Dit jaar hebben 27 avonturiers zich ingeschreven voor de race zonder hulp, een uitdaging waarbij ze zelf moeten zorgen voor het onderhoud en de reparatie van hun motoren. Deze bikkels gaan lange dagen en lange nachten tegemoet en houden het vuur van onderlinge steun brandend in de Dakar. Eentje van die harde jongens is een Belg: Jérôme Martiny.
In het hart van het bivak is er een gedeelte waar rijders druppelsgewijs arriveren en dat tot diep in de nacht open blijft voor de motorrijders die als de dappersten van de Dakar worden omschreven. Deze motorrijders offeren hun slaap en rust op om elke ochtend weer klaar te staan voor een nieuwe etappe.
Dat betekent dat ze voor alles zelf moeten zorgen en vooral veel moeten sleutelen aan de motoren. Wanneer er geen grote problemen optreden zou het nog kunnen meevallen maar bij grote technische mankementen gaat je nachtrust er aan en die heb je echt wel nodig om de Dakar te overleven.
Onder de kandidaten voor de trofee bevinden zich de Belg Jérôme Martiny, die twee keer dicht bij de top 30 is geweest en op zoek is naar een nieuwe uitdaging zonder assistentie. Ook de Sloveen Simon Marčič, die als doorgewinterde veteraan aan zijn tiende Dakar begint, en de Tsjech David Pabiška, die aan zijn vijftiende start deelneemt (zesendertigste in 2023) gaan de uitdaging aan.
Alle ogen zijn ook gericht op twee nieuwkomers die voor hun vuurdoop al echte vlagen van talent hebben laten zien, misschien vanwege hun familie-erfenis: de Oostenrijker Tobias Ebster, de neef van voormalig kampioen Heinz Kinigardner, en de Italiaan Gioele Meoni, de zoon van tweevoudig winnaar Fabrizio Meoni.
De Dakar rally start nu vrijdag 5 januari met een korte proloog in Alula. Je kan elke dag een verslag lezen van elke etappe met extra aandacht voor onze landgenoten Jérôme Martiny, Joris Van Dyck, Pierre Saeys en Gwen Backx.
Foto: Dakar.com en Jérôme Martiny