Published On: 27 juli 2017

Yentel Martens kreeg de afgelopen jaren meer dan zijn deel van pech te verwerken, en ook dit jaar zag hij noodgedwongen een groot deel van het seizoen aan zijn neus voor bij gaan. Na een aantal weken van stilte achtten wij de tijd rijp voor een babbel met deze sympathieke Lommelaar, en polsten we naar zijn plannen en ambities voor de toekomst.  

“Ik wist meteen dat het niet goed was”

 

Kun je ons nog even terug nemen naar de dag van het ongeval?
Yentel Martens: Het gebeurde allemaal toen ik tijdens de GP in Duitsland richting een springberg reed. Aangezien ik tijd probeerde goed te maken op mijn concurrenten kwam ik al iets harder dan normaal richting de berg aangereden. Op het moment dat ik probeerde aan te remmen voelde ik meteen dat ik door een steen die tussen mijn achterrempedaal was gekomen geen rem meer had, waardoor ik met een veel te hoge snelheid de lucht in werd gekatapulteerd. Ik wist meteen dat het niet goed was, en op het moment dat ik in de lucht hing probeerde ik zo goed als mogelijk mijn polsen te beschermen ervan uitgaande dat zij het wel eens zwaar te verduren zouden kunnen krijgen. Maar bij het neerkomen bleek uiteindelijk dat het juist niet mijn polsen, maar wel mijn been was dat het grootste deel van de klapte incasseren kreeg. Meteen wist ik dat er iets gebroken was.

Je wist dus eigenlijk al dat het ernstig was?
Yentel Martens: Ja ik wist meteen dat mijn seizoen waar ik de hele winter hard voor getraind had voorbij was. In eerste instantie dacht ik eigenlijk dat ik mijn enkel gebroken had, maar uiteindelijk na het maken van de nodige foto’s bleek het dan uiteindelijk toch mijn scheenbeen te zijn. We zijn dan ook onmiddellijk naar Herentals gereden, waar ik zondag morgen meteen werd geopereerd.

“In het begin vroeg mij daarom ook wel af waarom ik dit eigenlijk nog allemaal doe”

Wat ging er door je heen toen je het verdict te horen kreeg?
Yentel Martens: Dat is natuurlijk een verschrikkelijk gevoel, want ik ging op dat moment vol voor de titel in het EMX300 maar ook in het kampioenschap van de Dutch masters stond ik op een mooie vierde plaats, en in  BK had ik zelfs de leiding in handen. En plots ben je op een fractie van een seconde dat allemaal kwijt. Maar motocross is nu eenmaal ook gewoon een risicosport, dus zulke dingen kunnen gebeuren. Het geen dat mij momenteel eigenlijk het meest dwarszit is dat het al het derde jaar oprij is dat ik geblesseerd uitval. In het begin vroeg mij daarom ook wel af waarom ik dit eigenlijk nog allemaal doe, maar die knop wist ik eigenlijk wel vrij snel weer om te draaien.

Hoe is je revalidatie verlopen?
Yentel Martens: Meteen na de operatie had ik besloten om niet bij de pakken te blijven zitten, en ben ik eigenlijk meteen weer aan de slag gegaan om op het einde van het seizoen weer klaar te zijn voor de strandraces. Ik had ook ondanks dat ik na mijn operatie 7 weken met krukken moest lopen al na twee weken aan mijn trainer (Joel Roelants) gevraagd om mij toch weer opnieuw trainingsschema’s te maken. Ik ben toen na twee weken gips zelfs al opnieuw begonnen met fietsen, en voor de rest zat ik dan ook nog voornamelijk bij de kinesist om ervoor te zorgen dat mijn enkel en dergelijke goed soepel bleven. Ik was en ben dan ook heel erg gemotiveerd om op het einde van het seizoen weer top fit te zijn voor de strandraces.

 

Zijn er dingen die je nu je niet kan rijden doet die je anders niet kan doen?
Yentel Martens: Nee, ik ben eigenlijk gewoon blijven doen zoals ik daarvoor ook altijd al deed fietsen, trainen in de fitness en naar de kinesist. Wat bijvoorbeeld wel spijtig was dat toen de mannen van het team gingen  jetskiën ik wel mee ging , maar ik kon natuurlijk niet zelf jetskiën. Dus ik heb eigenlijk voornamelijk dingen niet kunnen doen, wat natuurlijk normaal is als je geblesseerd bent.

Het EMX300 kampioenschap zit de laatste jaren wel enorm in de lift, heb jij een verklaring waarom dit kampioenschap zo aanslaat?
Yentel Martens: Het is zeker een mooie klasse geworden met piloten als Mike Kras, Brad Anderson,… en ik denk dat iedereen ook gewoon graag  tweetakten aan het werk ziet. Ook is het minder kostelijk op het gebied van inschrijving en dergelijke, en het is misschien voor sommige piloten ook net iets makkelijker om zich te kwalificeren in deze klasse dan in andere classes.

“Ik wil niet blijven hangen”

Gaan we jouw volgend seizoen weer opnieuw een gooi zien doen naar de titel?
Yentel Martens: Nee sowieso niet! Dat is een beslissing die al genomen is. Ik heb het drie jaar geprobeerd, en helaas is het ook om willen van blessures niet gelukt om kampioen te worden. Ook wil ik niet in het EMX blijven hangen, en wil ik proberen om weer hogerop te geraken. Daarom ook ga ik volgend seizoen weer proberen om een aantal GP’s te rijden, en wie weet ooit weer een volledig GP seizoen.

heb je verder eigenlijk  nog plannen voor het lopende seizoen?
Yentel Martens: Normaal gezien rij ik op de Keiheuvel weer opnieuw mijn eerste wedstrijd. Ik heb die wedstrijd eigenlijk al 3 jaar gemist dus dit jaar wil ik kost wat kost toch aan de start verschijnen. Voor de rest staan er enkel nog BK en heel misschien nog ONK wedstrijden op het programma, om toch met het nodige wedstrijdritme naar de strandraces toe te kunnen werken. Ook ga ik heel misschien als ik mijn niveau weer op tijd op pijl kan krijgen aan de start verschijnen tijdens de MXGP in Assen, met de hoop om daar opnieuw in de punten te kunnen rijden.

Tot slot als we je voor dit seizoen nog één dingen mogen toe wensen wat zou dat dan zijn?
Yentel Martens: Winnen in Le Touquet! En bij uitbreiding zoveel mogelijk strandraces winnen. Ik heb dat twee jaar geleden voor het eerst geprobeerd, en dat liep eigenlijk meteen al heel erg goed. Ik heb toen in dat jaar ook aan Le Touquet deelgenomen, en dat vond ik echt fantastisch! Het is niet echt cross, en dat maakt het ook iets helemaal anders dan bv hier in Lommel een GP komen rijden.  Voor mij is Le Touquet  één van de mooiste evenementen van het jaar, en ik weet dat wanneer er alles mee zit dat ik daar zeker moet kunnen winnen.

 

Tekst en foto’s: Dieter Jans