Volgens planning was JM Honda Racing teammanager Jacky Martens net teruggekeerd van Saint-Jean d’Angély en zou hij nu de Italiaanse MXGP in Maggiora voorbereiden. In het corona-exit tijdperk richt de Lommelse ex-wereldkampioen zijn vizier echter op de herstart van het WK motorcross.
Hoe hebben jullie de voorbije weken doorgebracht?
Jacky Martens: “We hebben in ieder geval niet stilgezeten! Dan heb ik het vooral over mijn eigen rol. Eigenlijk was dit voor ons een tweede winterstop waarin we technisch de (laatste) puntjes op de i hebben gezet. Zoals bekend kregen we pas laat het licht op groen om onze intrede met een nieuw merk in een nieuwe klasse optimaal voor te bereiden. Die tijd hebben we nu goed gemaakt. De motoren zijn nu helemaal top, ook omdat we veel onderdelen in eigen beheer kunnen maken en meteen proberen op de testbank.”
Voor Julien Lieber die begin maart geopereerd werd aan de pols kwam deze break op een gunstig moment. Hoe gaat het nu met hem?
Martens: “Die operatie was toch té ingrijpend om van routine te spreken. De laatste weken viel Julien een beetje terug in zijn revalidatie omdat hij niet meer naar de kinesist mocht. Een spijtig neveneffect van de coronamalaise maar nu kan hij de draad weer opnemen qua fyiso. De plooibaarheid in het gewricht is wel goed maar de pols is nog niet stabiel genoeg. Dat zal dus nog even tijd vragen. Gelukkig staan we nog niet meteen weer achter het starthek. Al zal hij op de motor wel weer echt moeten opbouwen want zijn laatste MXGP dateert ondertussen van juni vorig jaar.”
Hoe gaat het met de twee andere rijders, Benoit Paturel en Artem Guryev?
Martens: “Goed, Guryev is ondertussen weer helemaal fit. Ook al konden ze niet rijden die hele periode toch zijn de rijders fysiek gewoon blijven verder trainen. Benoit kreeg een positieve boost door de eerste resultaten van zijn harde werk in de GP’s te zien. Hij is super gemotiveerd en de samenwerking met trainer Joël Roelants verloopt uitstekend. Voor Artem is deze periode een kans om sterker te worden en zich te concentreren op zijn werkpunten zonder de afgeleid te worden door reizen of wedstrijden. Eigenlijk is dat een unieke kans om beter te worden in een moeilijke situatie.”
De UCI bracht net een nieuwe najaarskalender uit, is er in de motorsport zicht op een nieuwe planning?
Martens: “Daar is het nog net iets te vroeg voor. Ik denk dat Infront Moto Racing ook heeft gemerkt dat we erg afhankelijk zijn van de evolutie van land tot land én dat het tegelijk om een zeer internationale aangelegenheid gaat met teams, rijders, leveranciers en ondersteunend personeel van over heel Europa. En niet te vergeten: er staan nog verschillende overzeese GP’s op de kalender. Persoonlijk zou ik gaan voor een kalender van begin september tot eind oktober. Langer doorgaan lijkt me erg moeilijk, gezien de duurtijd van contracten en de voorbereiding op het nieuwe seizoen.”
Heeft het team zelf deze periode gebruikt om verbeteringen aan te brengen naar aanleiding van de eerste GP’s?
Martens: “Sowieso, zoals ik al aangaf ontbrak het ons aan net dat beetje tijd om qua prestaties nog een stap vooruit te zetten. Dat is nu gebeurd. Daarnaast steek je nog altijd het meest op van competitie zelf. In Valkenswaard werd Paturel vijf plaatsen teruggezet na de kwalificatiemanche op zaterdag omdat zijn motor teveel decibels produceerde. Dat hadden we in geen jaren meegemaakt. In samenwerking met Honda en HGS Exhaust systems hebben we daar een oplossing voor gevonden. Alles staat nu op punt om 100% te kunnen presteren bovendien is Yentel (red. Martens) ook weer fit waardoor we extra input kunnen verzamelen voor testwerk.”
Wat betekent deze situatie voor de werking van het team?
