Dat is een vraag die veel, héél veel mensen stellen de laatste tijd. Er zijn enkele nog ongeziene veranderingen op til en meer dan ooit is er commotie rond de sport. Maar hoe goed doet het WK motorcross het eigenlijk?
Dalende interesse van rijders
Om op deze vraag een antwoord te kunnen geven, willen we ons licht eens laten schijnen over verschillende facetten. Als we puur naar de cijfers kijken zien we dat het WK het eigenlijk niet zo goed doet. Vijf van de zeven laatste MX2 wereldkampioenen zijn hun geluk elders gaan zoeken. Ook subtoppers als Osborne zoeken hun toekomst over de Atlantische oceaan. Van Ken Roczen over Marvin Musquin en Tyla Rattray zijn dit allemaal piloten die het Herlings en Cairoli moeilijk hadden kunnen maken. Dit zijn tevens een extra aantal piloten per GP, want ook daar spreken de cijfers voor zich. Dat er bij overzeese GP’s weinig piloten aan de start staan is al een zeer oud probleem. Niks nieuws dus en blijkbaar is daar ook nog geen oplossing op gevonden. Maar de laatste tijd is de interesse van piloten ook gedaald in de Europese Grote Prijzen. Zo zien we bij een gemiddelde GP nog steeds tien starthekken per WK klasse leeg staan. Ook bij de MX3 daalt de interesse enorm. In twee van de vier Grote prijzen MX3 stond het starthek halfleeg, of halfvol voor de optimisten.
Sportieve waarde
Hoe komt dit alles nu? Wel, daar is niet echt een strak antwoord voor, maar laten we beginnen bij het begin. Inschrijven voor een Grote Prijs. Dit kost algauw rond de 1500 euro, per GP. Een bedrag waar je al een hele maand voor moet werken. Dit komt dan nog eens bovenop alle kosten die motorcross met zich mee dragen. Verre verplaatsingen, motoren, benzine, overnachtingen en ga zo maar door. Door het betalen valt ook een groot stuk van de sportieve eer weg voor de piloten. Als je in de jaren ’90 kon kwalificeren voor een GP wist je gewoon dat je één van de beste van de wereld was. Als je nu “kwalificeert” heb je ofwel goede sponsors of ben je een rijkeluisjochie. Althans zo klinkt het vaak vaak langs de de baan! Hoewel, het is niet allemaal kommer en kwel voor de lokale helden. Onlangs is er nog beslist dat de plaatselijke organisaties vijf wildcards per klasse mogen uitdelen. Dat resulteerde in Frankrijk meteen in leuke races en een ietwat voller starthek. Ook lieten deze jongens zien dat ze goede piloten zijn. Zo behaalden twee wildcards de top-20 in de MX2 klasse en maar liefst vijf wildcards behaalde de top-20 in de MX1 klasse. Blijkbaar zijn er dan toch nog enkele ‘amateurs’ die met een 450cc motor overweg kunnen. En het liet ook zien dat er in een crossland zoals Frankrijk nog heel veel talent is dat we vooral wegens economische omstandigheden niet in de GP’s aan het werk zien. Mannen als Nicolas Aubin, Greg Aranda, Cédric soubeyras, Jason Clermont en Steven Lenoir kunnen immers moeilijk als versleten worden omschreven!
Go West? Go AMA Supercross!
Met deze uitleg is het jammer genoeg nog niet duidelijk waarom Ben Townley, Christophe Pourcel, Tyla Rattray, Marvin Musquin, Zach Osborne en Ken Roczen hun geluk over de grote plas beproeven of beproefd hebben. Daar hebben de supercrossen volgens mij mee te maken. Deze tak van motorsport is big business in de Verenigde Staten van Amerika. Met zeventien wedstrijden in stadions van 50 000-60 000 toeschouwers en een indrukwekkende mediacoverage is dit één van de grootste gemotoriseerde sporten ter wereld. Na halfbakken pogingen om een apart WK Supercross op te zetten heeft ook de FIM enkele jaren geleden besloten om het Amerikaanse supercross de officiële titel wereldkampioenschap toe te kennen.
