Davide Guarneri (39) heeft zijn naam verdiend in de MX & enduro geschiedenis dankzij ‘n lange en veelzijdige carrière op topniveau. Met 2 GP overwinningen, 6 MX of Nations deelnames, 1 ISDE wereldtitel en 1 E3 vicewereldtitel weet ‘Pota’ wat er nodig is om te slagen op het hoogste niveau.Sinds dit seizoen heeft Guarneri een nieuwe rol als coördinator van de Fantic Factory Racing MX teams. Davide was zowel inzichtelijk als persoonlijk in dit openhartige gesprek.
Sinds hun comeback in 2020 heeft Fantic een enorme opmars gemaakt. Met 5 EMX-titels, 1 wereldtitel junior motorcross en 9 wereldtitels in enduro is het de Italiaanse fabrikant duidelijk menens.
Maar hoe prominent Fantic ook is in de jeugd- en juniorencategorieën, dit seizoen is ook hun eerste serieuze entree op het hoogste niveau van de wereldmotorcross met Glenn Goldenhoff en Brian Bogers. Voeg daar de inspanningen van Fantic in MX2, EMX250 en EMX125 aan toe en je begrijpt waarom Davide Guarneri een drukbezet man is.
Hoe is het om na 7 jaar weer terug te zijn in de motorcross, wat heeft jouw aandacht getrokken?
Davide Guarneri: “Hoewel ik in 2016 naar de enduro ben gegaan, heb ik de motorcross niet helemaal verlaten. Ik bezocht elk seizoen een paar GP’s en hield contact met de scene. Natuurlijk ben ik nu in de MXGP paddock in een andere rol dan toen ik hier als rijder was. Wat betreft het niveau heb je wat schommelingen. Soms is het competitiever, soms wat minder, afhankelijk van rijders die in een klasse komen, rijders die zijn vertrokken, blessures, jongens die naar de VS gaan… Dus je moet niet vergelijken tussen seizoenen. Op dit moment hebben we drie, vier rijders in MXGP die eruit springen. Maar je kunt niet vergelijken met het tijdperk van Tony Cairoli in zijn hoogtijdagen, Clément Desalle of Jeffrey Herlings toen hij jonger was. We hebben gewoon geen manier om te weten hoe dat zou uitpakken. Maar ik denk dat er minder rijders zijn die in staat zijn om voor een podiumplaats te vechten, vooral in de MXGP. Gelukkig hebben we met Fantic in Bogers en Coldenhoff twee rijders die kunnen strijden voor een podium, het is niet makkelijk maar ze kunnen het. Ik zie dus een behoorlijk groot gat tussen de allerbesten en de jongens daarachter.”
De paddock ziet er ook heel anders uit dan toen je de MXGP verliet.
Guarneri: Klopt, ook al is dit een uitdaging voor Fantic. Er zijn veel nieuwe fabrikanten die in korte tijd zijn gekomen: GasGas, Beta, Triumph en Ducati is ook op komst. Vanuit technisch oogpunt is het GP-niveau ongelooflijk hoog, zelfs in de middenmoot of achterin zijn er geen slechte motoren meer. Ze zijn allemaal echt goed. Het komt echter allemaal neer op details die voor een fabrieksteam gemakkelijker goed te krijgen zijn, dus het is extreem zeldzaam om nu privérijders aan de top te zien. Kun je je herinneren dat Clément Desalle GP’s won en derde werd in het algemeen klassement in MX1 met een privéteam? Ik won de GP van Namen (foto onder) met een privémotor en Christophe Pourcel won de MX2-wereldtitel met een privéteam. Daar zijn eigenlijk heel veel voorbeelden van. Dus ik zou zeggen dat het materiaal en de mindset een enorm verschil maken voor de algehele prestaties. Talent is niet genoeg, dat is zeker. Dat is de manier waarop dingen zich ontwikkelen en het is normaal om te zien dat dingen in de loop van de tijd evolueren. Het valt me ook op hoezeer de logistiek en de presentatie van de teams zijn verbeterd. Van alle nieuwe hospitality’s tot de fancy “aquarium” trailers. Dit creëert wel een grotere afstand tussen het publiek en de rijders. In mijn huidige functie begrijp ik dat een trailer zonder tent een team kan helpen om sneller op te zetten en af te breken, maar als fan van de sport is het jammer dat je de motoren en rijders niet meer ziet zoals vroeger.”