Martens: “Ten eerste ben ik heel blij dat we met veel trouwe partners dit jaar de overstap maakten naar de MXGP. Alle sponsors blijven erg betrokken en zijn erg enthousiast. Anderzijds moet je erkennen dat zeker nu waanzinnig moeilijk wordt om nieuwe sponsors aan te trekken. Als team proberen we zoveel mogelijk waarde te genereren voor onze partners. We trekken volop de kaart van sociale media en zetten alle sponsors één voor één in de kijker met gepersonaliseerde video’s. Daar wordt uitstekend op gereageerd en ik denk dat het ons tot een uitzondering in de paddock maakt in deze tijden. Wij blijven verder werken!”
Het is duidelijk dat zelfs wat betreft trainen een uitdagend nieuw tijdperk is aangebroken. Dat zal van elke motorcrosser van amateur tot GP rijder aanpassingen vergen.
Martens: “Dat is zo. Iedereen zal moeten tonen dat hij of zij verantwoord om kan gaan met deze nieuwe situatie. Social distancing respecteren, ook op training. De rijder die voor een motortraining vertrekt met één begeleider… Iedereen zal discipline aan de dag moeten leggen om dit tot een goed einde te brengen. Voor de eerste GP zullen zowel de organisatie als de teams goed hun huiswerk moeten maken. Daar moet de crosswereld zich goed van bewust zijn. Handen schudden, kussen bij een begroeting, dat is voortaan allemaal uit den boze en mondmaskers zullen de nieuwe realiteit worden. Denk maar aan de pitbox waar je met een maximum aantal personen mag staan. Of andere praktische zaken: de aankomst van een rijder die wint of het podium haalt en enthousiast wordt onthaald, het overhandigen van een beker…
Is er overleg over hoe het nu verder moet na deze periode?
Martens: “Tussen de teams onderling wordt daarover wel gesproken. Dat is niet meer dan logisch. Deze crisis treft immers alles en iedereen: elk land, elk werelddeel en elke sector. Ook teams met grote budgetten of vermogende eigenaars ontsnappen niet aan de gevolgen van de coronacrisis. Ik denk dat het héél erg moeilijk is om verder te gaan alsof er niets aan de hand is. Zoals elke sport zal ook MXGP moeten nadenken over hoe het kleinschaliger en met minder budget kan. Jarenlang is er een wedloop geweest naar méér en groter. Méér professionalisme, meer teamleden, meer uitstraling… Het wordt tijd om daar op een kritische manier naar te kijken.”
Op welke manier zouden de kosten teruggeschroefd kunnen worden?
Martens: “Het aantal GP’s en vooral de overzeese races zijn een cruciale factor in het totale kostenplaatje. Voor de kostprijs van één overzeese GP werken wij als team vier Europese GP’s af. Tien jaar geleden stonden er twee overzeese wedstrijden op de kalender. Nu zijn er dat vier plus twee wedstrijden buiten de Schengen zone: Rusland en Turkije. Een one-bike rule zou ook zinnig zijn. Door zo’n one-bike rule krijgen fabrikanten de mogelijkheid om te tonen hoe betrouwbaar hun motoren zijn. Daarnaast denk ik aan het terugbrengen van het aantal teamleden waardoor de loonkost zakt. Met twee monteurs per rijder en een coördinator kom je al heel ver. Ten minste als de kalender dat toelaat. Zo zorgt de logistiek ronde de overzeese GP’s nu voor enorm veel extra belasting. Een goed georganiseerd team als het onze kan dat nog bolwerken voor kleinere teams is dat haast onhaalbaar.”
Discussies over kostenbesparingen woeden tegenwoordig in elke sport of het nu Formule1, MotoGP, voetbal of wielrennen is. Volg je dat?
Martens: “Zijdelings, de situatie in motorcross is dan ook helemaal onvergelijkbaar met die in grote sporten. MotoGP promotor Dorna ondersteunt in deze tijden de teams financieel, zonder grote TV-inkomsten is dat onmogelijk in het WK motorcross. Dat is begrijpelijk, maar net zoals in het wielrennen zijn wij als teams compleet afhankelijk van sponsoring. Daarom zal er veel moeten veranderen. Op zich hebben we met motorcross echter een fantastisch product. De voorbije jaren werd hard gewerkt om alles naar een heel hoog niveau te tillen. Zelfs als we noodgedwongen een stapje terug moeten zetten, heb ik het volste vertrouwen in de toekomst.”
Foto’s: shobyBavo, CDS, MX July