan heb ik het nog niet over mijn familieleven- was gewoon onhoudbaar. Ik ben een aantal keer in het ziekenhuis beland vanwege hyperventilatie-aanvallen. Als de dokter je dan vertelt dat je zoiets niet licht mag opvatten… Omdat het een signaal van je lichaam is en dat je in overdrive gaat, dan weet je dat je actie moet ondernemen. Waarschijnlijk speelt je persoonlijkheid natuurlijk ook een rol. Ik ben erg gedreven waardoor ik zowel mijn bedrijf als mijn motorcrossteam zo goed mogelijk wil leiden. Daarin gaan schipperen kan of wil ik niet.
Daarom zal Beursfoon dus eigenaar blijven van het team, we zorgen ook voor de sponsoring. Daarnaast wordt in samenwerking met Suzuki een deskundige teammanager ingezet. We willen het team in de komende jaren ook verder blijven uitbouwen. Het is heel spannend om die plannen van Beursfoon-Suzuki nu mee uit te stippelen. Vooral omdat we op die manier het team een mooie toekomst kunnen geven. Eerlijk gezegd heb ik door mijn gezondheidsperikelen op het punt gestaan om het bijltje er bij neer te leggen. Ik ben er zeker van dat heel veel teameigenaren en managers zich best in zo’n situatie kunnen herkennen. Want een GP-team runnen, houdt je echt constant bezig. Dat is topsport op zich! Samen met onze sponsors zijn we aan de andere kant toch ook fier op wat we al hebben opgebouwd en het zou gewoon super jammer zijn als dat zou verdwijnen.
Voor NIMAG (Suzuki Nederland) zijn onze prestaties in eigen land toch doorslaggevend. Wat dat betreft mag ons palmares gezien worden. In 2007 werden we vice-kampioen, in 2008 waren we kampioen, vorig jaar werden we weer tweede in het ONK en dit jaar zorgde Marc voor een nieuwe titel. En in 2008 pakten we met Matis Karro de junior wereldtitel… Vandaar dat we dus structuur van het team gaan herschikken. Langzaam begint het toch te komen, alleen willen we nu de volgende stap maken.We willen een vaste waarde in de top 10 worden. Klinkt allemaal erg managerig hé! Al is het op lange termijn wel enorm van belang.
Ik zal het dan maar hebben over wat iedereen wil weten: onze rijders voor volgend seizoen. Op dit moment hebben we nog onderhandelingen gaande met verschillende rijders. Daar zijn altijd moeilijke beslissingen mee gemoeid omdat in een team nu éénmaal alles draait om de rijders! In het verleden is het al wel een aantal keer gebeurd dat we in zee konden gaan met jongens die nu aan de top zitten. Daar denk je achteraf wel eens aan terug. Op dat moment hadden we echter iets van: toch maar niet doen. Beter kiezen voor iemand die er nu al staat. Waarvan dan later blijkt dat die net een minder seizoen doormaakt. In principe komen we volgend jaar ook weer uit in de MX1 en in de MX2. Een aanvullend programma in het EK zoals dit jaar de bedoeling was met Bastemeijer gaan we niet meer doen. Voor een team als het onze is de focus van onze materiaalsponsors helemaal gericht op de toprijders. Die sponsors willen wel best steun verlenen voor zijn EK-rijder. Alleen voelt die rijder zelf zich vaak het derde wiel aan de wagen. Daardoor komen er wrijvingen met het team. Dat is dus geen optie. Nu is het duidelijk dat wij voor topresultaten gaan met een beperkt aantal rijders. Suzuki Nederland zorgt dan zelf voor ondersteuning van jong talent. Al houden we zeker de mogelijkheid open om een plaats aan te bieden aan een rijder met potentieel. Een kans om door te stromen zeg maar.
In de rijderskeuze was het voorheen heel erg van belang om een Nederlander te hebben. Dat is nu minder het geval. De belangstelling van de media neemt toe en dan merk je ook dat het nét die toppers zijn die in de aandacht komen. We willen graag één rijder die bekend is bij het hele Nederlandse publiek. Maar dat kan net zo goed een Belg zijn, of een Fransman of een Italiaan. Nou is dat ook wel logisch als je sportief je ambities verlegt. De vijver met toppers is in Nederland immers niet zo groot. Ik kan al wel verklappen dat we van de drie huidige rijders zeker met één door gaan. Tegenover vorig jaar is alles een beetje later, maar die mallemolen van komen en gaan heeft zo zijn eigen logica. Die kan je als kleiner team toch niet beïnvloeden. Op dit moment zijn de belangrijkste plaatsjes ongeveer ingevuld. De topteams willen natuurlijk nog graag een leuke tweede rijder en dat is voor een team van ons niveau de eerste rijder. Stel dat Roczen naar KTM zou gaan dan komt er bij Suzuki een plaatsje vrij waar iemand anders inschuift. Allicht ook iemand die voor ons interessant is. Op die manier moet je dus wel het nodige geduld oefenen.
We zijn ook aan het bekijken met een tweetal andere teams om misschien de krachten te bundelen. Helemaal duidelijk is dat nog niet, maar dat hopen we wel binnen een tweetal weken rond te maken. Verder zijn we ook nog met een grote sponsor bezig en het leuke is dat het over een partij gaat die nog niet in motorcross heeft geïnvesteerd. Zo’n contacten met de bedrijfswereld zijn behalve de prestaties natuurlijk de grootste aanmoediging. Op die manier geven mensen immers te kennen dat ze het naar waarde schatten wat we doen.
In die zin is de internationalisering van het WK ook heel positief. Alleen gaan we veel makkelijker naar Amerika en regel je daar vlot afspraken voor motoren dan in pakweg Brazilië. Daar hebben we geen contacten, iedereen staat er in een tent omdat je geen trailers kan lenen. Dat is even wennen, maar als je het op voorhand weet kan je dat ook beter voorbereiden. Er wordt door Youthstream hard gewerkt om motorcross in zoveel mogelijk landen op TV te brengen. Dat is een platform waarvan we gebruik moeten maken om internationale sponsors te overtuigen. Zoals iedereen weet, wordt er weleens gediscussieerd of dit een goede evolutie is voor de motorsport of niet. Mijn ervaring is toch best bemoedigend. Vanwege mijn werk kom ik vaak in aanraking met bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen. Door de band zijn dat geen mensen die iets hebben met motorcross. Als je dan een presentatie geeft en ze merken dat het een internationale sport met wereldwijd wedstrijden, veel uren TV en een groeiende belangstelling van de media is… Ja, dan gaan er toch wel ogen open! Dat loopt zeker beter dan in de beginperiode van het team. Eerlijkheidshalve moet ik er aan toevoegen dat we in Nederland nu ook de wind in de zeilen hebben met de media-aandacht voor Jeffrey Herlings. Een jongen van 15 die de absolute top haalt, zoiets straalt positief af op heel motorcrossend Nederland.
Zo dat was ‘m weer. Geniet van de wedstrijden en geniet van het rijden. Tot de volgende column of op één van de races,
John Beijer,
Team Beursfoon-Suzuki
Credit foto’s: CDS