Published On: 29 december 2012

Wegens een vakantie kon Joël niet aanwezig zijn op de begrafenis van een van zijn vroegere idolen. Joël wou toch afscheid nemen van Georges en schreef vanop zijn vakantiebestemming een eerbetoon aan Jobé. Een groot kampioen herdenkt een groot kampioen…

Adieu Georges …
1980. Een jaar eerder kwam uit de Verenigde Staten fietscross oftewel BMX overgewaaid. Ik was één van de eerste ‘die hard’ fans van dit goedkopere surrogaat voor mx en op een mooie zomerdag in 1980 reden we een wedstrijd in Retinne bij Luik. Als prille tiener uit de Kempen was in die tijd een verplaatsing naar Luik al een belevenis op zich maar het werd pas echt spannend toen bleek dat het BMX circuit in de achtertuin van de familie Jobé lag …
We leerden op school over oa Julius Caesar, de president van Amerika, koning Boudewijn etc maar mijn koningen of keizers heetten destijds simpelweg De Coster, Rahier, Malherbe, Everts … en de jonge prins Jobé die dat jaar nadrukkelijk op het voorplan trad … En nu zouden wij gewoon in de prins zijn tuin fietsen?!? Als kers op de taart werden we na afloop van onze BMX wedstrijd uitgenodigd om een kijkje te nemen in de werkplaats van het Suzuki 250cc fabrieksteam dat tot mijn verbazing gewoon gehuisvest was in de garage van de ouderlijke woning van de familie Jobé. Wat ik daar zag tartte mijn stoutste verbeelding en staat voor eeuwig op mijn netvlies gegrift! Niet minder dan 6 (zes!) identieke, fonkelende 250cc fabrieks Suzukis stonden als spiegelbeelden naast mekaar opgesteld! Als je van zolang je je kan herinneren droomt om motorcrosser te worden, sta je bij het aanschouwen van zoveel moois sprakeloos …. Dat we “prins” Georges himself niet te zien kregen, deerde ons al niet meer. Maar de hele ervaring maakte wel dat ik sinds die dag Georges Jobé nauwlettender in de gaten hield dan de meesten van zijn generatiegenoten.
Beste Georges, datzelfde jaar werd je voor de eerste keer wereldkampioen en kon ik bij mijn vriendjes opscheppen over mijn bezoek aan je werkplaats 🙂 De daaropvolgende jaren, ook al was ik nog jong, begreep ik al snel uit de media en van verhalen die ik oa van mijn ouders hoorde, dat jij “gene normale was” , lees een koppige, eigenzinnige, ambitieuze topper die graag zijn eigen ding deed. Maar je bleef wel in jezelf geloven en doorzetten. Ik herkende in die eigenschappen een stuk van mezelf waardoor ik je wist te respecteren. In 1983 volgde je tweede wereldtitel 250cc. Vervolgens, na een passage van een aantal jaar in de 500cc klasse met de nodige ups en downs, besliste je eind 1986 om voor 1987 een wel heel eigen koers te varen met een hoofdzakelijk privéteam. Zo herinner ik me dat je tegen beter weten in voor je vering en vork niet scheep ging met bv Showa maar opteerde voor het toen minder bekende White Power uit Nederland. Als weinigen in je geloofde, was je vaak op je sterkst wat resulteerde in je eerste wereldtitel 500cc. Je eigenzinnige strategie kende echter niet altijd succes … Nadat Eric Geboers al wereldkampioen was geworden in 125cc en 250cc ging hij in 1988 in de 500cc klasse voor de titel van Mr 875. Ambitieus als je was, ging jij een gelijkaardige uitdaging aan maar dan in 125cc na je titels in 250cc en 500cc … Je jaar werd een afknapper en ik voelde met je mee maar eerlijkheidshalve moet ik hier toegeven dat ik niet helemaal triest was want zo werd Eric Geboers de eerste Mister 875. Je zal me vergeven dat ik die periode net iets meer fan was van mijn streekgenoot “The kid” …
De jaren erna leek het of je die sportieve opdoffer niet meer te boven zou komen. Maar dat was buiten doorzetter Jobé gerekend! Toen je begin jaren negentig de beschikking kreeg over ex HRC fabrieksmateriaal, werd je weer helemaal de oude. Respect had ik nog steeds maar ondertussen waren we wel concurrenten geworden. Vooral in 1992 toen ik met mijn blauwe privé Honda al menig duelletje met je uitvocht. Jij werd voor de 5e keer wereldkampioen, ik zou dat wk afsluiten op de 4e plaats. Mijn respect voor u was ondertussen wederzijds respect geworden.
