Published On: 29 mei 2024

Glenn Coldenhoff is een van de meest consistente MX-rijders ter wereld. Niet onze woorden, maar volgens de statistieken. “The Hoff ” eindigde in negen seizoenen MXGP nooit buiten de top-10. Zijn werkethos en oog voor detail zijn legendarisch. We spraken Glenn op een kritiek moment in het seizoen. De Fantic-fabrieksrijder is erop gebrand om terug te komen, te beginnen dit weekend tijdens de Duitse GP in Teutschenthal.

Coldenhoff sloot 2023 sterk af als vierde in de eindstand van het WK motorcross. De sympathieke Brabander liet zich opmerken met een sterk voorseizoen waarin hij Hawkstone Park won. Toch had Glenn het lastig  om zijn beste niveau te halen tijdens de eerste WK-rondes.


Hoe kijk je terug op de eerste zeven GP’s van het seizoen?
Glenn Coldenhoff:
“Op dit moment gaat het niet zoals ik wil. Er zijn een paar dingetjes die ik probeer op te lossen. Ik was erop gebrand om de laatste drie races de kentering in te zetten, want die opeenvolgende GP’s kunnen je echt in een positive flow brengen. De GP van Spanje was best oké, maar Portugal en Frankrijk waren gewoon slecht. Ik finishte wel als vierde in Agueda, maar je houdt een nare nasmaak over als het algemene resultaat ondermaats is. Nu gaan we er weer tegenaan met nog drie GP’s achter elkaar. Ik ben erg gemotiveerd om mijn beste vorm te halen. We blijven knokken en normaal gesproken wordt hard werken altijd beloond!”

Interessant dat je deze ‘blokken van drie races’ vernoemt. Beïnvloeden die opeenvolgende Grote Prijzen elkaar mentaal méér omdat er weinig tijd tussen zit om je aan te passen?
Coldenhoff:
“Het is meer een praktische kwestie. Met maar een paar dagen ertussen kun je niet veel doen om te verbeteren. Een deel van je tijd gaat op aan reizen, een ander deel aan herstel. Dan blijven er één en eerder bij uitzondering twee fietstrainingen over. Daarom was de tijd die we na Frankrijk hadden zo belangrijk om er optimaal gebruik van te maken. Maar ik ben optimistisch voor de volgende GP’s.”

Roan van de Moosdijk, een MXGP rookie dit seizoen, werd al vroeg vervangen door Brian Bogers. Had dat invloed op de dynamiek van het team? Maakt het n’ verschil om iemand met meer ervaring naast je te hebben als teamgenoot?
Coldenhoff:
“Niet echt, het is niet per se een betere situatie voor mij. Ik had een goede relatie met Roan en de afstelling van zijn motor en die van Brian lijken erg op elkaar. Als je een teamgenoot hebt, kun je informatie delen, ongeacht wie dat is. Maar naast de motor kan ik het ook goed vinden met Brian. We kennen elkaar natuurlijk al heel lang. Hij is een goede kerel, leuk om mee om te gaan. Dus ja, ik ben blij om ‘m in het team te hebben.”

Tot vorig jaar was Kevin Strijbos coach  van Romain Febvre. Sinds dit jaar werk je met hem samen. Hoe gaat dat?
Coldenhoff:
“Heel positief. Ik ben enthousiast over de samenwerking met Kevin. Hij helpt me met ongeveer alles op het gebied van voorbereiding. We delen dezelfde visie over hoe je fit kunt worden als motorcrosser. Kevin heeft zoveel ervaring, dus dat is natuurlijk leuk om te gebruiken. Daarnaast heeft hij veel kennis over de afstelling van de motor enzovoort. Ik stel hem alle vragen die ik probeer uit te zoeken. Kevin heeft al zo’n lange carrière achter de rug als renner op hoog niveau en dat maakt hem tot een zeer waardevolle bron.”


Van John Van Den Berk over Harry Everts tot Joël Smets, Ryan Hughes, Kenny Vandueren, Bart Nelissen en nog een paar anderen. Je hebt door de jaren met veel interessante coaches en trainers gewerkt. Is er een evolutie geweest in hoe je met hen omgaat?
Coldenhoff:
“Ik denk dat ik altijd erg gemotiveerd en leergierig ben geweest. Ik sta open voor nieuwe manieren om me te verbeteren. Natuurlijk is mijn referentiekader geëvolueerd. Na al die jaren in de MXGP weet ik wat voor mij werkt en wat niet. Dat is waar ik het meestal over heb met Kevin. De kleine dingen die ik in mijn programma moet aanpassen: Naar welk circuit gaan we voor de motortraining? Moeten we in de sportschool het werk focusen op kracht of op explosiviteit? Hoe zit het met mijn fietsprogramma, maken we m’n trainingen langer of voegen we meer interval toe? Eén ding dat er wat mij betreft bovenuit steekt, is de focus op eenvoud. Je moet dingen in je trainingsprogramma niet te moeilijk maken. Gezond verstand gebruiken en hard werken worden beloond. Dat is eigenlijk de essentie.”

