Van mensen die mentaal sterk zijn, wordt in het Vlaams gezegd ‘dat er een goede kop op staat.’ Dat geldt zeker voor Cas Valk, dé MX2 revelatie van het nog jonge 2025 WK seizoen. Net voor de start van de Dutch Masters of Motocross in Harfsen spraken wij met Cas.
Valk won de Europese 125cc titel in 2022 en pakte vervolgens tweemaal brons in de EMX250. Na drie GP’s prijkt de Refyn Racewear piloot op een knappe 7de plek in de WK stand. Tussen al het fabrieksgeweld én als tweede Nederlander na regerend wereldkampioen Kay de Wolf. Met andere woorden: de hardrijder uit Nijverdal timmert flink aan de weg.
Zijn Van Venrooy KTM teamgenoot, Lynn Valk dus, begint trouwens volgend weekend aan haar WK campagne in het Italiaanse Riola Sardo.
Dit weekend komt het Peppelenbos in Harfsen er aan, mèt een heel mooi deelnemersveld in de MX2.
Begin je met jouw huidige vorm anders aan het kampioenschap als uitgesproken titelkandidaat zeg maar?
Cas Valk: “Ja, mijn doel is natuurlijk om kampioen te worden. Vorig jaar ben ik heel dichtbij gekomen, op één punt van Rick Elzinga, ik denk dus dat het geen onlogisch doel is om Dutch Masters kampioen te worden. Mijn prioriteit ligt wel bij de MX-2, maar alsnog zal ik wel 100% mijn best doen om zo goed mogelijk te eindigen dit weekend.”
Je hebt elders ook al aangegeven dat je een hele goede winter achter de rug hebt. Vervolgens kwam er meteen bevestiging tijdens de sterk bezette Internazionali d’Italia in Mantova waar je een reeks won en het podium haalde. Maar GP’s rijden op het niveau waar je nu presteert en de wildcard deelnames van vorig jaar daar zit toch een groot verschil tussen.
Cas Valk: “Ik denk dat ik ten opzichte van vorig jaar wel een redelijke stap heb gemaakt deze winter. Met alles, natuurlijk ook met een ander team. Het is nog steeds dezelfde motor, maar we hebben wel een stapje gemaakt met het blok, met de vering. Op elk vlak hebben we wat stappen gemaakt, ook wat andere onderdelen op de motor ten opzichte van vorig jaar. Zo schakelde ik over op een ander bandenmerk, van Maxxis naar Dunlop. Dat allemaal samen heeft me toch wel geholpen om me een stuk fijner te voelen op de motor. Ik heb eigenlijk heel de winter met een 350 gereden, dus ik denk dat dat niet verkeerd is geweest om mezelf wat sterker te maken. Ten opzichte van vorig jaar is er best wel veel verschil want de wildcards die ik deed waren natuurlijk niet niet slecht maar zeker niet in de buurt van hoe het eigenlijk op op moment gaat.”
Voor de buitenwacht lijkt het dat de junior Factory teams in de EMX250 al heel professioneel werken. Dan zou je eigenlijk vermoeden dat er ook motorisch niet zo veel verschil is met met de fabrieksmotoren?
Cas Valk: “Nee dat klopt zeker niet. Dat verschil is veel groter dan wat mensen denken. Ik weet toevallig dat het junior factory team een upgrade heeft gekregen tegenover vorig jaar. Zelf rijd ik bijvoorbeeld op een motor die is klaargemaakt door de race-afdeling van KTM. Dat is een mooi pakket maar er is nog wel meer mogelijk.’
Zitten er dan verbeteringen in de pijplijn om de motor te laten mee evolueren met jouw prestaties?
Cas Valk: “Daar heb ik nog niet echt een duidelijk antwoord op. Dat zijn wel dingen waar ik mee bezig ben, om te kijken wat er mogelijk is.”
Tweede in de tijdstraining in Spanje, derde in de openingsrace in Argentinië, vijfde in de tweede manche in Spanje, afgelopen weekend 6de in Frankrijk op 30 seconden van de winnaar. Heb je jezelf verrast met jouw snelheid? Of is dit waar je wilde staan?
