Published On: 14 maart 2019

Deze herfst stapte Kay De Wolf (14) van de 85cc over op de 125cc, hij verruilde een privé-team voor het JM Racing fabrieks Husqvarna team en begon een doorgedreven trainingsprogramma onder coach Rasmus Jörgensen. Lijkt veel om te verwerken? Niet voor de ambitieuze tiener uit Eersel. Nog voor de start van het EMX125 seizoen in Valkenswaard boekte De Wolf namelijk al twee klinkende overwinningen.

Kay behield wel zijn vertrouwde nummer 14 op de motor. Synoniem voor de branie van Johan Cruijff, in de motorcross het nummer van de flamboyante ex-topper Marc De Reuver. Bluf is echter ver af als De Wolf praat. De scholier/topsporter in spé is beleefd en bescheiden, maar erg precies in zijn woorden. Op het eerste zicht laat echter weinig vermoeden dat Kay in zijn leeftijdsklasse één van de grootste Europese talenten is. Tot je de 85cc vicewereldkampioen in actie ziet.

Zijn palmares, doorzettingsvermogen en een onbetwistbaar potentieel waren voor Husqvarna dan ook de aanleiding om ‘m een meerjarig contract aan te bieden. Dit weekend werkt De Wolf zijn eerste belangrijke afspraak voor eigen publiek af, de openingswedstrijd van de Dutch Masters of Motocross in Axel (Zeeland).


Wat weinig mensen weten, is dat je absoluut niet uit een motorcrossfamilie komt. Niemand in jouw familie deed aan motorcross.
Kay De Wolf:
“Precies! Hemelsbreed wonen we 500 meter van de crossbaan in Eersel maar mijn vader was er zelf nog nooit geweest voor ik begon met crossen. We hebben thuis een boomkwekerij en toen mijn vader voor zijn werk een nieuwe quad ging kopen kreeg ik een kleine Suzuki quad. Twee jaar later kreeg ik mijn eerste motortje en op mijn vijfde reed ik mijn eerste wedstrijd. Zo is het begonnen. Als kind keek ik altijd naar motorcrossfilmpjes, daar heb ik heel veel van geleerd. Jeffrey Herlings was van in het begin mijn grote voorbeeld.”

In jouw eerste wedstrijd in Hawkstone Park dit jaar was het al meteen raak. Van een verrassing gesproken.
De Wolf: “Dat was het voor mezelf ook! Ik had nooit kunnen dromen dat ik al zou winnen. Bovendien was het mijn eerste keer in Hawkstone, maar ik heb er erg van genoten want het is een heel mooie baan met veel hoogteverschillen. Natuurlijk hoopte ik vooraf wel op een goed resultaat. De winter verliep prima, ik heb goed getraind en samen met het team heb ik een heel positief trainingskamp in Spanje afgewerkt. Ook de aanpassing aan de 125cc is best goed verlopen. Ik was er snel aan gewend en achteraf bekeken klopte zeker de timing. Op het einde merkte ik gewoon dat de 85cc niet sneller meer kon, dat ik er de limiet mee had bereikt zeg maar!”

Een nieuwe klasse, een nieuwe start. Is dat alsof je weer vanaf nul begint?
De Wolf:
“Veel van mijn concurrenten ken ik natuurlijk omdat ik er vroeger al tegen heb gereden. Toch is het ook heel anders. Misschien kunnen die rijders beter overweg met de 125cc dan met de 85cc? Dat weet je niet op voorhand. De voorbije jaren heb ik ook al gezien dat sommige rijders die niet echt mee konden op de 85cc of 125cc er ineens toch staan in de 250cc.”

We hebben erg spectaculaire foto’s gezien van de teamshoot. Geweldig om te zien, is stijl op de motor belangrijk voor jou?
De Wolf
: “Nee, daar ben ik niet zo mee bezig. Ik wil gewoon winnen! Ik had de motor goed onder controle en het is ook gewoon iets makkelijker om mooi te springen op een 125cc. De motorverhouding klopt meer. Op een 85cc is dat allemaal lastiger, dan was het te ‘wriemelig’. Voor een mooie sprong heb je ook veel meer snelheid nodig. Thuis speel ik ook wel eens met de motor, daar kan je zeker van leren maar uiteindelijk draait het toch om de snelheid.”


