Published On: 20 oktober 2025

High performance, handgemaakt, exclusief en met een geweldige look — dat zijn de eerste associaties die in me opkomen als je het over TM Racing hebt. Op uitnodiging van de fabrikant uit Pesaro trok ik naar Italië om enkele 2026-motoren te testen.

TM Racing is, zoals bekend, geen merk van de grote volumes. Met een jaarlijkse productie van ongeveer 1.300 motoren richt TM zich volledig op het bouwen van race-ready machines voor motorcross, enduro en supermoto. En dat doen ze met succes.

Het merk van oprichters Gastone Serafini en Claudio Flenghi verzamelde sinds 1977 maar liefst 26 wereldtitels in enduro en supermoto. Hoewel TM ruimschoots zijn sporen heeft verdiend met viertaktmotoren, loopt de tweetakttechniek als een rode draad door de geschiedenis van het merk.

In de jaren ’90 boekten Alex Puzar, Luigi Seguy en Massimo Bartolini successen in de 125cc-GP’s op TM. Dit seizoen reden Niccolò Mannini en Riccardo Pini samen zes podiumplaatsen bij elkaar in het EMX125-kampioenschap.

Dat ik uitkeek naar TM’s nieuwste 125cc-wapen, is dan ook zwak uitgedrukt! Op een zonovergoten donderdagmiddag belandde ik op het perfect geprepareerde, voor mij nog onbekende circuit van Fermignano. Daar stonden zelfs twee 125cc-motoren voor me klaar: de TM MX125 “Corse” (carburateurversie) en de TM MX125 Fi (injectieversie).

Als liefhebber kun je dan niet anders dan:
a) genieten van de prachtige aanblik van zoveel moois, en
b) gretig gebruikmaken van deze unieke kans om een carburateurmotor rechtstreeks te vergelijken met een injectiemotor.

Na een korte technische briefing over beide motoren was het tijd om te rijden.

TM MX125cc ‘’Corse’’

Als eerste was het de beurt aan de carburateurgestuurde 125cc. Het circuit lag er mooi bij, maar was vrij diep omgeploegd en de sproeiers hadden in de ochtend aangestaan, wat resulteerde in een zware baan voor de lichte motoren.

Het doel van mijn eerste sessie was vooral de baan verkennen en gevoel krijgen met de motor – het was immers bijna tien jaar geleden dat ik nog op een 125cc had gereden. Dat bleek niet eenvoudig door het zware circuit, dus besloten we om na een korte sessie even te wachten zodat de baan kon opdrogen.

Toen het circuit iets droger was en er meer lijnen ontstonden, kreeg de 125cc carburateurversie een eerlijke kans. Deze “factory” editie, de TM MX125cc Corse, is uitgerust met tal van extra’s zoals een Scalvini-uitlaatsysteem, Renthal Fatbar-stuur, verbeterde remcomponenten (Brembo & Nissin), KYB-internals in de voorvork, bronsgeanodiseerde onderdelen en meer.

Wat meteen opviel, was dat de motor heel precies gereden moet worden en dat je hem echt ‘aan de praat’ moet houden – logisch, want ik heb niet meer het postuur van een zestienjarige.

Na enkele rondjes had ik het ritme te pakken en kon het gas erop. De 120-achterband maakte het extra uitdagend: de motor verslikte zich geregeld bij het uitaccelereren, wat precisie vereiste. Toch kreeg ik een goed gevoel dankzij het flexibele frame en de goed werkende vering.

Het hoge Renthal-stuur voelde niet storend, mede omdat de zithouding van de TM van nature vrij hoog is. De vering was aanvankelijk wat zacht, maar de monteurs hadden dit snel gezien en met enkele klikjes was het probleem opgelost. Daarna werd de motor een stuk stabieler en comfortabeler. Ook het remsysteem overtuigde: ondanks de vele hoogteverschillen en intensief remmen bleef de remdruk constant – een dikke plus.

Qua vermogen merk je dat de powerband van de 125cc vrij smal is. Je moet dus heel nauwkeurig rijden en schakelen. Schakel je te vroeg of te laat, dan ben je het momentum kwijt. Dat is nu éénmaal “the nature of the beast” op een 125cc.