Sinds vorig jaar wegen de kwalificatieraces zwaarder door met WK punten voor de eerste tien rijders. Wat is de invloed van deze verandering op de manier van rijden in de MXGP?
Coldenhoff:
“Zelfs voor de introductie van het puntensysteem voor de kwalificaties was MXGP al explosiever geworden. In mijn eerste seizoenen draaide het allemaal om tempo behouden.  Goede starten, je ritme vinden en misschien als je conditie nog goed was nog eens pushen naar het einde toe. Nu is iedereen superfit en is het tempo vanaf de openingsronde meedogenloos. Tot de vlag valt. Er is geen ruimte voor een adempauze. Elke race, elke manche of het nu op zaterdag of zondag is, wordt op hoge intensiteit gestreden. Dat is een groot verschil met 3, 4 jaar geleden.”


Dit seizoen hebben veel fans de indruk dat er in de MX2 meer op het scherp van de snee wordt gereden. Ze hebben waarschijnlijk het gevoel dat MXGP-rijders minder op de limiet zitten vanwege de krachtigere motoren, de grotere risico’s en de extra ervaring van de rijders. Ben jij het daarmee eens?
Coldenhoff:
“Zo zie ik het niet. Alle rijders vooraan in de MXGP pushen, risico’s nemen hoort erbij. Meestal zijn de verschillen klein. Je hebt zo’n 4 koplopers met Gajser, Prado, Febvre en Herlings. Daarnaast is er een klein groepje waar ik normaal gesproken in thuis hoor. En je kan niet ontkennen dat rijdersfouten zwaardere gevolgen hebben op een 450-motor. Jorge (Prado) vertelde me vorige week dat hij bewust die sprong in Saint-Jean d’Angély waar Thibault Bénistant crashte, niet nam. Je hoeft er maar één keer goed af te gaan om geblesseerd te raken en je kans op een wereldtitel te verliezen. Dat is de realiteit. Daarom zijn MXGP-rijders waarschijnlijk iets berekender. Op een 450 kun je tot het uiterste gaan en wegkomen met één of twee waarschuwingen, maar als je blijft pushen weet je dat je de derde keer de prijs betaalt! En bij elke crash hoop je dat het meevalt.”

Je kwam het WK motorcross niet binnen als  wonderkind. Of iemand die een al een heleboel jeugd wereldtitels of  Europese titels op zak had. Jaar na jaar bleef je echter zwoegen om hogerop te komen. Waar ben je het meest trots op?
Coldenhoff:
“Dat ik het zover heb geschopt. Als kind had ik nooit het gevoel dat ik fabrieksrijder zou worden en GP’s zou winnen. Oké, ik had graag meer podiumplaatsen en meer GP-overwinningen behaald, maar we blijven doorgaan. Ik geniet er nog steeds van en heb plezier in het harde werk, maar ik moet toegeven dat een groot deel van het plezier komt door de resultaten. (grinnikt) Als je geen resultaten behaalt – zoals ik de laatste tijd – is het proces iets minder leuk! Maar dat maakt de uitdaging om terug te komen waar ik thuis hoor ook interessanter. Je moet erin blijven geloven en er 100% voor gaan.”

Je reed BMX voordat je overstapte op motorcross, in de voetsporen van je oudere broer Kay. Jouw buurjongens (red. Joey, Stuwey en Mitch Reijnders) en jouw oom reden ook al cross. Toch ben je geen tweede generatie motorcrosser zoals de meeste toppers vandaag de dag. Was dat een nadeel?

