Wij schreven al eerder dat de 500cc tweetakt hot is. Het lijkt bijna een lustobject want het ene na het andere project verschijnt op het net. Wij zijn daar erg blij mee en zeker met onderstaand werk van lange adem. Deze KX500 kreeg een “reconversie” die perfect onder de noemer kunst mag worden geselecteerd.
Het idee komt uit het brein van W. Robert Ransom. Als driejarige kwam hij voor het eerst in aanraking met motorcross en het zou hem nooit meer los laten. Nu is hij op een leeftijd gekomen dat hij eigenaar kan zijn van zijn droommotor. Hij is 39 maar heeft duidelijk een meer speciale visie over wat een droommotor dan wel moet zijn. Alleszins is het geen die zo uit de winkel komt.
Hij besloot een Kawasaki KX500 met een aluminium frame te bouwen, en dat deed hij door twee jaar aan het project te besteden. In die tijd maakte hij zijn eigen subframe, brandstoftank en uitlaatsysteem in titanium. Het resultaat is waarschijnlijk de meest speciale en tot de verbeelding sprekende KX500 die ooit is gebouwd.
De overgrote meerderheid van de 500cc motorcrossers waren vele jaren fan van de motorkarakteristieken van de KX500. Helaas heeft het oorspronkelijke stalen frame niet de rijeigenschappen van een motor met een modern aluminium frame. Verenig de twee en je krijgt een heel speciale mix van brute power en een scherp sturende motor.
Het motorblok is een KX500 van het jaar 2000. Deze werd volledig opgebouwd van nul met bewerking van de poorten voor een betere flow. De koppeling werd vervangen door een aftermarketmodel van Rekluse. Als frame werd dit van een KX450F gebruikt uit 2009.
De afgelopen 15 jaar was W. Robert Ransom een ontwerper en fabrikant van custom straatmotoren. Hij heeft dingen gedaan zoals een Suzuki GSX-R1000 of een Kawasaki Ninja ZX-10R. Van het chassis, de vering, de wielen, de carrosserie, de uitlaat, het stuur en de brandstoftank, Ransom doet het allemaal.
Het loont ook de moeite om de juiste vrienden te hebben. Een voorbeeld: “Een maatje van mij had een 2015 KX450F en zijn motor was uit elkaar, dus ik liet hem zijn subframe overbrengen”, onthult Ransom. “Ik wist dat ik het subframe kon laten passen, maar ik moest uitzoeken hoeveel ik zou moeten veranderen om het te laten matchen met de 2016 plastics. Omdat er geen aanpassingen nodig waren, besloot ik het subframe van titanium te maken. Ik kocht een gloednieuw subframe, ik heb er een mal voor gemaakt en het titanium subframe gemaakt. Dat was het einde van het chassiswerk.”
Een blik op de handgemaakte titanium brandstoftank is genoeg om in extase te geraken. Ransom heeft de KX450F tank gerepliceerd en koos voor een slank design. De maestro van metaal verhoogde ook de bovenkant van de tank om de brandstofcapaciteit te compenseren die hij anders zou verliezen met het inbouwontwerp. Ook heeft hij de bodem van de tank verlaagd ten opzichte van de standaard KX450F tank, omdat de KX500 motor minder warmte afgeeft. Hierdoor kon Ransom de brandstofcapaciteit verhogen tot 9 liter, zonder dat het leek op een overmaatse tank.
Ook de uitlaat en demper zijn gemaakt van titanium. Het zijn los van elkaar gemaakte delen die bij elkaar werden gelast. Het geheel is een regelrecht kunstwerk geworden. Hij spendeerde ongeveer 300 uren aan de motor en dit in een tijdsbestek van 2 jaar. Deze motor heeft wellicht stukken van mensen gekost en is haast te mooi om over een crossbaan te jagen. Maar het laat zien wat er technisch allemaal mogelijk is. Alle getailleerde foto’s van de opbouw kan je zien op de Instagrampagina van Ransom.
Tekst: Danny Hermans en ProX
Foto: W. Robert Ransom
Ook volgend jaar zal de enige motorcrossklassieker die ons land nog rijk is plaats vinden.…
Slecht nieuws vandaag van de Belgische Sidecar Wereldkampioen Marvin Vanluchene. Door een een bacteriële infectie…
Ook in 2025 zal Tyla van de Poel uitkomen voor het De Baets MX Team-Yamaha.…
Roan Tolsma zal het komende seizoen gaan uitkomen op GasGas. De 18-jarige crosser zal daarbij…
Naast HEP Motorsports was BarX Motorsport het enige team in de USA op Suzuki motoren.…
Onze collega's van MXVintage deden in het verleden een dubbelinterview met Ivan Van Den Broeck…