Published On: 27 april 2012

Het schorsen van VMBB-licentiehouders die zonder toestemming in een andere federatie (lees niet VMBB-gelinkte federatie) gingen rijden zorgde deze week voor deining in de anders al niet zo rimpelloze vijver die het Vlaams motorcrosslandschap is. Ik vrees dat dit weer een van de vele luxeproblemen is waarover bondsbonzen, rijders en betrokkenen zich graag druk over maken. Het leidt echter de aandacht af van de reële problemen zoals de circuits die verdwijnen en de trainingsomlopen die er maar niet bijkomen….

Na jaren van een stok achter de deur te hebben gehad heeft de VMBB hem nu eindelijk gebruikt. Een maatregel die de FAM al jaren te pas en te onpas heeft toegepast. Vreemd genoeg zijn het vooral mensen of rijders die gelinkt zijn aan een FAM-bond die van zich laten horen.

Het lijkt mij alvast de zoveelste nutteloze discussie die er in Belgische MX-wereldje gevoerd wordt. Wie een licentie bij een federatie ondertekent, geeft daarmee aan akkoord te gaan met de regels. Wie achteraf komt klagen maakt zichzelf onnodig belachelijk. Maar hetzelfde kan misschien gezegd worden van federaties die piloten schorsen. Toen ik een bestuurder van een Vlaamse motorsportfederatie ooit wees op het wankel draagvlak waarop zijn federatie zich beriep om piloten te schorsen, gaf hij aan daarvan op de hoogte te zijn. Maar hij vermoedde dat geen enkele rijder een juridische procedureslag wou uitvechten en dat z’n federatie geen andere keuze had.

Wie met een goede advocaat met deze zaak – een schorsing dus – naar het Europees hof trekt, haalt wellicht z’n gelijk en zal het Belgisch MX-landschap daarmee ingrijpend veranderen. Of het sop, de (financiële) kool waard is, is een andere zaak.

Maar het zou in dit geval te gemakkelijk zijn om alleen met stenen naar de federaties te werpen.  It takes two to tango… En de piloten, zijn in hetzelfde bedje ziek. Sommige Belgische motorcrossers zijn, als het op loyaliteit jegens ‘hun’ federatie aankomt, even trouw als een WAG uit de Britse tabloids….

Al zijn schorsingen geen constructieve oplossingen  – om nog maar te zwijgen over hun juridisch wankele aard – toch doen de federaties dit vooral om hun eigen organisaties te beschermen. Of dat echt zo’n nobel streven is, is weeral een andere zaak.

Het wordt hoog tijd dat de Belgische motorcrosser zich eens bewust wordt van z’n luxesituatie. Jarenlang heeft hij gereden waar hij wou tegen een minimale inschrijvingsprijs en heeft hij kunnen rekenen op prijzengeld (hoe minimaal dat in sommige gevallen ook is). Bovendien krijgt de crosser die een licentie in een Vlaamse amateurfederatie (of het nu FAM of UMC is) een uitgebreide kalender voorgeschoteld.

Misschien is de gemiddelde Belgische crosser er zich wel niet bewust van maar door zijn toedoen is het aantal wedstrijden aan het dalen.

Ondanks de samenwerkingen en allianties die er de afgelopen 20 jaar gesmeed zijn (BMB-BLB, BMB-VLMB, BLB-BMB, VMBB-VMCF, FMWB-PCNA, VMBB-FAM, VMBB-UMC) is de structuur van het motorcrosslandschap al sinds mensenheugenis  grotendeels ongewijzigd gebleven. Het wordt hoog tijd dat alle partijen hun luxe-ruzies laten voor wat ze zijn en zich samen rond de tafel zetten om een nieuw elan aan de sport te geven. Helaas, zullen daarbij zowat alle betrokkenen toegevingen moeten doen. Zowel federaties, clubs en rijders. Gebeurt dit niet dan zal er binnen enkele jaren niet veel meer van het motorcrosslandschap overblijven. En wat er overblijft zal dan wellicht – naar het evenbeeld van de snelheid en circuitsport – in handen zijn van commerciële promotors., waardoor de kosten vooral door de piloten gedragen zullen worden.  Is dit wat de piloten écht willen?

BJ