Published On: 29 juni 2017


Over de achtergrond van de 2018 KTM tweetakt enduro’s hadden we het hier. Nu is het tijd om te ondervinden waar we voor gekomen zijn! Hoe rijden die revolutionaire KTM EXC250 TPI & KTM EXC300TPI motoren nu? Met de legendarisch Erzberg in Oostenrijk als testterrein kon ons geluk niet op…

Toen ik die ochtend op de KTM EXC TPI 250 stapte, voelde ik me meteen thuis. Nagenoeg alles was identiek aan het 2017-model en dankzij de elektrische starter vertrok ik met een simpele druk op de knop. Ons speelterrein, voor die dag, was het Disney Land van de extreme Enduro.  Laat ons zeggen dat je het slechter kan treffen.

Hoe voelt zo’n TPI blok nu?

Vanaf de eerste moeilijk berijdbare passage op de eerste helling, toonde de 250 z’n ‘punchy’ karakter met een vertrouwenwekkende klim in de toeren. Meteen voelde het motorkarakter erg dicht bij dat van een 2017-model met carburator aan. Het motorkarakter van het TPI-model mag dan nagenoeg gelijk zijn aan dat van z’n voorganger met carburator, toch voelt het ondanks alles iets minder aangenaam aan. Aan erg lage toerentallen lijkt de geïnjecteerde 250 wel te verstikken. De machine vraagt dan ook om in z’n comfortzone gebruikt te worden. Om aan lagere toerentallen van 2e naar 3e te schakelen kan je dan ook maar beter gebruik maken van de koppeling. Eens je de motor hoger in de toeren jaagt, toont hij een voorbeeldig lineair karakter.

Volgens de verantwoordelijken van KTM is het mogelijk dat voor veeleisende piloten een zekere fine-tuning van het injectie-systeem zich opdringt. Toch zouden de standaard-afstellingen geschikt zijn voor het leeuwendeel van de rijders. Laten we dan maar stellen dat ik veeleisend ben…

Vervolgens verkassen we naar een andere 250 EXC TPI maar dit keer met een Akrapovic uitlaatlijn. Op een opwindender uitlaatgeluid en een iets breder toerenbereik na blijft de constatering ook hier dezelfde. Een motorfiets die over het hele toerengebied goed loopt, op dat kleine stukje lage toeren na dan. Hij draait er nagenoeg stationair maar valt evenwel nooit stil.

De 300 als referentie

Met dezelfde rijhouding en een iets rauwer uitlaatgeluid toonde de 300 EXC TPI zich uitmuntend. Het start gaat makkelijk en het vermogen is deze keer overal aangwezig. Tijdens het kort afdraaien toont de 300 zich opvallend genoeg een stuk efficiënter dan z’n kleinere broer en dat dankzij een beter koppel.

De 300 maakt de door de ingenieurs vooropgestelde objectieven – de kwaliteiten van een carburatorgevoede motor inzake prestaties en handelbaarheid behouden door de voordelen van de injectie eraan te koppelen – helemaal waar.

Beide modellen beschikken over twee ontstekingsmappen, die je met een knop aan de linkerzijde van het stuur kan selecteren. In de eerste positie vind je de standaard-afstelling, de tweede map biedt meer tractie en souplesse en dat dankzij een constante vermogensafgifte. De tweede map was interessant en nuttig op de 300 en dat in de bochtige gedeelten van de testbaan. Omdat het de 250 al in de eerste ontstekingsmap aan vitaliteit ontbrak, was het besluit om de tweede niet te proberen snel genomen. We zijn ook benieuwd hoe de ontstekingsmappen van pas komen op een natte ondergrond, maar dat konden we in de kurkdroge Erzberg-groeve dus niet testen…

Welke vering? Niets op aan te merken!

Over de vering kunnen we kort zijn. De WP-componenten voldeden perfect aan dit type terrein en waren zowel precies als comfortabel. Ook hier hopen we op een re-match en dan op een sneller circuit, maar we zijn er wel gerust op. Aan het eind van de dag en na de vaak onzachte behandeling van de verschillende testmotoren, dook er toch geen enkel flagrant gebrek op. Noch de kuilen, noch de rotsen, het oververhitten van de motorblokken of de geïmproviseerde free ride-sessies door Jonny Walker konden het vermoeden dat deze nieuwe TPI-modellen onder een gunstig gesternte zijn geboren, wegnemen.

U had het al begrepen, KTM verstevigt nogmaals z’n leiderschap in het off-roadsegment en heeft meteen ook een straat voorsprong op de concurrentie met deze nieuwe technologie. Die voorsprong zal de komende jaren nog doorwegen en vanaf juli staan de technologische verwezenlijkingen al op de showroomvloer. Wat de tarieven daarvan betreft, elke ontwikkeling heeft z’n prijs, de standaardversies zijn beschikbaar aan 8.930 Euro (9.930 Euro in NL) voor de 250 en aan 9.575 Euro (10.690 Euro in NL) voor de 300. Daarmee zitten de tweetakten nog steeds een stuk van de prijzen van het viertaktgamma af. Dat laatste evolueerde maar met mondjesmaat ten opzichte van het modeljaar 2017.

Voor de die-hards bouwt KTM, zoals ieder jaar, ook een beperkte serie 6 Days-modellen die uitgerust zijn met een flink aantal componenten uit de Power Parts-catalogus. De 6 Days-versie steekt in een rood/blauw/wit kleedje en dat ter gelegenheid van de ISDE die dit jaar in Frankrijk wordt betwist.

 

Tekst: Christophe Bertrand/MXMag.be/BJ

Foto’s: KTM