Coldenhoff: “Ik heb het nooit als een obstakel gezien. Maar de tijden zijn erg veranderd. Voordat ik begon aan het EK 85cc-kampioenschap was ik nog nooit op een hard pack-parcours geweest! Toen zijn we naar het buitenland gegaan om voor het eerst op hard pack te oefenen. Getalenteerde, jonge rijders zijn nu overal te vinden om op alle soorten terrein te trainen. Ik kom uit een heel normaal gezin, we waren niet superrijk dus we moesten het rustig aan doen. Het is zeker een lange reis geweest. Toch zou niets van dit alles zijn gebeurd zonder sponsors van buitenaf. Sommigen van hen, zoals Van de Wetering, hebben me vanaf de eerste dag gesteund. Ik ben super dankbaar voor dat soort trouwe steun.”

Je bent best goed op een BMX-fiets en Nederland heeft een grote traditie in BMX racing met rijders als Niek Kimmann, de zusjes Smulders, Jelle van Gorkom en vele anderen. Je had naar de Olympische Spelen kunnen gaan?

Coldenhoff: “Dat weet ik niet hoor! Ik heb twee jaar BMX gedaan. Het is een gave sport, maar ik vond het niet leuk dat je zo lang moest wachten om dan één rondje te kunnen fietsen. Dus tussen de races door gingen ik en mijn vrienden sprongen maken. Dat is wat ik altijd deed toen ik jong was. Toen ik BMX reed, gingen mijn ouders de ene dag met mij mee en de andere dag gingen we naar de cross met mijn broer. (lacht) Ik dacht dat ik het wat makkelijker zou maken door ook aan motorcross te doen! Met al die mensen om me heen die aan MX deden was dat logisch. En het werkte heel goed. Ik kreeg telkens de oude motor van mijn broer en we konden samen trainen.”

Wat staat er nog op je bucketlist na 15 jaar GP-racen?

Coldenhoff: “Ik zou graag mijn thuis-GP in Arnhem winnen. Ik heb twee keer het MXGP-podium in Assen gehaald. Om op de hoogste trede van het podium te staan, de fans te zien en het volkslied te horen is echt een kick. Ik heb ervaren wat het betekent om zo’n grote overwinning te delen tijdens de MX of Nations in Assen in 2019.  Lommel winnen blijft natuurlijk ook speciaal. Het is de zwaarste wedstrijd van het seizoen en een GP met een enorme geschiedenis dus dat spreekt voor zich. Ik ben er een paar keer dichtbij geweest in Lommel, maar die eindzege ontbreekt nog.”

Elke topcoureur krijgt zoveel meer aandacht, wordt zoveel opgeëist bij zijn of haar thuis-GP. En dan heb ik het nog niet eens over de extra druk om te presteren. Hoe ga je daarmee om?

Coldenhoff: “Klopt helemaal. Je wilt het nog steeds dat beetje meer als je voor je thuisfans racet. Je bent gretiger omdat er meer mensen speciaal voor jou komen. Ik rijd ook voor een Nederlands team… Dat alles maakt het een nog grotere gelegenheid om te shinen! Vraag maar aan Romain (Febvre) of Jorge (Prado). Zij wonnen al een wereldtitel en hebben veel GP overwinningen op hun naam staan, maar om op de hoogste trede te staan in je thuis-GP geeft zoveel voldoening. Presteren op zo’n moment is uniek.”


Naar wie keek je op toen je jonger was?
Coldenhoff:
“Aan het begin van mijn carrière was James Stewart een soort superheld. Zijn resultaten, zijn stijl of de beroemde helikopter videoshoot op zijn compound… Daar droomde je als kind van! James deed dingen anders en hij was een vernieuwer. Denk maar aan de “Bubba scrub” bijvoorbeeld. Dat alles maakt hem een van de allergrootsten in de motorcross. Natuurlijk zijn er rijders die meer hebben gewonnen, zoals Ricky Carmichael, Ryan Villopoto, Stefan Everts of Jeremy McGrath, maar Stewart deed dingen die niemand anders deed. Hij deed het met een zekere flair en nonchalance. Oké, hij had een paar mindere momenten onderweg, maar de hype rond hem was absoluut gerechtvaardigd.”

Stewart stopte met racen toen hij 30 was. Hoe lang wil je nog op het hoogste niveau doorgaan?
Coldenhoff:
“Ik heb altijd gezegd dat ik door wil gaan zolang ik mee kan, competitief ben en races kan winnen. Natuurlijk als ik het ook met plezier doe. Ondertussen ben ik 33, waardoor ik uiteraard dichter kom bij het einde van mijn carrière. Als er een ernstige blessure zou gebeuren -wat ik niet hoop- kan die beslissing om te stoppen ook voor jou genomen worden. In ieder geval heb ik een tweejarige overeenkomst met Fantic, dus ik denk dat de beslissing om door te gaan jaar per jaar wordt genomen. Misschien rijd ik nog twee seizoenen, misschien drie of misschien wordt 2025 mijn laatste. We zien het wel.”

