Voor Liam Everts stond het weekend in het teken van het vinden van zijn raceritme na beperkte tijd op de baan tijdens zijn herstel van een blessure. Everts kwalificeerde zich als achtste en ondanks dat hij in de eerste race terugviel naar de elfde plaats, werkte hij zich met een constante prestatie terug naar de achtste plaats.
In race twee vond Everts zijn draai. Hij klom in de negende ronde op naar de vijfde plaats, zette de achtervolging in op Andrea Adamo en hield het grootste deel van de race de vierde plaats vast. Een dramatische crash van Längenfelder in de laatste ronde leverde hem de derde plaats op, goed voor de vierde plaats in het algemeen klassement met 36 kampioenschapspunten. Wedden dat Everts na de tweede reeks stiekem een vreugdedansje deed in de coulissen want dit resultaat liet zien dat er nog veel meer in de rechterpols van de Limburger zit.
Met de Wolf aan de leiding in de MX2-stand met 49 punten en Everts als vierde met 36 punten, heeft Nestaan Husqvarna Factory Racing een indrukwekkende intentieverklaring afgeleverd om het seizoen 2025 te beginnen. Het team richt zich nu op de tweede ronde tijdens MXGP Castilla-La Mancha in Spanje op 16 maart, vastbesloten om hun momentum door te zetten en hun strijd om het kampioenschap te versterken.
Liam Everts: “Het voelt fantastisch om de eerste GP van het seizoen achter de rug te hebben en een sterk resultaat neer te zetten! In race één moest ik wennen en mijn ritme vinden na een lang herstel, dus ik was blij dat ik me naar de achtste plaats kon vechten. In race twee voelde ik me veel meer thuis op de motor, ik pushte naar voren en vocht de hele race voor posities. Het grootste deel van de race lag ik vierde, maar een late crash van Simon Längenfelder in de laatste bochten bezorgde me een podiumplek – een ongelooflijke manier om te finishen. Terugkijkend op het tussenseizoen had ik dit nooit voor mogelijk gehouden, dus ik wil iedereen bedanken die me heeft gesteund – mijn team, mijn familie en mijn trainer. Ik voel me elke keer sterker als ik rijd en ik kan niet wachten tot Spanje!”
Foto: Bavo Swijgers