Published On: 1 juni 2012

Columns schrijven is een leuke bezigheid, maar wel eentje die tijd kost. En net daaraan heeft het me de afgelopen weken een beetje ontbroken. Daarom heeft enkele weken geen MX Belgium-column gezien. Maar ik zal het in de komende tijd proberen goed te maken. Beginnend  vanaf vandaag zeg maar.

Ik schrijf dit aan de vooravond van de Franse motorcross GP maar tegelijkertijd realiseer ik me dat de GP van België in Bastenaken nu wel heel dichtbij komt. Sinds de kogel door de kerk raakte in maart hebben de beide mannen achter deze GP – Edmond Detry en André Mathieu – bergen werk verzet. Dat werk beperkt zich niet alleen tot de aanleg van het circuit en al de accommodatie daar rond maar houdt ook het “promoten” en “verkopen” van de wedstrijd in.

En net op dat gebied hebben de Walen de afgelopen weken en maanden het verschil gemaakt. In tegenstelling tot in het verleden en andere GP’s moest DEMA – de VZW die de GP organiseert – niet op zakken vol subsidiegeld van het Waalse gewest rekenen. De GP in Bastenaken wordt weliswaar gesteund door de gasstad, Bastenaken dus en de sportdienst van de provincie Luxemburg, maar dat genereert niet het grote geld. Maar Dutry en Mathieu lieten zich daar niet door uit het lood slaan.

Ze gingen partnerships aan met verschillende media, waaronder deze website en konden zelfs Clément Desalle overhalen om samen met André Malherbe het uithangbord van de GP te worden. Desalle was als beste Belgische motorcrosser van dit ogenblik sowieso al de man voor wie de mensen naar Bastenaken moesten komen. Maar om hem dan in te zetten voor een persconferentie moet je wel over heel veel overredingskracht beschikken. Toen André Mathieu mij begin april vertelde dat Desalle als  ‘Poster boy’ voor de Belgische GP zou fungeren moest ik de wenkbrauwen fronsen. Maar twee maanden later kan ik niet anders stellen dan dat het uiteindelijk bewaarheid is geworden.

Toch kan ik me niet van de indruk ontdoen dat geen van de huidige Belgische toppers het grote publiek kan bekoren.  Het feit is dat in een Olympisch jaar het al heel moeilijk is om als niet-olympisch sporter in de kijker te lopen bij media en publiek. Zeker niet als je uit een betrekkelijk kleine sport komt. Toegegeven, het is niet iedereen gegeven om dat te doen, maar het kan wel. U wil voorbeelden? Wat dacht u van Kenny Belaey? Trouwe kijkers van Discovery Channel zagen de meervoudige wereldkampioen trialbike afgelopen weken allicht tot vervelens toe in een spot voor Volkswagen die ‘heavy rotation’ kreeg.

Belaey behoort tot een erg exclusief kringetje want het aantal professionele trialbikers kan je wellicht op de vingers van één hand tellen. Dat sluit niet uit dat Belaey grote multinationals als Adidas, Red Bull en Volkswagen als sponsor heeft. De reden waarom hij wel en vele andere Vlaamse sporters niet sponsors van dit kaliber kan vinden is allicht te wijten aan de manier waarop hij met de media omspringt. En laten we eerlijk zijn, Belaey kan ook iets met een fiets waar de meeste gewone stervelingen alleen maar van kunnen dromen….

Niettemin is Belaey, die dit weekend ook het petje als organisator van een wereldbekermanche in z’n eigen Aalter draagt, hét voorbeeld van iemand wiens uitstraling positief op de rest van de sport afstraalt.

Maar… Het volstaat dus niet alleen om vlotte praatjes te hebben je moet ook nog iets bewijzen in de sport zelf. En dat geldt anno 2012 voor bijna alle sporten, op dat spelletje met die bal na dan.

See ya

BJ

Foto: Belga/Thomas Swertvaegher