De Fantic Racing afdeling had aan het eind van vorig seizoen een enorme uitdaging om drie compleet nieuwe fabrieksteams op te starten in de motorcross.Hoe is dit gegaan?
Guarneri: “Voor mij was het heel natuurlijk om deze nieuwe verantwoordelijkheid als motorcross coördinator op me te nemen. Ik was al betrokken als testrijder voor de Fantic mx-motoren en ik had mijn ervaring van 12 jaar in het WK. Het was echter niet gemakkelijk, omdat we voorheen maar met één team werkten, Maddii Racing. Zij richtten zich vooral op tweetakten in EMX250 en EMX125. In 2023 maakten we de overstap naar de XXF 250 (Edit: viertakt), maar Tom Guyon en Hakon Osterhagen kampten allebei met langdurige blessures. Bovendien moest Maddii voor veel rijders zorgen, dus besloten we het voor 2024 anders aan te pakken. Bij alle drie de teams moesten we vanaf nul beginnen omdat ze met verschillende andere fabrikanten hadden gewerkt. Dus van reserveonderdelen tot de kennis van de monteurs, levering van de motoren, logistiek, omgaan met sponsors… we hadden veel op ons bord! We werken ook met 8 verschillende rijders en je moet niet vergeten dat dit allemaal nog vrij nieuw is voor Fantic omdat we nog geen 20 of 30 jaar meedraaien in het wereldkampioenschap motorcross, zoals sommige van onze concurrenten. Natuurlijk zijn er dingen waar je geen invloed op hebt. Met modder en slechte weersomstandigheden zoals we die dit jaar kenden, verbruiken rijders meer onderdelen en dat betekent nieuwe logistieke uitdagingen. Soms zijn resultaten een beetje een loterij en last but not least is de huidige situatie op de motormarkt erg lastig. Dus al met al denk ik dat we goed werk hebben geleverd in ons eerste jaar gericht op MXGP en MX2. De investering die Fantic doet in de sport is erg substantieel, dat kan alleen maar positief zijn voor de motorcross.”
Wat vind je van de resultaten in de MXGP tot nu toe?
Guarneri:“Allereerst hadden we een geweldige kans om te gaan samenwerken met het Wilvo-team van Louis Vosters. Dit was enorm, omdat ze veel professionaliteit en kennis meebrengen over hoe je als team met een fabrikant samenwerkt. We zijn tevreden over de resultaten. Vooral wat we al hebben gezien van Brian Bogers is erg bemoedigend. Zeker gezien het feit dat hij niet de wintervoorbereiding had die je normaal wel hebt voor een MXGP-seizoen. Ik zou zeggen dat hij op de Fantic XXF 450 een regelmaat heeft laten zien die hij nog niet eerder in zijn carrière heeft gehad. We hopen dat hij de komende races goed herstelt van zijn schouderblessure. Glenn Coldenhoff liet ook een goed niveau zien met top-5 snelheid en af en toe was hij in strijd voor het podium. En hij staat 6de algemeen in de tussenstand, ik denk dat dit veel zegt over zijn consistentie. Ook hebben we met beide rijders verschillende keren tegelijk in de top-6 en top-7 gereden. Dat is een geweldige basis om op voort te bouwen.”
Het Fantic Factory MX2 team heeft twee rijders in MX2 met Kay Karssemakers en David Braceras en Alexis Fueri in EMX250. Hoe kijk je terug op hun eerste seizoenshelft?
