Toen Shaun Simpson vorig jaar aankondigde z’n eigen team te beginnen, werd hier en daar sceptisch gereageerd. Wat kan je nog verwachten van een 32-jarige veteraan? Zeker als hij ook nog eens alles zelf moet doen? De viervoudige GP winnaar zette echter door. Zijn SS24 KTM MXGP team werd realiteit en in de eerste 2 MXGP rondes toonde Simpson dat hij nog steeds de snelheid heeft.
Alles al gezien, alles al meegemaakt. Fabrieksrijder voor KTM en TM, twee jaar voor het Wilvo Yamaha MXGP alvorens hij vorig jaar een stap terugzette met het Britse RFX KTM privé-team. Toch is Shaun nog steeds gek van sport. Met de glimlach stroopte de jonge vader de mouwen op en ging aan de slag. Zijn P5 in de kwalificatierace en een 4de plek tijdens de 2de manche in Valkenswaard opende dan ook heel wat ogen. Eerste conclusie: hij kan het nog. Tweede conclusie: je hebt geen fabrieksmotor of mega-trailer nodig om de strijd aan te gaan met fabrieksrijders.
Proficiat met jouw knappe prestatie in de GP van Nederland. Stond je daar zelf van te kijken?
Shaun Simpson: “Bedankt! Ik denk dat ik gewoon moet pakken wat er te pakken valt. Persoonlijk ben ik er van overtuigd dat ik een top-10 rijder ben. Een top-5 is gewoon heel goed voor mij, maar naar gelang de omstandigheden mag je soms op meer hopen. Mijn snelheid was vergelijkbaar met die van verschillende fabrieksrijders. Anderzijds is Valkenswaard gewoon één van mijn banen en ook de omstandigheden speelden in mijn voordeel. Dat wil zeker niet zeggen dat ik overal even competitief zou zijn op gelijk welk materiaal. Het pakket dat we nu hebben werkt gewoon goed.”
Het is verbazingwekkend hoe sommige grote namen in de eerste races moesten strijden voor enkele schamele puntjes.
Simpson: “Ik denk dat we dit jaar gewoon élk weekend moeten vechten. Er zullen weekends zijn waar je in de clinch moet gaan voor de 15de of 17de plaats met Calvin Vlaanderen, Thomas Covington of Evgeny Bobryshev. Je moet gewoon alles geven wat je hebt, elke week. In Matterley Basin had ik kunnen opgeven in die eerste manche, ik lag 36ste in de eerste ronde na twee valpartijen maar ik bleef doorgaan. Ik bleef maar knokken en na 30 minuten plus 2 ronden was ik 18de. Tja oké, drie punten, wow! Maar als je elk weekend drie punten opgeeft, is dat 60 punten over het gehele kampioenschap. Het zijn die kleine dingen die sommige jonge kerels of sommige renners denken: ‘oké laat ons die reeks maar vergeten en we zetten alles op alles voor een goede tweede heat’. Maar je moet elke kleine druppel uit elke situatie persen. Als dat de kaarten zijn die je in de race krijgt toebedeeld moet het er mee doen. Doe gewoon elke week het beste wat je kan.”
We kunnen niet anders dan de actualiteit er bij te halen. Hoe kijk je tegen de Coronacrisis die inmiddels is uitgegroeid tot een wereldwijd fenomeen?
Simpson: “Het zijn zware tijden voor de motocrossgemeenschap en zowat iedereen in de wereld op dit moment. Wat de pauze in de kalender betreft, zullen er dingen duidelijk veranderen. Het Coronavirus heeft echt overal zijn tol geëist. Wat betreft de maatregelen om COVID-19 in te dijken lijkt het Verenigd Koninkrijk een paar weken achter te lopen op Italië wat betreft lock-down, ‘social distancing’ en dat soort dingen. Om eerlijk te zijn, hield ik me al een paar dagen gedeisd wat betreft sociaal contact. Ik voelde me zelf niet 100%, ik zeg niet dat het coronavirus was, maar ik had niet het gevoel dat ik kiplekker was. Voor iedereen denk ik dat het best is om huis te blijven en te zien hoe het gaat. Rijden zit er nu sowieso niet in. Op dit moment ziet het er naar uit dat we de komende maanden GP’s rijden. Ook de Britse kalender zal zeker overhoop gehaald worden.”
De afgelopen winter bracht veel extra-sportieve beslommeringen met zich mee voor jou. Als professioneel sporter heb je al genoeg aan je hoofd om te presteren. Ik kan me inbeelden dat zoiets voor stress zorgt.