Je bent de enige 125cc rijder in het team. En voor het team was het al even geleden dat ze nog een EMX125 rijder hadden. Hoe verliep de ontwikkeling van die nieuwe motor?
De Wolf: “We hebben toch veel getest. Elke upgrade was super positief. Qua testen heb ik er in ieder geval veel van geleerd, ook op het gebied van het afstellen van de vering en zo. Nu hebben we een goede balans gevonden waardoor ik erg tevreden ben over de Husqvarna.”

Eigenlijk maak je nu naast de GP rijders Thomas-Kjer Olsen en Jed Beaton deel uit van een fabrieksteam. Van wie heb je de voorbije maanden het meest opgestoken?
De Wolf: “In de eerste plaats is dat mijn trainer, Rasmus Jörgensen. Hij is heel erg professioneel en in grote lijnen is mijn fysieke training te vergelijken met die van Olsen en Beaton. Natuurlijk werken zij bijvoorbeeld in de gym wel met andere gewichten. Die trainingen zijn best pittig maar ik ben zeker sterker geworden fysiek. Daarnaast heb ik heel veel gehad aan de kleine, fijne tips van Jacky Martens.”

 

Vlnr Thomas Kjer-Olsen, Rasmus Jörgensen, Jed Beaton en Kay De Wolf tijdens de teamvoorstelling.

Veel mensen vergelijken jou met Jeffrey Herlings. Hij heeft ook nog voor Jacky Martens gereden toen hij aan zijn internationale carrière begon, jullie komen uit dezelfde streek. Wat vind je van die vergelijking?
De Wolf:
“Ik ben mezelf en Jeffrey is Jeffrey. Hij werkt er in ieder geval kei en keihard voor, alleen al als je hem bezig ziet kan er je veel van opsteken. Het is zeker niet zo dat ik veel contact met ‘m heb of zo. Eigenlijk was het op trainingskamp in Spanje deze winter de eerste keer dat ik hem wat beter leerde kennen.”

Internationaal sta je voor het eerst aan de start van een volledig kampioenschap. De EMX125 telt zeven wedstrijden terwijl het EK85cc of het WK op één weekend worden verreden. Dat is een groot verschil.
De Wolf: “Klopt, dat ik vind ik zelf erg positief. Nu komt het niet allemaal meer aan op die ene dag of dat ene weekend. Dat zag je vorig jaar bijvoorbeeld in Loket waar ik in de eerste manche viel.  Daardoor was de kans op de Europese titel eigenlijk al verkeken. Aan de andere kant reed ik stressvrij in de tweede manche en die won ik.”


Naar welke wedstrijd kijk je het meest uit dit seizoen?
De Wolf: “Toch Valkenswaard, en ook Lommel. Dat zijn allebei thuiswedstrijden, precies op 20 minuten van thuis! Misschien heb ik nog iets meer een voorkeur voor Lommel. Het zand is er toch een stuk zwaarder, dat bevalt me meer. (lacht) En in de zomer is het weer natuurlijk beter! Ik ben opgegroeid in het zand. Als jonge rijder reed ik al zovéél rondjes in het zand, da’s toch heel anders dan voor een Franse rijder die opgroeit op harde banen.”

Wat is voor jou zo fijn het rijden in het zand?

De Wolf: “Je kan nog door een lijn heen rijden. Je hebt meer keuzemogelijkheden, terwijl je op een harde baan, als die opgedroogd is, toch bent aangewezen op de ideale lijn. Natuurlijk is zand moeilijker voor hobbyrijders omdat het niet alleen fysiek maar ook mentaal veeleisend is.”


Kan jij jouw MX2 teammaten, Thomas-Kjer Olsen en Jed Beaton eens vergelijken?
De Wolf: “Het zijn sowieso twee heel harde werkers. Ze willen allebei gaan voor het allerhoogste en ze doen er dan ook alles aan. Zowel TKO als Jed hebben veel vechtlust, ze willen niet voor elkaar onderdoen! Beaton is ook mentaal sterk. Voor Hawkstone Park reed hij gedurende acht maanden geen enkele wedstrijd, maar hij toonde wel meteen een goede snelheid. Ook hoe hij met zijn rugblessure om is gegaan, laat zien hoe sterk hij is. Thomas is redelijk groot voor een 250 maar hij pakt het wel goed aan. Hij heeft een goede stijl en past zich uitstekend aan.”

Bedankt voor het interview Kay.
De Wolf:
“Graag gedaan!”

Tekst: Tom Jacobs
Foto’s: shotbyBavo, Ray Archer, Niek Fotografie