De populairste nieuwe rijtechniek in de motorcrosswereld is om je voeten de hele bocht door op de steunen te houden. Alhoewel niet altijd zaligmakend is de trend is steeds meer zichtbaar in de MXGP en Supercross. Dit wordt vooral gedaan om in balans te blijven bij het uitkomen van een bocht.
Rijden met je voeten op de steunen is niet nieuw. Maar in de begindagen van de motorcross was het een risico om je binnenste been op de voetsteunen te laten staan in een bocht. De motoren hadden toen minder veerweg. De machines waren gewoonweg kleiner en de voetsteunen stonden dichter bij de grond.
Het is niet omdat moderne piloten het rijden met hun voeten op de voetsteunen hebben omarmd, dat het altijd de beste strategie is. Omdat de voetsteunen zich onder het zwaartepunt bevinden, heeft de energie, die van de benen van de rijder naar de voetsteunen wordt overgedragen, een aanzienlijk effect op het rijgedrag van de motor – meer dan het gewicht van de rijder op het zadel. Door uw voeten op de voetsteunen te houden, kunt u een evenwichtiger gewicht op de motorfiets handhaven, wat leidt tot soepelere bochten.
Je voeten op de steunen houden in een bocht is niet altijd beter. Het hangt dus van de situatie af. In sommige bochten kan het gemakkelijker en sneller zijn voor een rijder om zijn voet eraf te halen. Een aantal motorcrossers uit de MXGP en Supercross houden hun voeten niet fulltime op de steunen, maar ze houden ze er wel steeds vaker op. Het grote voordeel van je voeten op de steunen houden, is dat het de consistentie verhoogt. Met minder bewegingen is het makkelijker om gefocust te blijven op een goede bocht en het volgende rechte stuk.
Wanneer je je voeten op de voetsteunen laat staan, besteedt je lichaam geen energie aan het optillen en strekken van je been. Vergeet niet het extra gewicht van laarzen en kniebescherming mee te tellen. Ten tweede vermindert het de vermoeidheid van je armen en schouders omdat je meer grip hebt met je benen.
Om ten volle te profiteren van het feit dat je je voeten de hele bocht op de steunen houdt, moet je erop letten waar je voeten de steunen precies raken. Je moet op de bal van je voeten rijden. Die ligt net achter je tenen. Als je dat niet doet, kan je laars de binnenkant van de spoorbreedte raken en je knie verdraaien. Door op de bal van je voeten te rijden, kun je ook je enkels buigen, zodat je hobbels kunt opvangen.
Oefen deze rijmethode grondig. Met meer momentum en een grotere bocht is het gemakkelijker om je aan te passen aan de techniek van het nemen van een bocht zonder dat je binnenbeen een “steun” is om je te redden. Zodra je de techniek uitprobeert in scherpere, meer technische bochten, moet je verder vooruitkijken en de motor met je benen samendrukken. Dit voorkomt dat je met je binnenste been gaat schuiven.
Een techniek gebaseerd op dezelfde principes is “snelle voeten”. Het betekent dat je voet zo weinig mogelijk van de voetsteun af is. De beste rijders zetten hun voeten tegenwoordig snel weer op de steunen omdat ze weten dat ze zo meer gas kunnen geven en sneller kunnen gaan met meer tractie.
Elektrische motoren zonder shifter, rempedaal en koppelingshendel zijn ideaal om te oefenen met de voeten op de steunen. Ze hebben geen versnellingsbak, waardoor een koppelingshendel en een versnelling overbodig zijn. Veel elektrische crossers hebben een hendel aan het stuur (daar waar voorheen het koppelingshendel zat) om de achterrem te bedienen. Hierdoor komen beide voeten vrij om fulltime op de voetsteunen te blijven staan. Minder beweging met je voeten maakt het makkelijker om te rijden en makkelijker om de juiste techniek uit te voeren.