Cas Valk: “Je kan er niet aan voorbij dat het natuurlijk een heel sterk veld is. Als je kijkt naar hoeveel Factory jongens er rijden! Het verraste me eigenlijk wel een beetje, maar toch is het ook wel een beetje de plek waar ik voor ging voor het seizoen begon. Ik heb heel hard gewerkt en alles wees in de goede richting. Het rijden ging echt super goed, ook in de trainingen. Voor mij kwam het niet als een complete verrassing, maar dan is het toch wel mooi dat het daadwerkelijk lukt om rond de zesde, zevende plaats te rijden.”
Waren er voor de eerste wedstrijden al momenten waarop je met andere fabrieksrijders samen had gereden gereden?
Cas Valk: “Ja, ik heb eigenlijk het meeste van de winter samen getraind met Adamo. Rossi heeft ook veel weken meegetraind. Toen wij in Italië waren zijn we in december ook twee weken in Rome geweest. Toen reden we ook wel eens samen met Längenfelder, Lucas en Sacha Coenen. Dan krijg je al wel een beetje een ideetje van waar je staat en wat je snelheid is. Die snelheid was nooit echt verkeerd vanaf het begin eigenlijk.”
De lat ligt meteen hoog als je met zo’n kleppers mee traint. De rijders die je opnoemt hebben stuk voor stuk races en GP’s gewonnen.
Cas Valk: “Ja, klopt. Natuurlijk was dat dan eerst op de SX-F 350. Op dat moment wist ik het nog niet 100% zeker waar ik stond, maar ik had wel een beetje een idee van wat ik moest verwachten. Toen ik weer terug ging op de 250 reed ik eigenlijk niet minder hard. Dat was dus zeker positief.”
Je rijdt op training tegen jongens die daarna jouw concurrenten zijn in de GP’s. Is het dan soms ook wel opletten dat je niet wordt meegesleept in een soort van wedstrijdgevoel om tegen je limiet aan te gaan? Of hier en daar zijn er ego’s die het overnemen…
Cas Valk: “Ik ben eigenlijk zelf redelijk goed in ondervinden wat mijn limiet is. En ik ga daar niet graag boven zitten. Want ja, een seizoen is lang en onvoorspelbaar. Je kunt soms meer verliezen dan winnen in één weekend. Dus ik ben normaal gesproken niet echt de rijder om over de limiet heen te rijden. En als die limiet dan op plek zes ligt, dan is het zo. Dan moeten we daar tevreden mee zijn.”
Sprak de 19-jarige wijs. Is dat iets dat je door scha en schande hebt moeten leren, of is dat gewoon iets dat jou kenmerkt, die maturiteit?
Cas Valk: “Ja, zo sta ik er eigenlijk al wat langer in. Als ik naar mezelf kijk over kampioenschappen heen is dat wel een goede manier om een kampioenschap goed te kunnen finishen. Zo weinig mogelijk fouten maken. Met veel fouten, met veel valpartijen, verlies je ook veel punten. Dat is iets wat je moet voorkomen, zo zie ik het ten minste.”
Gezien jouw ervaring en fysiek had je allicht al eerder de stap naar het WK kunnen zetten. Vanwaar de timing om dit jaar GP’s te rijden? Of waren er toch nog cruciale dingen die je vorig jaar hebt geleerd tijdens jouw samenwerking met Gabriel SS24 KTM Factory Juniors en Shaun Simpson?
Cas Valk: “Mijn eerste jaar in de EMX250 werd ik met Fantic gelijk derde in het kampioenschap. Toen had ik vijf manches en drie wedstrijden gewonnen. Dus eigenlijk precies hetzelfde als wat ik vorig jaar heb bereikt. Als je puur naar de resultaten kijkt, kun eigenlijk zeggen dat ik niet veel bijgeleerd heb. De voornaamste om er nog een jaar EMX250 bij te doen was dat ik het eerste jaar tweetakt heb gereden. Er zijn al enkele rijders geweest die alleen met een tweetakt in de EMX 250 vooraan mee reden en die resultaten met een viertakt niet konden evenaren. Dat was eigenlijk wel een uitdrukkelijke wens van KTM. We willen je eerst een jaar op de viertakt zien. Aan de ene kant was dat jammer, maar aan de andere kant is het gewoon zo gelopen.
We kunnen er nu niks meer aan veranderen, maar het heeft mij zeker niet minder gemaakt. Heel veel geleerd heb ik ook niet in dat tweede EMX250 jaar.”
