Wie zaterdag in Beervelde de naam Jeff Cloots zoekt op de deelnemerslijst van de Radson MX2 Trophy is er aan voor de moeite. De Antwerpse Topsport Vlaanderen rijder maakt in Beervelde zijn wedstrijddebuut op de LS Motors Honda CRF450R. Dat betekent dat Cloots het in zijn vuurdoop op een MX1 motor meteen tegen een aantal wereldtoppers moet opnemen in de MX Pro Series. We laten de welbespraakte Sinjoor zelf aan het woord over het hoe en waarom.
Over zijn in het water gevallen voorbereiding: “Ik heb vierenhalve maand blessureleed achter de rug. Ik train pas sinds twee weken terug met de motor. Tijdens die eerste trainingen ging alles eigenlijk goed, maar ik wil voorzichtig blijven. Als je net zo’n lange revalidatie achter de rug hebt spookt er wel vanalles door je hoofd. Ik hoop dat ik dit jaar wat groeimarge heb.”
Over zijn ambities in de MX Pro Series: “Ik wil dit jaar echt mooie dingen laten zien in de MX Pro Series. Logisch want die wedstrijden zijn dit jaar mijn absoluut hoofddoel. Ik denk dat ik me af en toe in de top 10 zal kunnen handhaven. Met iemand als Marvin Van Daele moet ik me wel kunnen meten.”
Over de GP’s: “Als alles naar wens verloopt qua uitslagen en de conditie, het tempo en de motor op punt staan, zou ik ook heel graag nog een GP willen meepikken dit seizoen. Volgend jaar wel ik er echt werk van maken om GP’s te rijden. ”
Over de omschakeling naar de MX1: “De overstap naar de MX1 is een bewuste keuze. Een MX2 motor kost momenteel handenvol geld en dat is in de MX1 een pak minder het geval. Bovendien voel ik mij op een MX1 motor eigenlijk beter thuis. Ik wil bewijzen dat je met een standaard 450cc motor ook aansprekende resultaten kan neerzetten in een hoogstaand kampioenschap zoals de MX Pro Series.”
Over zijn favoriete circuit in de MX Pro Series: “Vorig jaar heb ik maar een wedstrijd van de Radson Trophy gereden: de seizoensfinale in Mont-Saint-Guibert. Toch verliep alles daar lekker en eindigde ik er maar nipt naast het podium. Het is dan ook de wedstrijd waar ik voor een uitschieter wil zorgen.”
Credit foto’s: Gino Maes/Motorsport Future