Dit weekend zullen er in Kester niet minder dan vier rijders aan de start verschijnen die allen kans maken op de Belgische MX1 titel. De resterende 3 manches, en een inzet van 75 punten beloven fans een dag vol spanning en spektakel. 24MX Lucas Oil Honda rijder Damon Graulus staat amper 7 punten achter op leider Brent Van Doninck. Kevin Strijbos is derde op 10 punten. En zelf ex-wereldkampioen Steve Ramon maakt nog kans. Hij is vierde, en volgt Van Doninck op 14 punten.
De erg krappe onderlinge verschillen zijn slechts één element dat de finale van het Belgisch Kampioenschap motorcross kleur geeft. Ook de onuitgegeven, natuurlijke omloop zorgt voor bijkomend cachet. We laten het woord aan Damon Graulus. De 21-jarige rijder uit Tervuren won al een Belgische MX2 titel in 2013. Een kampioenschap in de MX1 in zijn allereerste jaar tussen de ‘grote jongens’ zou in ieder geval een erg straf staaltje zijn…
Je ging niet naar de Amerikaanse GP’s in Charlotte of Glen Helen. Hoe zagen de voorbije weken er uit?
Damon Graulus: “Eigenlijk had ik een beetje rust nodig na de laatste Europese ronde in Assen. Ik bezeerde er mijn linkerschouder in een val maar gelukkig is alles nu oké. Ik voel me goed op de motor en we hebben geprofiteerd van het goede weer om de puntjes op de i te zetten me enkele doorgedreven trainingen. Tot ik opnieuw begon te rijden vorige week heb ik wel hard gepusht in mijn fysieke training met de mountainbike en wegfiets.”
Het originele circuit in Kester ontving enkele GP’s en het werd ook wel omschreven als Vlaanderens mooiste. Wat weet je van de nieuwe omloop?
Graulus: “Eerlijk gezegd weet ik er niet veel over! We zien zondagochtend wel hoe die er uit ziet (glimlacht). Steve Ramon is het best geplaatst om daarover te praten want hij hielp de club mee met het uittekenen en uitzetten van de baan. Vanop de persconferentie van AMC Dworp wist ik wel dat het natuurlijke baan op een heuvelflank is. Erg old school eigenlijk. Helemaal anders dan de circuits die we gewoon zijn in het wereldkampioenschap. We krijgen deze keer geen piekfijn voorbereide, gefreesde grond. Maar dat vind ik niet erg. In tegendeel. Het is een hele uitdaging als je zelf grip moet zoeken. Als je bent aangewezen op de controle van het gas om snel te gaan. Orp-le-Grand waar de laatste BK ronde plaats vons, is ook zo’n circuit.”
Veel WK-rijders hebben een boontje voor die ‘ouderwetse’ circuits?
Graulus: “Ja zo lijkt het wel. Ik moet zeggen dat het me zeker op de 450 echt veel adrenaline geeft om op je gevoel de grenzen af te tasten. Op zo’n natuurlijk circuit moet je zelf lijnen vinden of maken. Vergelijken met moderne parcours is dan ook moeilijk. Misschien zijn ook die afwisseling en het grote verschil met de Grand Prix omlopen wat de ‘old school ‘circuits zo speciaal maken? Kester wordt ook wel extreem in die zin dat het voor de club heel moeilijk was op het nieuwe terrein om zomaar sprongen aan te leggen. Dat is in het WK totaal het tegenovergesteld! Ik hou van sprongen maar soms krijgen we in de Grote Prijzen té veel ‘jumps’ voorgeschoteld. Is het echt nodig dat er op elk recht stuk een hindernis of een sprong ligt?”
Hoe leef je naar deze wedstrijd toe? Het zou bijna een sprookje zijn om de Belgische MX1 titel te pakken!
Graulus: “Verrassend zou het zeker zijn. Ik had geen gemakkelijk seizoen want ik veranderde in de eerste helft van het seizoen al van team en motor. In ieder geval ga ik er alles aan doen en ik zal vechten voor de titel. Als je slechts 9 punten achter staat zou het dom zijn om er niet voor te gaan of iets anders te beweren! Het staat wel al vast dat het nipt wordt en dat het spannend zal zijn. Deze keer heb ik echter niks te verliezen. Dat is een andere situatie dan vorig jaar. Toen begon ik in het ONK MX2 als leider aan de laatste wedstrijd. Het ging tussen mij en Brent Van Doninck, een teammaat nota bene. Ik maakte uiteindelijk wel de titel. Voordien won ik ook de Belgische en Franse MX2 titels. Die ervaringen helpen wel om het hoofd koel te houden. Toch denk ik dat het zondag uiteindelijk zal aankomen op de allerlaatste manche!”
Op papier zou je zeggen dat Kevin Strijbos de sterkste is van jullie vier. Aan de andere kant doen zijn twee elfde plaatsen in de voorbije Amerikaanse GP’s vermoeden dat hij voorbij zijn beste vorm van het seizoen is.
Graulus: “Misschien, maar daar let ik niet te veel op. Kevin heeft gewoon de snelheid en de ervaring. Ik denk dat het gevoel van de dag erg beslissend kan zijn. Als Strijbos niet op zijn best is en ik heb een superdag dan is er veel mogelijk. Dat geldt natuurlijk ook voor Brent Van Doninck, bovendien heeft hij al een voorsprong. Als hij dan sterk rijdt wordt het moeilijk om ‘m van de titel te houden. En dan is er nog de factor van de bijkomende toppers. Mannen als Jeffrey Herlings en Jeremy Van Horebeek zullen in elke reeks voor de 25 punten gaan waardoor de onderlinge verschillen nog kleiner worden.”
Is het dan voor een jongere rijder zoals jij een voordeel dat de BK manches over 20 minuten plus één ronde gaan in plaats van het langere MXGP formaat?
Graulus: “Nee, niet echt. Fysiek ben ik in orde, ik weet dan ook dat ik de langer races probleemloos aan kan. En racen is racen. Je wil gewoon een goede start, wat in het BK iets makkelijker is dan wanneer je met 30 snelle rijders achter het starthek staat. Daarna komt het er op aan om regelmatig re blijven. In het Belgisch Kampioesnchap is het dan wat makkelijker om te doseren na de hectische eerste ronden. In de GP’s heb je de luxe bijna nooit. Zelfs voor de 15de plaats moet je écht vechten tot de vlag valt.”
Veel geluk in Kester.
Graulus: “Bedankt!”