Published On: 28 januari 2010

Vorig jaar zag het er even naar uit dat Honda Europe zich volledig uit de motorcross zou terugtrekken. Gelukkig liep het niet zo’n vaart en dus blijven we ook in 2010 “Big Red” teams zien in de GP’s en diverse nationale kampioenschappen.

Honda lanceert vanaf dit jaar ook de “Xtreme Academy”. Reden genoeg om Roger Harvey, de off-road coördinator van Honda Europe, een en ander te laten toelichten.

Roger, hoe zit dat nu eigenlijk met dat “Xtreme programme” van Honda?

Roger Harvey: “Wel, eigenlijk valt alles wat off-road competitie is, nu onder die naam bij Honda Europe. Dat wil zeggen dat zowel onze implicatie in het WK MX2, MX1, als in het WK Enduro en zelfs de Dakar  daar deel van uitmaken. In de loop van het seizoen zal dat ook duidelijk zichtbaar worden in onze communicatie. De opstap naar de rest van dat Extreme programme is de Xtreme Academy die gericht is op Honda CRF 150 rijders.  CRF 150 rijders zullen het daarin in een “cuprace” tegen mekaar opnemen.  De bedoeling is om de Xtreme Academy  in zoveel mogelijk landen op te starten.

Krijgen we de Xtreme Academy dan ook op Belgische motorcrossomlopen te zien?

Roger Harvey: “Neen, althans dit jaar nog niet. Deze week hebben we de data voor de Britse Xtreme Academy wedstrijden bekend gemaakt.  Naast Groot-Brittannië zal de Xtreme Academy dit jaar in 6 andere landen van start gaan. Die landen zijn: Italië, Zuid-Afrika, Noorwegen, Zweden, Finland en Oostenrijk.”

Roger Harvey in een onderonsje met Paulo Martin

Roger Harvey in een onderonsje met Paulo Martin

Honda steunt dit jaar drie teams in het WK MX1/MX2. Genieten die allemaal dezelfde status?

Roger Harvey: “Martin Honda is het fabrieksteam.  Het Martin Honda team heeft een lange en goede relatie met de fabriek. Dat betekent dat zij ook fabrieksmateriaal krijgen. Hun motorfietsen hebben dan ook dezelfde specificaties als die van het Red Bull Honda fabrieksteam in de States.  Op de afstellingen na dan uiteraard. Naast Martin Honda is er nog steun voor LS Motors Honda en CAS Honda.”

De Martin Honda’s van De Reuver en Strijbos zagen er toch niet zo “fabrieks” uit vorig jaar.

Roger Harvey: “Dat klopt, pure fabrieksmachines zoals de CR 500’s waar Geboers en Malherbe, midden jaren ’80 op zaten, behoren al een tijdje tot het verleden. Nu is alles meer gericht op de ontwikkeling van de productiemodellen. De projectleider van de fabrieksmotoren in Japan is ook betrokken bij de ontwikkeling van de productiemodellen. Dat illustreert de wisselwerking tussen topsport en productontwikkeling.”

Hoe belangrijk is de inzet van fabrieksteams voor de ontwikkeling van nieuwe crossmotoren?

Roger Harvey: “Eigenlijk is de rol van fabrieksteams in de ontwikkeling van vitaal belang. Je moet  immers bepaalde onderdelen kunnen testen en ontwikkelen onder extreme omstandigheden. En die heb  je uiteraard in de GP’s. Anderzijds mag je je ook niet blind staren op fabrieksmateriaal. De filosofie van Honda is om productiemotoren  en fabrieksmotoren zo dicht mogelijk bij mekaar te laten aanleunen. Als je ziet wat Clément Desalle vorig jaar presteerde met een motorfiets die grotendeels standaard was, dan is dat het beste bewijs van het feit dat moderne standaard motoren al heel erg competitief zijn. En dat was niet alleen in de MX1 zo. In de MX2 leidde Marvin Musquin het WK op een nagenoeg standaard CRF 250 R, tot hij de overstap maakte naar KTM. Dat zegt toch iets over het potentieel van die machine.”

Clement Desalle bewees vorig jaar het potentieel van de Honda CRF 450R.

Betekent dat dan ook dat de R&D afdeling van Honda in Japan input krijgt van het Martin Honda fabrieksteam?

Roger Harvey: “Absoluut, er is een constante uitwisseling van informatie en gegevens tussen Honda Martin en Japan. Hetzelfde geldt voor het fabrieksteam in het Japans kampioenschap en uiteraard ook voor Red Bull Honda in de VS.

Wat verwacht Honda Europe van die drie teams en hun rijders?

 

Roger Harvey: “Door een intern probleem dat eerst moest opgelost worden, zijn we vorig jaar erg laat geweest om alles te finaliseren. Daarom gaan we ook niet met hooggespannen verwachtingen het nieuwe seizoen in.  We willen ook de rijders niet vastpinnen op een te behalen top 3 of top 5 plaats. Maar laten we zeggen dat we van Tanel Leok toch wel verwachten dat hij zich af en toe kan mengen in de debatten vooraan.  Van Davide Guarnieri weten we dan weer dat hij erg regelmatig is en dat hij zich meteen in zijn sas voelde op de LS Motors Honda.Maar nogmaals, op dit ogenblik koesteren we geen uitgesproken ambities.”

Voor CAS Honda is het Maxxis ACU British MX Championship erg belangrijk. Zijn andere  nationale kampioenschappen ook belangrijk voor Honda?

Roger Harvey: “Zeker, we willen graag ook op nationaal niveau goed uit de verf komen. We moedigen onze Europese importeurs zoveel mogelijk aan om ook in hun eigen nationale kampioenschappen aanwezig te zijn. Maar toch  zijn er sterke verschillen van land tot land.  Zoiets wordt vaak gedicteerd door de lokale markt. Het helpt natuurlijk altijd als er op zo’n marketingafdeling mensen zitten die de lokale motorcross scene kennen.  Honda Zweden is daarin een goed voorbeeld. Zij werken heel pro-actief naar de beoefenaars toe.”

Naast het WK MX1 en MX2 is Honda Europe ook bij het WK Enduro betrokken.

Roger Harvey: “Inderdaad, we wonnen in 2009 en 2008 zelfs twee keer de wereldtitel in de E1 klasse met Mika Ahola. Nu, de motor waar Mika mee reed is wel geen Honda maar een HM Moto. HM is een zelfstandig merk dat op basis van de motorcrossmotoren van Honda, enduromotoren bouwt en homologeert. HM Moto kan evenwel op onze steun rekenen voor hun WEC-campagne. Mika Ahola zal trouwens zijn titel in de E1 klasse niet verdedigen dit jaar. Ahola maakt de overstap naar de E1 klasse.”

Foto credits: Honda Pro images/Ray Archer