Guarneri: “We streefden zeker naar meer, maar MX2 is een moeilijke klasse. Het is een categorie voor jonge rijders waarvan de meesten nog niet hebben kunnen laten zien waartoe ze in staat zijn. Je beoordeelt ze dus op hun potentieel en alle puzzelstukjes moeten op hun plaats liggen om te kunnen presteren. Helaas hadden alle drie onze rijders te maken met kwetsuren die hen aan het begin van het seizoen vrij lang van de motor hielden. Meer dan twee maanden voor elk van hen. Braceras keerde net op tijd terug voor de eerste GP in Argentinië. Karssemakers en Fueri zaten zelfs daarna weer op de motor. In zo’n geval ben je altijd aan het rennen om je achterstand in te halen. Voor Kay was er de overgang terug van EMX250 naar MX2 en Alexis moest wennen aan een nieuwe motor, dus dat speelde ook mee. Ons doel voor zowel MXGP als MX2 was om de rijders in de top-10 te hebben. We moeten begrijpen waar Kay en David zich kunnen verbeteren, want in deze fase van het kampioenschap is het belangrijk dat we vooruitgang zien.”
Braceras heeft zijn portie crashes en fouten gehad, maar Karssemakers had eigenlijk best veel goede starts.
Guarneri: “Het is moeilijk om één specifiek ding aan te wijzen dat hen tegenhoudt. Natuurlijk heeft het missen van cruciale voorbereidingstijd in de winter hun zelfvertrouwen wat aangetast. Maar samen met het team moeten we nu het beste maken van de tijd tussen de races om vooruitgang te boeken. We vragen niet om wonderoplossingen van de ene op de andere dag om betere resultaten te behalen, maar om momentum te creëren en vooruit te gaan.”
Hoewel jullie met drie nieuwe rijders in de EMX125 begonnen is het seizoen tot nu toe erg positief verlopen met Noel Zanocz aan de leiding en Simone Mancini momenteel derde.Hoe kijk je hier tegenaan?
Guarneri:“Het is bijna té positief. (glimlacht) Daarmee bedoel ik dat het altijd een extra uitdaging is als je twee rijders in één team hebt die om de titel vechten. We hebben veel races gereden waarin onze jongens allebei in de top-3 eindigden en er zijn maar twee rondes waarin Fantic niet op het hoogste schavot stond. Mancini had aan het begin van het seizoen wat pech, maar hij heeft zijn achterstand ingehaald en staat nu nog maar 7 punten achter op Gyan Doensen, die tweede is in de tussenstand. We zijn dus erg blij met de combinatie van Fantic en het SDM Corse team. Het is ook belangrijk om te weten hoe sterk onze rijders starten omdat ze alle drie groot en vrij zwaar zijn voor de EMX125. We waren gedwongen om rijders te kiezen zonder deal voor 2024 en toch hebben ze zich sterk verbeterd, dat is erg bemoedigend voor iedereen. Hetzelfde geldt voor Douwe Van Mechgelen. Hij is nog jong en hij is een zandspecialist, maar hij was dicht bij het podium in de openingsronde in Riola Sardo. Gelukkig laat Douwe ook vooruitgang zien op harde banen. Het verschil met vorig jaar is best groot. Ik denk dus dat hij stilaan de top-5 kan gaan uitdagen. Het seizoen afsluiten met alle drie de rijders in de top-5 zou perfect zijn!”
Hoe belangrijk is het voor Fantic Racing om deze piramidestructuur te hebben waarbij ze een rijder van EMX125 helemaal naar MXGP kunnen brengen? Het is vrij uniek omdat merken als Honda, Kawasaki of Triumph dit niet hebben.
Guarneri:“Het is een groot engagement, dus het is zeker niet iets dat eenvoudig op te zetten is. Maar ik denk dat het geweldig is om jonge rijders de kans te geven om mee te groeien met het merk Fantic, tot aan de top van de sport. En het helpt mensen om onze ambities te begrijpen. In mijn functie kan ik meer ervaring opdoen door met verschillende renners en teams te werken. We kunnen ‘best practice’ strategieën opzetten op basis van wat we leren en op deze manier kan ik ook betere feedback geven aan de fabriek. Als het tijd is om beslissingen te nemen, heeft Fantic meer informatie om mee te werken en dat helpt hen om een goed gefundeerde beslissing te nemen.”
