Hoe belangrijk is in het moderne motocross de start? Als we Jeff Emig, Grant Langston, Paul Malin en andere commentatoren mogen geloven, is dit meteen het sleutelmoment om een succesvol resultaat neer te zetten.
Toegegeven de start is de enige moment en plaats waar je alle concurrenten in één klap achter kunt laten. Wie goed kan starten moet dus beschikken over een mooi voordeel. Of dat is toch wat wordt vermoed. Op zoek naar harde cijfers nam m’n broer de MXGP en MX2 wedstrijdbeelden uit 2019 erbij en een notitieboekje.
Daarna stuurde hij de cijfers door en puurden we er onderstaande statistieken uit. We gingen op zoek naar verschillende cijfers. De eerste statistiek was als volgt: wie rijdt er na 30 seconden aan de leiding in de wedstrijd? En waar finisht deze piloot uiteindelijk in deze wedstrijd? Kortom wat levert een kopstart je op. Het tweede cijfer waarnaar we op zoek gingen was: zijn grote inhaalraces nog van deze tijd. Kortom kan je nog winnen als je niet in de top tien start?
In 2019 kregen we in de MX2 een verbluffend sterke Jorge Prado te zien. Hierdoor zagen we hem 25 keer als leider voorbij komen na slechts 30 seconden wedstrijd. De Spanjaard startte met andere woorden steevast erg sterk en gaf het daarna zelden of nooit uit handen. De enige keer dat Jorge Prado het na een sterke start uit handen gaf, was tijdens de Grand Prix van Frankrijk, waarin de Belg Jago Geerts de eerste manche van de Spanjaard afsnoepte. In deze manche reed Geerts na 30 seconden wedstrijd (ons meetpunt voor een kopstart) op de vijfde plaats.
Door vanop deze vijfde plaats naar de overwinning te rijden, liet Jago Geerts één van de sterkere inhaalraces van 2019 in de MX2 klasse optekenen! Alleen Calvin Vlaanderen, die vanop de zesde plaats kwam om de tweede manche in Zweden te winnen, en Jorge Prado, die vanop de negende plaats naar voor kwam gestormd om de eerste heat in Rusland te winnen deden nog sterker. Het toont meteen aan hoe belangrijk de start is. Door verschillende factoren. Een uiterst competitief deelnemersveld en moeilijke parcours om voorbij te gaan, zorgen ervoor dat inhaalraces geen evidentie zijn. Door de uiterst dominante Jorge Prado -maar ook door die verschillende factoren- was de gemiddelde plaats na 30 seconde voor de reekswinnaar in de MX2 klasse: 1,81, anders gezegd: in de top twee dus. Het is alvast een tip voor wie Jorge Prado wil opvolgen als wereldkampioen in de MX2 klasse.
Een kopstart levert naast overwinningen ook mooie en interessante uitslagen op. Zo ook voor o.a. Tom Vialle die na een kopstart nooit uit de top 5 wegzakte en zo vaak dikke punten scoorde in 2019. Een gelijkaardig verhaal bij Darian Sanayei die na kopstarts een zesde plaats in Rusland en een elfde plaats in Zweden behaalde. Twee resultaten die als uitschieters mogen gecatalogeerd worden in zijn zwak 2019. Daarnaast moet ook vermeld dat in de eerste manche van de GP van Imola de Amerikaan eveneens op weg leek naar een top tien notering na een flitsende start. Helaas voor Sanayei beslisten technische problemen enkele ronden van het einde daar anders over. De conclusie die we alvast kunnen maken is bijgevolg: als je in 2019 in de MX2 klasse na dertig seconden van de wedstrijd aan de leiding lag, behaalde je statistisch gezien gemiddeld een 2,78ste plaats. In mensentaal is dat dus gemiddeld genomen een de top drie finishte.
Een gelijkaardig, maar genuanceerder beeld.
Als we in de MXGP klasse kijken naar dezelfde statistieken krijgen we een gelijkaardig, maar een iets genuanceerder beeld. Dat is enerzijds te verklaren omdat we in de MXGP-klasse niet één dominerende factor zoals Jorge Prado hadden, een man die de wedstrijden echt van start tot finish naar zich toe wist te trekken.
Een vergelijking; Jorge Prado tikte in 2019 zo’n vijfentwintigmaal als eerste af na dertig seconden (ons meetpunt voor de kopstart) in de reeksen. Tim Gajser in de MXGP moest met zestien ‘kopstarts’ genoegen nemen.
Toch zien we ook dat in de MXGP de reeksoverwinningen zo’n veertien reeksen op de zesendertig naar de man van de kopstart gaat. Omgerekend is dat, afgerond, 39% van de tijd. Na enkele bochten aan de leiding van de wedstrijd zitten, is dus een enorm pluspunt als je wedstrijden wil winnen. Meer nog als je buiten de top vijf start is je kans om te winnen zelfs minimaal. Dit gebeurde slechts viermaal, of 11% van de manches, in het 2019 MXGP seizoen. De grootste inhaalrace stond trouwens ook op naam van Tim Gajser die in de GP van Frankrijk van plaats acht naar de overwinning reed.
Als je bovenstaande statistieken bekijkt, is het duidelijk dat, ondanks de kritiek van een niet altijd vol starthek, het niet simpel is om na een slechte start terug te keren naar voren. De aanwezige piloten zijn allen kampioenen en vechten voor hun plaatsje op het parcours en in de paddock. Om te kunnen meespelen om de reekszege moest je dan ook gemiddeld rond plaats: 2,39 of afgerond in de top twee zitten na de eerste dertig seconden.
Maar wat als je de kopstart had genomen en niet wist te winnen? Wat leverde die koppositie na de eerste bochten dan op? Het antwoord is simpel: Een top tien plaats. Van Lieber, Cairoli, Tonus, Desalle tot Coldenhoff en Seewer wie in leidende positie zat na dertig seconden finishte meteen ook in de top tien. In de statistiek ziet u twee uitzonderingen in de GP van Zweden. Deze zijn Jeffrey Herlings in de eerste manche, door een crash en Romain Febvre in de tweede manche idem door een crash en helaas ook blessure voor de Fransman. Met deze twee resultaten meegeteld leverde een kopstart gemiddeld een 3,64ste plaats op oftewel een vierde plek. Met deze twee DNF-resultaten eruit gefilterd komen we op het hogere resultaat van 2,35 oftewel de een plaatsje in de top twee.
We hebben voor u nu enkel gegevens ontleed van 2019, er zijn echter piloten die hun carrière (deels) opbouwde rond hun sterke start zoals Mike Brown en Steve Boniface. Beide haalde in hun nadagen nog heel wat punten binnen voor CAS Honda en dat met voornamelijk snel te starten en dan in te zakken. We denken eveneens aan Mike Alessi, Jonathan Barragan en Max Nagl. Dit drietal reed soms anoniem rond in wedstrijden, maar als ze vroeg in de wedstrijd aan de leiding kwamen, zag je hen niet meer terug.
Beter starten dan je titelconcurrenten geeft piloten een immens voordeel, of concurrenten een immens nadeel. In de jaren waarin Antonio Cairoli en Clément Desalle om zeges en titels vochten, legde de Italiaan in de starts al meteen druk bij de Belg. Het zorgde ook voor het verschil in het titelduel tussen Stefan Everts en Greg Albertyn in 1993.
De conclusie die we dus maken, is dat de start enorm belangrijk is.
Tekst en Statistieken: Matthias & Frederik Van Eeckhoven