Hoe ziet een doorsnee week tussen twee GP’s er normaal uit voor jou?
Cas Valk: “Normaal gesproken van GP naar GP rij ik maar één keer. Maar omdat we nu de Dutch Masters hebben en dat is alleen ’s zondags, dan rijd ik twee dagen. Gisteren (red. woensdag) reed ik in Berghem en vandaag ga ik dan nog eens trainen.”
De fysieke belasting van een GP weekend is heel anders dan het programma van de EMX250. Het is jouw eerst volledige WK seizoen, vergt dat een aanpassing?
Cas Valk: “Het klopt dat het toch veeleisender is. Je rijdt twee keer zoveel over het hele weekend heen, de wedstrijden zijn ook langer. Je kunt wel merken dat je op maandag een stuk moeër bent dan wat je eigenlijk na een EMX250 weekend bent. Dat is vooral het verschil. Ik heb daar niet veel problemen mee als ik heel eerlijk ben eigenlijk.”
Als je fysiek niet zo sterk staat of je bent ziek tijdens het weekend hakt zo’n GP er wel in neem ik aan. Daar komt de kwalificatierace op zaterdag nog bovenop.
Cas Valk: “Klopt helemaal. Als je niet helemaal 100% bent, dan zijn het zware weekenden. Ik heb wel het gevoel dat ik er qua fysiek goed voor sta. Mijn fysieke trainer is van Team NL. Via de KNMV hebben we een Team NL trainer die naast mij jonge jongens begeleidt. Zoals Gyan Doensen, Dean Gregoire, Dex van den Broek enzo. En daar zat ik vorig jaar ook al met mijn fysieke programma. Dit jaar ook, en dat bevalt me super goed. De motortrainingen door de week, doe ik dan met Joël (red. Smets).”
Zijn er nog mensen van Team NL die je kent van jouw periode met het SKS Racing Husqvarna / KNMV project toen je in Papendal verbleef?
Cas Valk: “Nee, dat is een andere trainer geworden nou. Dat had zeker gekund want ik heb inderdaad anderhalf jaar per jaar op Papendal gezeten. Maar die trainingen van Team NL vinden nu plaats in Eindhoven. Ik ben altijd welkom om de fysieke trainingen bij hen te doen maar ik doe eigenlijk meestal gewoon alles thuis. En dat is prima. Het is leuker om om gymwerk samen te doen maar het is bijna twee uur voor mij om naar daar te gaan voor een training van een uurtje. Voor fysieke testen ga ik natuurlijk wel naar Eindhoven.”
Het is vaak wel motiverend om fysieke trainingen samen met anderen af te werken. Is dat ook zo voor jou?
Cas Valk: “Zeker in de gym wel, als het uitkomt is dat wel leuk. Maar speciaal afspreken doe ik eigenlijk niet. Als ik moet fietsen of mountainbiken doe ik dat wel eens met iemand anders of samen met Lynn. Maar het meeste doe ik eigenlijk wel alleen. Je traint voor jezelf, dus je moet zelf natuurlijk in de gaten houden wat je voorgeschreven hartslagzone en belasting is. Soms werkt dat ook niet zo goed om alles samen te doen.”
Tegenover de EMX250 komt er in de GP ook de vrijdagse starttraining bij. Hoe sta je daar tegenover als rijder?
Cas Valk: “Op de ene baan heeft het meer voordeel dan op de andere. Soms zit je zoals in Spanje – toen was er toevallig geen starttraining door het weer- maar daar heb best wel wat hoogtemeters. Dan is het nog wel eens van belang om te ondervinden hoe de motor werkt met de start. Is de start nog steeds goed of moet er wat veranderen? Moeten we iets aanpassen aan de tandwielen en dat soort dingen. Het is meer een check om te kijken of alles oké is. Maar 9 van de 10 keer is alles goed en loopt het gewoon naar plan.”
De winter is door de financiële perikelen van de KTM groep heel turbulent geweest. Heb jij daar als rijder iets van gemerkt?