Ik wil het even over je eigen carrière hebben. Je bent een interessante rijder in de zin dat veel mensen zouden onderschatten wat je in de loop der jaren zoal hebt gepresteerd. Bovenop de prestaties die ik in de inleiding noemde, won je zes Italiaanse titels, won je de Europese MX of Nations en had je 20 seizoenen op WK niveau in MX en enduro. Wat is de ervaring die je het meest koestert?
Guarneri: “Waw, het is echt moeilijk om er maar één uit te kiezen! De eerste is mijn eerste MX2-reekszege in Teutschenthal in 2005. Ik reed voor Yamaha Ricci Racing, een fabrieksteam, maar persoonlijk kreeg ik geen fabriekssteun. Ik was de derde rijder naast Andrew McFarlane en Alessio Chiodi. Daarvoor had ik hier en daar mijn snelheid laten zien, maar in deze race toonde ik dat ik de klus kon klaren. De andere is mijn GP-overwinning in Namen, België. Ik was eigenlijk de laatste MX2-winnaar in Namen en dit circuit was zo anders dan alle andere. Namen was het Monaco van de motorcrosswereld! Tot slot is mijn derde herinnering de ISDE-overwinning in 2021 met het Italiaanse team voor eigen publiek. Enduro is een andere sport, eentje die je nog meer waardeert als je zelf enduro rijdt. Wat we daar meemaakten was onvergetelijk met zoveel gekke mensen die ons aanmoedigden. De opkomst voor de laatste motocrossproef was enorm, bijna alsof het een Motocross of Nations was! Ook om dit mee te maken aan het einde van mijn carrière betekende veel voor mij. Ik was 36 en op dat moment realiseer je je dat dit wel eens de laatste keer zou kunnen zijn om bovenaan het podium te staan van zo’n enorm evenement!”
Eindelijk winnen met het Italiaanse team moet een opluchting zijn geweest na zoveel MXoN-deelnames zonder podiumplaatsen.
Guarneri: “Absoluut, we hadden veel goede teams met Tony Cairoli, David Philippaerts en mezelf. Vaak stonden we op zaterdag in de top-3 na de kwalificatieraces om op zondag pech te krijgen. Zo gaat dat nu eenmaal. Ik heb het altijd geweldig gevonden om in het Italiaanse shirt voor mijn land te racen. Om zo te winnen tijdens de ISDE in Piemonte was echt mooi. Voor motorcrossfans is het moeilijk voor te stellen als je nog nooit naar een endurowedstrijd bent geweest, maar endurofans zijn echt gepassioneerd. Ze zijn hardcore!”
Vorig jaar moest je noodgedwongen stoppen vanwege een nekblessure, maar je rijdt nog steeds vrij veel als testrijder begrijp ik?
Guarneri: “Misschien niet zo vaak als je denkt, maar als ze mijn mening willen, stap ik op de motor. Dus het zijn niet zoveel uren op de motor als voorheen, maar nog steeds behoorlijk veel voor een gepensioneerde rijder! Het betekent natuurlijk wel dat ik in vorm moet blijven. Je kunt niet zomaar wat rondbollen om een motor te testen. Ik ben niet meer zo snel als vroeger, maar ik ben blij met waar ik nu ben! Ik verdeel de testtaken met Alex Salvini, die het enduro testwerk op zich neemt en ik doe de motorcross. Dat gezegd hebbende, werk ik ook aan de motorcrossversie van de Fantic XE300 2T met elektronische injectie en elektrische start. Ik was vanaf het begin al nauw betrokken bij deze motor, dus het is erg leuk om deel uit te maken van dit project.”
Het moet spannend zijn om te zien hoe goed deze nieuwe motorfietsen zoals de XE300 en XEF310 worden ontvangen?
