Een land dat gisteren rechts heeft gestemd, waar het al maanden oude wijven regent, dat zonder motorcrosscircuits zit en nu weer hoge ogen gooit in het WK motorcross: Dat is België, een land van een voorschoot groot. Er stond gisteren in Letland een jonge Belg op het hoogste trapje van het podium zijn tranen van geluk te verbijten: Die gast weet nog niet eens half hoe hij ons in vervoering heeft gebracht.
Sacha Coenen kreeg gisteren van commentator Paul Malin de titel “kopstartkoning” opgespeld. De wat oudere crossliefhebbers denken dan met weemoed terug aan wijlen Raymond Heeren die week na week zijn achterwiel liet zien aan de verzamelde wereldtop. Maar er zou nog veel meer komen dan die kopstarts.
Sacha is net als zijn broer een kerel met karakter. Hij zegt niet veel maar spreekt met zijn rechterhand. Het stond in de sterren geschreven dat hij er op een goede keer ging staan. Het stapeltje holeshot awards werd steeds dikker en dat moest zich eens vertalen in een vette zege. Het gashendel van de KTM werd gisteren bediend door een zeer talentrijke Belg.
Mijn vader zat gisteren naast me in de sofa te kijken naar de cross in Kegums. Hij is 87 en heeft zowat de ganse geschiedenis van deze sport visueel opgeslagen. Hij zag René Baeten wereldkampioen worden, en al die andere Belgen. Alle GP’s in Europa heeft hij bezocht. De mens is er eentje zonder veel franjes en uiterlijk vertoon. Ingetogen vreugde is zijn handelsmerk maar gisteren pinkte hij stiekem een traan weg na de zege van Sacha.
Ik ken mijn pa door en door. Ik zag ook zijn vochtige ogen toen André Malherbe, Georges Jobé, Eric Geboers, Joël Smets en Stefan Everts hetzelfde deden. Tel eens de wereldtitels van die mannen bij elkaar. Zo weet ik sinds gisteren dat het goed komt met Sacha Coenen. Dat komt het ook met broer Lucas en Liam Everts. Ook bij die kerels spat het talent eraf en daar krijgt een mens een warm hart van.
Ik zei ooit tegen Stefan Everts dat het nooit meer zou worden zoals het was maar op zulke zondagnamiddagen als gisteren hoop je stiekem dat er weer ganse bussen vol met supporters naar de GP’s wordt gebracht om daar, onder invloed van zeges en een doortastende hoeveelheid lokaal gerstenat, een feestje te bouwen zoals ik die ken van de jaren ’70 en ’80.
Mijn herinneringen gingen gisteren naar 1976 toen we na de GP van België urenlang gezocht hebben naar de plek waar onze auto geparkeerd stond. Heel even hebben we getwijfeld of we hem als gestolen zouden opgeven bij de politie in Namen.
Zonder afbreuk te doen aan de prestaties van Kay de Wolf, ik zie die kerel doodgraag rijden, onze Belgen wonnen de zes laatste GP’s. Liam won in Trentino en in Portugal. Lucas won dan in Spanje, Frankrijk en Duitsland. En dan gisteren Sacha in Letland.
Op één uitzondering na zal de zege van Coenen een voetnoot zijn in de Vlaamse kranten of wordt ze compleet weggedrukt door al het nieuws van de verkiezingen maar mij deed het wat. De zege van Sacha is dan ook nog eens speciaal omdat het voor het eerst in de geschiedenis is dat een tweeling samen op het podium stond in het WK motorcross.
Die jonge talentvolle Belgen weten niet hoezeer ze ons motorcrosshart weer doen opleven. Dat hoeft ook niet: Ze moeten professioneel met hun sport bezig zijn en ze doen dat goed. Als het nu nog wil ophouden met regenen ben ik de gelukkigste mens ter wereld.
Tekst: Danny Hermans
Foto’s: Ray Archer en Bavo Swijgers