Voormalig fabrieksrijder Christian Burnham (52) zal twintig jaar na zijn afscheid van het WK motorcross op het podium schitteren — of althans zijn creaties. Burnham ontpopte zich de afgelopen jaren tot kunstenaar. Iedereen die zondag in Lommel het podium haalt, mag pronken met een échte Burnham!
Zelf miste hij op een haar na het ereschavot tijdens zijn actieve carrière. In 1999 eindigde hij vierde tijdens de Britse GP 500cc in Hawkstone Park. Nu komt het er dus alsnog van.
“Ik was heel blij toen Ann (red. Plas),Johan (red. Boonen) en Jo (red. De Munck) van MXGP Flanders me vroegen om kunstzinnige trofeeën te maken. Het maakt niet uit of het de eerste keer is dat je op het podium staat, of dat je grossiert in podiumplaatsen—niemand komt toevallig bij de beste drie in Lommel. Je moet het verdienen. Het is afzien, zelfs voor de allerbesten. Het is een loodzwaar circuit, met een reputatie als een van de meest veeleisende zandbanen ter wereld,” aldus Burnham.
Authentiek zand van het circuit
Dat zand speelt trouwens een hoofdrol in de verrassende trofeeën. In elk werk is onderaan zand van het beroemde circuit van Lommel gegoten, verwerkt in een soort gel. “Elke toprijder—of het nu een Belg is of niet—is erop gebrand om hier te winnen. De Grote Prijs in Lommel op ‘De Heeserbergen’ is een klassieker, zoals de Ronde van Vlaanderen dat is in het wielrennen.”
Individueel handwerk
Van de kaders, het zand en de stencilprint van de rijder tot het plastic nummer (1, 2 of 3) en het beschrijvende plaatje onderaan—er komt heel wat handwerk kijken bij deze kunstwerken. “Elk werk is nét even anders. De manier waarop het zand opspat, of hoe de rijder is uitgewerkt—geen twee trofeeën zijn precies hetzelfde,” legt Christian uit.
Elke trofee wordt geleverd met een echtheidscertificaat en een staander. Duidelijk geen beker van dertien in een dozijn dus. Bovendien moest de kunstenaar maar liefst zestien onderscheidingen produceren: drie voor elke klasse (MXGP, MX2, EMX125 en EMX Open), én één voor de winnende teammanager per categorie.
Haat-liefdeverhouding
De Belgisch-Britse Burnham werkte heel wat trainingsrondjes af in Lommel, ook in barre winterse omstandigheden. “Ik kwam er best goed voor de dag, en was in het zand behoorlijk snel. Samen met de andere Belgische GP-rijders reed ik er elke winter honderden rondjes, ter voorbereiding op het nieuwe seizoen. Plezant vond ik het niet — het was afzien. Zeker omdat ik erheen ging als de baan níét vlak was gemaakt. Op die manier was het extra lastig, zoals tijdens een echte GP.”
“Ik keek erg uit naar de Belgische Grote Prijs in 1997 in Lommel. Helaas werd het niets, het was mijn dag niet. Soms gaat rijden in het zand vanzelf, en de dag erna is het een worsteling. Dat hoort er nu eenmaal bij, zeker?”
Familiegevoel
De rijders zullen die beproeving ook dit weekend weer delen. Voor Burnham is dat tribale, dat gemeenschapsgevoel tussen piloten, een essentieel onderdeel van de sport. Motorcross is een familiesport bij uitstek, inclusief de vaak verre reizen samen.
“Vandaar de centrale plek van die ‘Born to Ride’-banner in mijn werk. Voor de meeste rijders is motorcross een levensstijl. Eentje die vaak wordt doorgegeven van vader op zoon of dochter. Kijk maar naar Liam Everts of Jarne Bervoets. Vroeger reed ik tegen hun vaders, nu maken zij het mooie weer! Superjammer dat Liam dit weekend niet kan meedoen. Maar als Jarne het podium haalt in de EMX125? Dat zou wel cool zijn,” besluit de viervoudige Duitse kampioen.
Tekst: Tom Jacobs
Foto’s: Dieter Jans