Jij hing je helm aan de haak en de rest van de jaren negentig hadden we weinig contact maar dat veranderde toen je begin jaren 2000 wedstrijden organiseerde in Qatar. Sommige rijders (waaronder Stefan Everts) kregen van hun werkgever geen toestemming om het avontuur aan te gaan maar gelukkig maakte mijn toenmalige motorleverancier KTM er geen probleem van dat ik mij in de golfstaat ging uitleven. Nu je zelf organisator was, besefte je dat je het niet altijd correct had gespeeld in je topjaren door op sommige wedstrijden “langs de kassa te passeren” … Daarom waardeerde je des te meer dat ik tijdens jou organisaties daar, net als altijd trouwens, het beste van mezelf gaf en voor de ogen van de sjeiks voor het nodige spektakel zorgde.
De volgende jaren onderhielden we steeds een warm en regelmatig contact. Zo ook na je ongeval in 2007 waar je weer een staaltje van wilskracht tentoon spreidde. Met hetzelfde doorzettingsvermogen bekampte je in 2010 huidkanker. Je leek mij stilaan onsterfelijk te worden maar toen je begin dit jaar ook nog eens getroffen werd door leukemie dacht ik: dit gaat te ver, dit is onrechtvaardig, zoveel leed verdient niemand! Ons contact veranderde nu in éénrichtingsverkeer want door de vele behandelingen had je vaak niet de moed of fitheid om zelf te bellen of sms’n. Soms nam je niet op of duurde het een paar dagen voor ik antwoord kreeg op een sms. Dan wist ik dat je weer een paar dagen heel zwarte sneeuw gezien had. Maar als ik je dan bij een volgende poging wel aan de lijn kreeg, herkende ik doorheen je zwakke, hese stem weer diezelfde doorzetter van vroeger. We praatten trouwens over je ziektestrijd als ware het een WK motorcross … je zou wel af en toe een GP verliezen of een off-day hebben maar het WK zou je wel winnen … Na 6 weken van chemo en bestralingen in een ziekenhuis in Brussel stuurde je volgende sms: “Hoi, ik ben eindelijk weer thuis uit de hel, de revalidatie kan beginnen … bedankt voor je steun!” Opgeven was voor jou geen optie …
Een paar weken later. We zijn ondertussen kort voor de MXoN en hebben er net met Team Belgium een stevige training opzitten. Tijdens het napraten kreeg ik de ingeving om je te bellen in het bijzijn van onze huidige toppers. Ik wist zeker dat dit je wel extra zou opbeuren … na de eerste ring nam je al de telefoon op en wat toen volgde sloeg ons allen met verstomming. Ik opende met te zeggen dat ik in gezelschap vertoefde van de rijders van het team. Dat was voor jou het sein om een motivatiemonoloog af te steken richting Team Belgium over waarom en hoe we gingen winnen … ondanks het feit dat je zelf letterlijk in een strijd op leven en dood gewikkeld was! De wereld op zijn kop, jij die ons oppepte ipv wij u!? Maar onrechtstreeks hoorde ik wel hoe je stem opleefde door met ons over de belangrijkste cross van het jaar te kunnen praten. Dit telefoontje deed je hoorbaar deugd, je hoorde er nog bij, je was niet vergeten of laat staan opgegeven. Je stem klonk trouwens niet meer hees en zwak maar integendeel luid, sterk en enthousiast! Bijgevolg was ik ervan overtuigd dat je ook dit “WK” ging winnen ….
Wij hebben je tot onze spijt de overwinning in de MXoN niet cadeau kunnen doen en achteraf is helaas ook gebleken dat ook jij jou laatste WK niet hebt kunnen winnen …
Georges, net als de namen van onze echte koningen staat ook jou naam vet gedrukt in de geschiedenisboeken van ons land …. You ‘ll never walk alone !!
Joël Smets