Simpson: “Het is niet stressvol geweest, maar ik heb het druk gehad, echt druk. Er zijn bepaalde dingen waar niemand echt mee kan helpen, behalve ikzelf. Ik moet het uiteindelijk waar maken… Met de sponsors praten, het geld vinden, selecteren welke sponsors ik wil, welk onderdelen ik op de motor wil hebben. Om eerlijk te zijn was het een lange weg, de technische partners kwamen vrij snel, maar de persoonlijke sponsors die voor budget zorgen duurden lang. Ik ben blij met waar ik nu sta. Al heb ik nog steeds een beetje te weinig budget. Daarom ben ik nog steeds op zoek naar sponsors om er bij te komen. Maar resultaten zoals die in Valkenwaard kunnen uiteraard geen kwaad!”
Los van het feit dat je er sportief nog steeds staat, dwing je respect af door deze uitdaging überhaupt aan te gaan. Een eigen GP team beginnen, is veel lastiger dan het lijkt.
Simpson: “Ik kan naar niemand toe gaan en het verkopen. Ze moeten net zo goed in mij geloven als ikzelf. De stickers op de backdrops, de logo’s op mijn bus en de luifel, de merken die je op de motor ziet. Allemaal geloven ze net zoveel in mij als ikzelf. Dat betekent dat we allemaal hetzelfde doel nastreven. Niemand is hier op gesprongen voor snel succes. Sponsors springen bij hoe en wanneer ze kunnen. Bijvoorbeeld bij het opbouwen van mijn structuur op vrijdag of zaterdag. Ik heb een WhatsApp groep waar ik iedereen op de hoogte hou. Toen ik ze na de kwalificaties stuurde dat ik vijfde eindigde, was iedereen is in de wolken. Het is niet iets dat ver weg is, iedereen is super betrokken. Mijn team heeft een familiegevoel en op dit moment is het gevoel dat ik naast de motor heb fantastisch. En dat is te zien op de baan.”
Heb je er wat van gemerkt dat potentiële sponsors toch terughoudend waren om in zee te gaan met een oudere rijder, in principe op de terugweg.
Simpson: “Sommige mensen wilden inderdaad liever niet met mij in zee gaan. Maar ik kende de mensen die ik kon contacteren en de mensen waarop ik niet hoefde te rekenen. Dat was snel duidelijk. Het is wel interessant om te zien dat sommige mensen nu in mijn richting kijken en beginnen te denken: ‘Hij komt toch een beetje dichterbij die fabrieksmotoren.’ Nu Valkenswaard was pas de tweede ronde. Het wordt een lang seizoen, maar de start was goed.”
Een vraag die iedereen zich nu al stelt: hoe zal de nasleep van de coronacrisis zich laten voelen op economisch vlak?
Simpson: “Ik heb geen idee. Door het runnen van mijn eigen team zou je kunnen zeggen dat ik in een betere of slechtere situatie zit dan sommige andere jongens die een contract krijgen van een team en maandelijks betaald worden. Ik denk dat ze in een situatie terechtkomen waarin ze misschien niet betaald worden omdat ze niet aan het racen zijn. Het wordt een vreemde tijd. Ik hoop alleen dat mijn persoonlijke sponsors -ik heb hierover nog niet met ze gesproken- nog steeds aan boord zijn zodra we klaar zijn om weer te gaan rijden. Er zijn veel vraagtekens bij contracten, contractvernieuwingen, het 2021 seizoen en wanneer dat begint… Als de GP’s omstreeks dezelfde tijd beginnen als dit jaar geeft het ons absoluut geen mogelijkheden om ons voor te bereiden voor volgend jaar. Daardoor zou een burn-out wel eens een belangrijke factor kunnen worden. Het zal interessant zijn om te zien wie het meeste werk kan doen in deze mid-seizoens break -of hoe je het ook wilt noemen- en om te zien wie er weer in goede vorm kan terugkomen.”
Voorheen, ondermeer bij KTM UK, bestierde je ook al veel van jouw eigen programma met de hulp van jouw pa. Dat moet vast een houvast hebben gegeven toen je aan dit avontuur begon?
Simpson: “Natuurlijk, technisch gezien hadden we een heel goed idee van waar we wilden zijn. Dat pakketje samen te stellen, is natuurlijk een andere zaak. Het KTM SX450F chassis is sinds 2015/2016 veranderd, de motor is veranderd en de MXGP-klasse is veranderd. Zo moeten we voor de start op zoek naar veel meer pk’s dan voorheen. Je hebt echt een goede start nodig en dat hebben we tot nu toe nog niet onder de knie. Ik heb het gevoel dat ik nog niet ben waar ik moet zijn met de motor. Als je die extra PK’s hebt dan moet je het 30 minuten kunnen volhouden. Ja, we hebben al veel gewerkt en ik ben ik er erg kieskeurig over. Het heeft me dus al veel slapeloze nachten en late nachten samen met mijn vader opgeleverd. We blijven ook zoeken samen met Volleberg Motorsport in Nederland. Ook John (red. Volleberg) is er al flink mee bezig geweest. Qua vering had ik het geluk dat we de laatste races van 2019 alles vrij goed op de rit hadden. Dat hebben we iets aangepast en sindsdien hebben de vering al een paar weken niet meer aangeraakt. Daar ben ik dus best blij mee. We proberen gewoon te doen wat we kunnen met de beperkte middelen die we hebben.”
