Published On: 3 januari 2016

Over de grote plas is het Mix Martial Arts een enorm grote sport. Een sport die bij ook z’n fans kent bij ons motorcrossers zo zagen we enkele weken geleden Ken Roczen plots in het publiek zitten. Bij een slapeloze nacht durf ik zelf ook wel eens piepen en zo was het dan ook dat ik afgelopen nacht naar het ‘Ultimate Fighting Championship’, u kent het misschien onder de naam ‘UFC’ keek.

Het laatste gevecht ging tussen ene Robbie Lawler, de kampioen en Carlos Condit. Deze twee uiterst professioneel getrainde atleten gingen vijfmaal vijf minuten voluit om. Meteen begreep ik ook de interesse van motorcrossers in deze sport, de parallellen zijn best te trekken met zo’n kampioenschapswedstrijd om zo’n rare buikriem. Vijfentwintig minuten lang gaan twee rivalen voluit tegen elkaar, om uiteindelijk dan vooral op het einde te trachten niet te verliezen van de man die je dagelijks in de spiegel ziet, jezelf dus. Want hoe sommige klappen, kletsen, wurggrepen en schoppen ook mogen aankomen op het einde zie je toch voornamelijk twee jonge mannen waaraan je niks meer merkt dat ze ooit zo’n uitmuntende conditie tentoon spreidde.

Het liet me voornamelijk denken aan de Grand Prix van Lommel, waarin motorcrossers van over heel de wereld, met natuurlijk meer dan twee de start nemen. Eerst vechtend en knokkend tegen hun rivalen. Maar al snel vervallen ze in een gevecht met zichzelf, hun motor en het loodzware parcours dat op zijn beurt klappen, kletsen en wurggrepen uitdeelt. Uiteindelijk zien we na de finish jongens die nog nauwelijks de laatste 50 meter van de finishsprong tot aan hun mecano kunnen overbruggen. Voor de supporter is dat de heroïek. Is wat ze gisteren na vijfentwintig minuten zagen en wat ze na de finish zien in Lommel wat de sport mooi maakt. Jongens, mannen die tot in hun diepste vezel een getraind sportman zijn die helemaal, totaal los hun wedstrijd beëindigen.

Tekst: Matthias Van Eeckhoven