Published On: 11 januari 2011

Met de reeks Supercross in België gaat MXMag.be  terug naar de opkomst, bloei en het verval van de Supercross in België. Daarnaast zoeken we ook naar antwoorden. Waarom er geen continuïteit was, waarom deze spectaculaire sport niet lijkt te aarden in de Vlaamse klei en of we ooit nog Belgische supercrosswedstrijden mogen verwachten? In het eerste deel hebben we het over voornamelijk over de jaren ’80, het succes van de Antwerpse Hardcross en de kortstondige bloei van de manègecrossen.

Begin jaren ’80 was België een van de Europese pioniers als het op Supercross aankwam. Toen heette Supercross echter nog Indoorcross of Stadioncross. Er werd gereden in de veilinghallen van Hoogstraten, de Limburghal in Genk. Later kwamen ook de Expo-hallen in Kortrijk, de Brusselse Heizel-paleizen en het Sportpaleis aan de beurt.

De Hardcross in het Antwerpse Sportpaleis, die van 1984 tot 1991 plaats vond, zou uitgroeien tot een begrip.  De andere projecten waren al na een paar edities gedoemd. De gepatenteerde benaming Hardcross dook voor het eerst op in juni 1984 toen de Hardcross Association, het bedrijf achter de Hardcross, een stadioncross hield in het stadion van Rocourt, de thuisbasis van het teloorgegane Club Luik.  Het evenement in Rocourt gold als test en zou later niet meer herhaald worden. Ondanks de aanwezigheid van de meeste Belgische toppers werd het evenement geen sportieve hoogvlieger. Dat had natuurlijk alles te maken met de gekozen datum, een donderdag middenin het GP-seizoen. Zodoende bleven er niet alleen veel fabrieksrijders weg, maar was ook de publieke opkomst niet zoals verwacht.

Was de allereerste Hardcross een slag in het water, dan had de Antwerpse versie meer succes althans tijdens de eerste edities. Toen kwamen naast een Internationaal deelnemersveld van GP-rijders en Amerikaanse toppers ook de Nationalen en Junioren van de BMB aan de start in het Sportpaleis.  Na een aantal edities koos men ervoor om de nationale klassen uit het programma te schrappen. De directe aanleiding daarvoor waren de vele ongevallen in de nevenklassen.  Op commercieel vlak was de formule een schoot in de roos. Automerken, bier- en frisdrankproducenten en tabaksfabrikanten, allemaal verbonden ze hun naam aan de Hardcross. Bovendien kon de wedstrijd op ruime mediabelangstelling rekenen.  In Gazet van Antwerpen blikte toenmalig motorcrosscorrespondent Ludo Vervloet dagenlang vooruit naar de  drie- en latere tweedaagse. Maar ook de audiovisuele media, met de toenmalige BRT op kop, deden hun duit in het zakje.

Eric Geboers was dé absolute publiekstrekker van de Antwerpse Hardcross.

Eric Geboers was dé absolute publiekstrekker van de Antwerpse Hardcross.

Maar op termijn ging de kwaliteit van het deelnemersveld achteruit. De tijden dat er Amerikaanse fabrieksrijders naar de Koekenstad afzakten waren eind jaren ’80 stilaan voorbij.  De aanleiding daarvoor was dat de organisatoren meer op de Amerikaanse subtoppers mikten, want het verschil tussen hen en de Europese toppers was niet zo uitgesproken.

Na een laatste editie in 1991 zat de geschiedenis van de Hardcross  er definitief op. De Hardcross Association zou later failliet verklaard worden en België bleef zonder grote internationale Supercross achter. Dat nam echter niet weg dat er toch binnen gecrosst werd. Vooral bij de toenmalige FAM-federaties was het enthousiasme groot. Zo organiseerde BLM in de  Koningshooiktse mega-manège Het Azelhof. Een paar weken voor het begin van het outdoorseizoen namen de beste amateurcrossers van het land, gaande van MCB’er Rik Claus tot AMPL-topper Laurent Lacasse, het tegen mekaar op. Het circuit bestond uit houten hindernissen op een ondergrond van paardenzand. Weinig of geen snelle kombochten, maar wel kort afdraaien en dus een kolfje naar de hand van de rijders uit Vlaamse federaties. Jan Blancquaert ging in 1991 met de eindzege aan de haal en verdiende daarmee zo’n 20.000 BEF omgerekend 500 Euro. De organisatie van de Duffelse Club MC Blond Madammeke was echter geen lang leven beschoren en hield er na een paar jaar al mee op. De indoorwedstrijden in de Torhoutse Flandria Ranch (MCB) en de Zwijnaardse manège De Hoefslag (BVM) gingen langer door, kenden telkens heel wat publieke belangstelling maar ook voor hen was eind jaren ’90 het verhaal afgelopen. Nadien werd er nog georganiseerd in Hannut en Genk, maar die wedstrijden waren ook geen lang leven beschoren.

Foto Credits: Archief MXMag.be, Suzuki Racing/R. Archer