Het lijkt alsof je veel bezig bent geweest met de techniek?
Simpson: “Op zich is motorcross echt geen technische sport. Het kan heel technisch gemaakt worden. Kijk maar naar HRC bijvoorbeeld en laptops en elektronica, maar het is motorcross. We moeten voor ogen houden dat het een mechanische sport is met vering, motor, stuur en wielen en we gaan door veel modder rijden! Hou het dus simpel. Wat zijn de prioriteiten? Werk daar aan, dan volgt de rest. Veel mensen steken zoveel moeite in hoe de dingen eruit zien en hoe ‘bling’ ze zijn. Eens we de racemotor éénmaal op orde hebben, halen we hem niet meer elke week uit elkaar, dat doen we niet. We houden het pakket gewoon goed, elke drie tot vier weken nemen we een nieuwe motor en beginnen we opnieuw.”
Je stond ook aan de andere kant. Vroeger heb je zelf met fabrieksmotoren gereden waardoor je goed kan vergelijken. Moet er technische regels komen die de verschillen tussen de privé-teams en fabrieksteams beperken? Het zou het voor meer gelijke kansen kunnen zorgen.
Simpson: “Dat vind ik niet nodig. Ik vond mijn fabrieksmotoren soms niet leuk omdat ze zo anders waren dan wat ik door de week reed! Die trainingsmotoren waren wat ouder en wat meer gebruikt. Dat gevoel, met iets meer uren erop vond ik net prettig. Dan spring je op de racemotor en alles is gloednieuw. De monteurs houden ervan om steeds met nieuwe onderdelen te komen. Het zadel voelt plots hard en de handvatten zijn nieuw… Als je daar op kunt trainen, geweldig. Maar als je daar niet op kunt trainen voelt het plots heel anders aan! Idem voor de vering die stijf is omdat het niet hetzelfde is als je trainingsmateriaal dat 25 uur oud is. Dat geeft een raar gevoel. Ik had het er al over met jonge rijders die mijn indrukken bevestigen. Ze kwamen op de eerste GP en hun motor voelt totaal anders aan dan wat ze op training gewoon zijn. We hebben in Spanje al een paar uur op deze motor gezet om er zeker van te zijn dat hij klaar was toen we naar Matterley gingen. Ik ben blij waar ik ben, ik zou dit nu niet inruilen voor een plaats in een fabrieksteam.”
Hoe ga je als sportman om met deze pauze in de kalender?
Simpson: “Het is erg vreemd om op dit punt van het jaar te zijn en niet te rijden. Maar we kunnen ons alleen maar aanpassen en instellen op soort van B-plan, een C- en D-plan. We zijn ons ervan bewust dat het seizoen lang en langer zal duren dan normaal, tot in november. Het is duidelijk iets wat we helemaal niet gewend zijn. Ik heb in oktober en november hier en daar wel eens uitzonderlijk een race gereden, maar omdat het seizoen nu zo lang zal duren, is een situatie waarin we ons allemaal moeten zien te redden. Op dit moment is het gewoon het onbekende dat het vervelendst is, we kunnen nu echt niet plannen. We kunnen niet plannen wanneer we moeten pieken, wanneer we terug moeten rijden… Ook van de aangepaste kalender zijn we niet 100% zeker van. Omstandigheden zouden nog steeds kunnen veranderen. Veel anders dan fysiek aan de slag te blijven en de ontwikkelingen volgen, zit er niet in. Hopelijk kunnen we eerder vroeg dan laat weer rijden… Al is ieders veiligheid als we weer beginnen natuurlijk van het grootste belang. Ja de onduidelijkheid overheerst op dit moment maar zoals altijd weet ik zeker dat we er allemaal door komen. Dit zal iets zijn waar we in de toekomst nog over zullen praten! In mijn generatie is zoiets sowieso nog niet gebeurd, we moeten er dus gewoon het beste van maken!”
Tekst: Tom Jacobs/ Andy McKinstry
Foto’s: shotbyBavo, Gino Maes, Niek Fotografie