Leeftijdsgrens MX2
Langs de andere kant zijn er ook enkele rare regeltjes die toppers afschrikken om hier te blijven. Zo heeft Jeffrey Herlings al laten weten dat hij zichzelf wel heel jong vind om MX1 te gaan rijden. Maar omdat hij vorig jaar wereldkampioen is geworden is hij verplicht volgend jaar op te stappen naar de MX1. Deze regel was ook één van de redenen dat Marvin Musquin zijn leven verder opbouwt in de States. Ook Zach Osborne had dit jaar moeten overstappen naar de MX1 klasse. Niet omdat hij wereldkampioen werd, maar omdat hij simpelweg, te oud was voor de MX2. De MX2 klasse heeft namelijk een leeftijdslimiet van 23 jaar. Deze regel was in het leven geroepen voor de doorstroming te garanderen. Zo wist promotor Giuseppe Luongo te vertellen dat op deze manier de beste rijders in de koningsklasse komen. Namelijk te MX1. Diegene die nog niet klaar zijn voor de MX1 kunnen zichzelf ontwikkelen in de MX3 klasse. Positief aan deze regel is inderdaad de concentratie aan talent in de MX1. Wie top-15 wil rijden, kan maar beter ijzersterk voor de dag komen. Dat MX3 zo toch nog een rol van betekenis zou kunnen spelen, lijkt eerder wishful thinking. Toch zeker vanuit een Benelux perspectief want MX3 is nu vooral een Oost-Europese aangelegenheid. Het zou best kunnen dat deze doodbloedende klasse ook spoedig definitief verdwijnt.
De Genève akkoorden
Morgen, woensdag 19 juni, belooft een erg belangrijke dag te worden voor het WK motorcross. Net zoals de Formule 1 zijn Concorde akkoorden heeft –genoemd naar de Place de la Concorde waar de internationale automobielfederatie is gevestigd- liggen voor de motorcross GP’s heel wat belangrijke beslissingen in het verschiet. Met de regelmaat van de klok werden er de voorbije jaren en maanden door promotor Youthstream proefballonetjes opgelaten. Voorstellen werden afgetoetst, sommigen werden weer afgevoerd en anderen kwam er wél door. In deze laatste categorie valt bijvoorbeeld de Superfinale. Dat MX1 en MX2 motoren zelden of nooit een gelijke strijd opleveren weten we ondertussen. Of om het in Jeffrey Herlings’ woorden te zeggen: “Het is als met een Smart tegen een Lamborgini racen.” Dat TV-regisseurs, commentatoren én het publiek hier kop nog staart aan krijgen, maakt het des te erger. Ook voor toeschouwers ter plaatse is verwarring troef. Zo is José Butron de enige piloot die dit jaar Jeffrey Herlings heeft kunnen kloppen. Dit gebeurde in de Superfinale in Brazilië. De jonge Spanjaard schreef geschiedenis, maar kwam nog geen minuut in beeld!
Volgens de jongste berichten ligt een Superfinale –althans tijdens de Europese GP’ s- niet meer op tafel. Minstens even controversieel is Luongo’s roep naar lichtere, makkelijker te exploiteren motoren. Versta hieronder één grote MXGP klasse. Niet met 450cc motoren, maar met ~380cc motoren. Deze lichtere motoren zouden makkelijker te behandelen zijn en zouden close racen moeten bevorderen. Ook tweetakt motoren, met een vergelijkbare cilinderinhoud zouden mogen aantreden in de MXGP klasse. Deze twee voorstellen kunnen bij de Japanse constructeurs (Honda, Yamaha, Kawasaki, Suzuki) op erg weinig steun rekenen. Ook over de nood aan lichtere motorfietsen voor de koninginneklasse kan je een stevig potje discussiëren. Moeten de beste rijders ter wereld zich ook niet onderscheiden doordat ze op motoren racen die géén spek voor de bek zijn van een amateur? Want precies die (te) zware 450s zouden er voor zorgen dat we nu met lege startplaatsen aan het zitten én dat amateurs niet uit de voeten kunnen met zo’n MX1 kanon. Voor morgen zijn die MXGP motoren nog niet, maar in de wandelgangen wordt wel 2016 genoemd als eerste seizoen… Een ander heikel punt is het wedstrijdformaat met het oog op een betere TV-coverage. Met name een live-programma van 60 min. waarmee men een groter publiek (op grotere zenders) kan bereiken dan nu het geval is. Van slechts één categorie en één race is al geen sprake meer. Maar ook de actuele twee manches en twee categorieën zijn uit den boze omwille van de vele uren TV. Als compromis zal nu zowel voor de MX2 als de MXGP één enkele finalemanche op zondagnamiddag worden besproken. ’s Morgen zou er dan een kortere kwalificatierace met een beperkt aantal punten als inzet worden verreden.
Wat het ook wordt; de komende dagen zullen we dus hopelijk meer te weten komen. We willen hierover graag ook uw meningen kennen. Vandaar onze poll. Bent u tevreden met het huidige beleid in de Grote Prijzen?
[poll id=”61″]Tekst & foto: VePix.be