Cas Valk: “Ik heb er zelf eigenlijk niks van meegekregen. Ik heb wel wat met KTM te maken natuurlijk, maar de meeste interactie heb ik gewoon met mijn team. Qua financiën heb ik wel een regeling met KTM. Eén maand kwam de overschrijving er niet maar dat is gelukkig allemaal bijgetrokken. Voor de rest heb ik er zelf niks van gemerkt. Er zijn veel mensen die me er vragen over stelden. Ik heb me er zelf eigenlijk niet te druk om gemaakt. Ik had wel verwacht dat het weer goed zou komen. En tot nu is het nog steeds goed gekomen.”
Over druk maken gesproken. Merk je dat er nu meer om jou heen gebeurt? Presteren op het hoogste niveau is nog wat anders dan vooraan rijden in de EMX. Wordt er nu meer naar jou gekeken? Zijn er meer media-aanvragen en dergelijk, of valt dat nog wel mee?
Cas Valk: “Valt op zich nog wel mee. Maar inderdaad, je krijgt via social media of persoonlijk veel berichtjes natuurlijk. Ik heb best wel veel mensen die tegen mij hebben gezegd dat ze een beetje surprised waren. Dat ze onder de indruk waren. Dat is altijd mooi om te horen. Dus ja, wel redelijk veel mensen die je dan berichten. En ook wel wat meer aandacht van de pers. Maar dat vind ik alleen maar mooi.”
Tegenover andere jonge rijders hebben jullie het altijd rustig aangepakt. Er zijn jonge jongens waar al snel veel rumoer rondhangt, waar ouders een hype creëren zodra hun kind goed presteert in het jeugd WK of de EMX65. Dat is bij jullie nooit gebeurd. Noch bij jou, noch bij Lynn. Ben je daar dankbaar voor dat je rustig bent kunnen blijven bouwen?
Cas Valk: “Ja, daar ben ik eigenlijk best wel dankbaar om. Ik denk niet dat het altijd even goed is om alleen maar in de belangstelling te staan. Soms is het best wel fijn als er niet teveel aandacht is. En dan toch resultaten kunt rijden. Als ik mezelf dan vergelijk met andere jongens die al van jongs af aan heel erg in de belangstelling stonden, dan geeft het wel een goed gevoel als je voor zulke jongens zit. Ik vind dat helemaal niet erg dat ik nooit te veel in de belangstelling stond. Daar hou ik namelijk niet zo van.”
Hoe is het om na al die jaren eindelijk terug in een Nederlands team te zitten?
Cas Valk: “Super fijn het is ook een stuk makkelijker natuurlijk. Zowel qua training als logistiek in het algemeen. Vorig jaar had ik natuurlijk een Engels team, maar ze hadden de werkplaats in België. België is van mij bij mij thuis nog steeds twee, tweeënhalf uur rijden. Nu is mijn team veertig minuutjes van mijn huis, dus dat is een stuk dichterbij. Dan kan ik er af en toe wat banen bij mij in de buurt uitpikken om te trainen, Bijvoorbeeld als Joël er niet bij is, dat maakt het allemaal een stukje makkelijker. En natuurlijk is de taal ook prettig. Ik kan Nederlands spreken met de teambaas en met de teammanager. Mijn trainingsmonteur is Nederlands, mijn wedstrijdmonteur (red. Ross Hill) is wel Engels, die heb ik meegenomen van mijn vorige team. Ik heb een supergoede klik met Ross, hij is een ontzettend goede monteur ook. Daarom ben ik er blij dat hij met mij mee is gekomen.”
De laatste vraag, en misschien wel de hamvraag. Met die goede resultaten loop je natuurlijk ook in de kijker van alle fabrieksteams. Veel beslissingen voor volgend jaar worden al vrij vroeg genomen dan is zo’n sterke start zoals die van jou een pluspunt. Heb je nog een overeenkomst met KTM? Of wordt er nu volop aan jouw deur gebeld door andere teams?
Cas Valk: “Op dit moment is er nog niks in onderhandeling. Ik heb sowieso de mogelijkheid om bij KTM te blijven. Maar dat ligt nog aan een paar dingetjes natuurlijk. Dus ja, ik sta uiteraard ook open voor andere aanbiedingen en dan kunnen we altijd zien. Het is niet dat ik helemaal vast lig, zeg maar.”
Helder! Veel succes met de komende wedstrijden en bedankt voor jouw tijd.
Cas Valk: “Dankjewel, komt allemaal goed!”
Tekst: Tom Jacobs
Foto’s: Fullspectrum Media, JP Acevedo, S. Taglioni