Guarneri: “Ja, zeker. Vooral in het geval van de tweetaktmotor met onze eigen Minarelli motor en de elektronische injectie. Want technisch is het een hele uitdaging om het pakket goed te krijgen. Veel van onze concurrenten zoals Sherco en Beta rijden nog steeds met de carburateur, maar Fantic heeft besloten dat elektronische injectie de toekomst is. Het is een zeer geavanceerde motorfiets met veel nieuwigheden die superleuk is om als amateurrijder te rijden. We blijven dit platform ontwikkelen in competitie en dat gaat goed, want Albin Norrbin scoorde dit seizoen al twee podiumplaatsen in de E3. van het WK enduro. Deze interactie tussen de race-afdeling en de productie is erg spannend. Het is de kern van wat we doen met Fantic.”
Wat is je favoriete motorfiets uit de mx line-up?
Guarneri: “Dat is moeilijk! Ik kies er twee. Aan de ene kant is er de XX 250, omdat ik een beetje old school ben en ben opgegroeid met tweetakten. Het gevoel doet me denken aan mijn jeugd, maar het is een superleuke motor om op te rijden. Voor wedstrijden is de XXF 450 van een heel hoog niveau en hij ziet er leuk uit. Hij is krachtig, maar toch heel rijdbaar.”
Dit weekend vindt het FIM Junior Wereldkampioenschap plaats in Nederland.Je spreekt uit ervaring omdat je in 2002 de 125cc junior wereldtitel won, wat is jouw kijk op dit evenement?
Guarneri: “Het is een beetje vreemd voor mij als ik erop terugkijk! De tijden waren toen heel anders. Ik was er met mijn vader, een camper en een “zelfgemaakte” motor. Het niveau was zeker goed met rijders als Sebastien Pourcel, Jeremy Tarroux die de favoriet was, Broc Hepler uit de VS, Max Nagl ook, zowel Cairoli als Salvini waren er. En sommige jongens hadden al goede ondersteuning. Maar het maakte geen deel uit van de GP-wereld zoals nu. Er was wel een hype, maar lang niet zo groot als het junior WK nu. Natuurlijk wilde iedereen het goed doen, maar dat was alleen om te zien wat mogelijk was tegen de beste jongens ter wereld. Het was niet met het idee dat ik dit moest winnen om een fabriekscontract in de wacht te slepen! Dat is nu heel anders. Ik heb mijn wereldtitel in Oostenrijk nooit op zichzelf geteld, ik beschouwde het als het begin van mijn professionele carrière.”
Nu zijn de beste 125cc-rijders allemaal betrokken bij professionele, door de fabriek ondersteunde teams, of het nu bij Fantic, Yamaha, KTM of GasGas is.Om terug te komen op wat je eerder zei: het wordt al heel moeilijk om op dit niveau alleen te rijden.
Guarneri:“Dat is waar. Het positieve is dat deze jonge rijders nu op dezelfde circuits rijden als de GP-rijders, ze leren werken in professionele teams, ze krijgen begeleiding van goede coaches en trainers. Het nadeel is dat sommige rijders zich illusies maken over zichzelf. Ze staan nog aan het prille begin van alles. Ze zijn nog ver verwijderd van van de MXGP, hoewel er veel meer media-aandacht is dan toen ik op een 125cc reed. In mijn tijd was het superduidelijk dat dit een leerfase was, een overgang om jezelf te laten zien en te leren hoe je je als rijder kunt verbeteren. De focus ligt nu veel meer op winnen, wat ik begrijp, maar veel rijders die geslaagd zijn in MXGP hebben als jeugdrijder geen heleboel titels behaald. Ik geef de voorkeur aan deze mentaliteit, waarbij je je eigen pad uitstippelt en aan je vak werkt in plaats van kortetermijnsucces na te jagen.”
Veel succes voor de races dit weekend.
Guarneri: “Dank je wel. Mijn taak zit erop, het zal aan hen liggen!”
Tekst: Tom Jacobs
Foto’s: Fullspectrum, Davide Messora, Fantic, Ray Archer