Waar haal je het meest voldoening uit bij het rijden zelf?
Coldenhoff:
“Ik vind het leuk als het technisch is. Ik geef de voorkeur aan de meer old-school tracks mixed met veel sprongen. Daar beleef ik het meeste plezier aan. Banen die rechttoe rechtaan zijn, gewoon vol gas, vind ik net iets minder leuk. En natuurlijk krijg ik nog steeds een kick van wedstrijden in het zand. Vraag me niet waarom, maar ik vind het gewoon cool!”

Over zand gesproken, we gaan binnenkort naar Kegums (Letland).  Dat is een speciale plek in jouw carrière geweest, toch?
Coldenhoff:
“Zeker weten! Ik won daar in mijn eerste MXGP-seizoen én in 2020, dus het is al even geleden. (lachend) Het is hoog  tijd om er nog eentje aan toe te voegen zou ik zeggen.”


Sommige MXGP-circuits zijn in de loop der jaren behoorlijk veranderd. Dat is een groot verschil met de MotoGP, waar de veranderingen van jaar tot jaar minimaal zijn. Buitenstaanders realiseren zich niet hoezeer sommige van deze circuits in de loop der tijd zijn gewijzigd
Coldenhoff: “Klopt.  Lommel is daar een goed voorbeeld van. Ze hebben nieuw zand aangevoerd dat zich niet perfect heeft vermengd. Dat is iets wat je meer merkt op training, gelukkig is het circuit prima geprepareerd voor een GP-weekend. Uiteindelijk valt het dus wel mee. Een ander voorbeeld is Teutschenthal. In de loop der jaren zijn er andere soorten ondergrond bij gekomen. Dat soort van veranderingen houden je wél scherp! In Kegums werd de rijrichting van de baan dan weer omgegooid. Elke keer als er iets veranderd wordt aan een baan moeten we maar afwachten hoe het uitpakt.”

Overleg met de MXGP rijders over baan en de veiligheid is en blijft een veelbesproken onderwerp. Als ervaren rot, iemand die wordt gerespecteerd en duidelijk is in zijn mening, zou jij goed geplaatst  zijn om als vertegenwoordiger van de rijders?
Coldenhoff:
“Ik denk niet dat het een rol is die me genoeg voldoening zou geven. Er zijn ook altijd GP’s waar de emoties hoog oplopen: gele vlag-situaties, gevaarlijke punten op de baan… Het is natuurlijk een heel lastige taak om de omstandigheden op hun best te houden met alle races die er tijdens een GP weekend plaatsvinden. Met 4 of 5 klassen is er er gewoon weinig tijd om aan het circuit te werken. Dat is een uitdaging voor iedereen, voor de FIM, voor Infront, voor de rijders. Kijk naar de modder in Portugal en Frankrijk. Wat  kan je eigenlijk nog bij werken tussen de manches door? Niet veel, zeker als het circuit al zoveel heeft geleden.”


Je hebt een ongelooflijke staat van dienst in de Monster Energy Motocross of Nations. Is je mindset anders voor een weekend met het Nederlandse team dan voor een MXGP-weekend? 
Coldenhoff:
“Ik vind het leuk dat het zo anders is dan wat we normaal doen. Je vertegenwoordigt echt je land. Je rijdt als lid van een team en presteert als een team. Ik ben een trotse Nederlander, dus het geeft me extra motivatie om deel te nemen aan deze ene wedstrijd waar fans naartoe reizen om hun land te steunen in plaats van te supporteren voor een individuele rijder. Iedereen komt samen, dat zorgt voor veel energie en ons doel is duidelijk: we willen zondag het Nederlandse volkslied horen! De laatste edities van de MXON waren moeijlijker voor ons maar ik hoop dat we weer voor de titel kunnen gaan. Het wordt echter steeds lastiger met de komst van nieuw talent. Australië is nu sterk met Jett en Hunter Lawrence. Frankrijk en de VS zijn altijd taaie klanten. Maar de Nations is een unieke race waar heel veel kan gebeuren.” 

Bedankt voor jouw tijd en veel succes in Teutschenthal.
Coldenhoff:
“Bedankt, ik kijk ernaar uit, graag gedaan!”

Tekst: Tom Jacobs
Foto’s: Fullspectrum, Eva Szabadfi, Davide Messora, Fatbmx/Bart De Jong, Ray Archer