Maar met een juiste timing reageert de motor levendig en heb je voldoende power. De gasreactie is soepel en lineair, niet explosief. Vanuit het lage naar het middentoerengebied mist de motor wat punch, maar hoger in de toeren komt hij echt tot leven. Dat mindere gevoel onderin kan deels te wijten zijn aan de 120-achterband.

Conclusie: een wendbare, gemakkelijk te rijden motor, maar qua vermogen net iets te mild. Voor jonge rijders die overstappen van 85cc naar 125cc is dit echter een ideale tussenstap. Mijn persoonlijk cijfer: 6,5/10.

TM MX125cc Fi

Na de carburateur was het tijd voor de injectiegestuurde versie van TM. Ietwat sceptisch begon ik eraan, want ik had nog nooit op een injectie-tweetakt gereden en geef normaal de voorkeur aan een carburateur.

De baan lag er inmiddels perfect bij, met mooie sporen en droge lijnen – ideale testomstandigheden dus. Deze injectieversie was het standaardmodel, dus niet de Corse-uitvoering. Opvallend was het lagere en vlakkere stuur, wat hielp bij het insturen van korte bochten.

Na het opwarmen en wennen aan de motor ging het gas erop. Het verschil met de carburateurmotor was direct duidelijk: de injectievariant is op elk vlak sterker. Wanneer je vermogen vraagt, levert hij – zonder verslikken of inhouden.

De gasreactie is scherp en direct, vooral bij het uitkomen van bochten. Dankzij de directe brandstofinspuiting is er constant vermogen beschikbaar.

Deze motor was uitgerust met een 110-achterband, lichter voor koppeling en motorvermogen dan de 120-band op de carburateurversie. Vanuit de bocht is de motor opvallend krachtig en hij trekt soepel door de versnellingen. Ook bergop bleef het vermogen aanwezig – indrukwekkend, gezien mijn gewicht van 85 kg. De enige lichte tekortkoming is de topsnelheid: in het hoogste toerengebied lijkt hij iets te vroeg uitgewerkt, al is dat geen groot probleem en makkelijk te verbeteren.

De combinatie van krachtige motor en goed handelbaar chassis maakt dit een bijzonder fijne motor om te rijden. De achtervering stond aanvankelijk te zacht, maar werd snel bijgesteld door de TM-technici.

Ook de voorvering kreeg een kleine aanpassing, waardoor de motor preciezer instuurde. De voorvork voelde iets zenuwachtiger dan bij de Corse-uitvoering, maar zonder negatieve invloed op het rijplezier.

Conclusie: de injectiemotor heeft me positief verrast. Hij biedt een soepele, directe en plezierige rijervaring. Ondanks dat je ook hier precies moet blijven rijden, is dit een motor die rechtstreeks uit de showroom klaar is voor wedstrijden. Mijn cijfer: 8/10.

De vergelijking: carburateur of injectie?

Voor MXMag was dit een unieke test: twee technisch verschillende TM MX125cc-modellen naast elkaar. Ook voor TM was het interessant om deze “showdown” te volgen en feedback te ontvangen.

Op harde circuits zijn de verschillen vaak klein, maar in dit geval was mijn voorkeur duidelijk. De injectiemotor is op elk vlak sterker en reageert beter, terwijl de carburateurmotor zich vaker verslikte.

Zelfs met gelijke banden (110) zou het verschil merkbaar blijven. Qua vermogen is de injectievariant simpelweg superieur – van onderin tot in het hoge toerengebied.

Toch heeft de carburateurversie meer potentieel voor tuning. Met de juiste afstelling valt er nog vermogen te winnen. Het rijwielgedeelte is grotendeels identiek, al had de Corse-uitvoering dankzij het Renthal-stuur en KYB-voorvork een iets verfijnder stuurgedrag.

Eindconclusie: mijn voorkeur gaat duidelijk uit naar de injectiegestuurde TM MX125cc Fi. Hij is krachtiger, directer en beter uitgebalanceerd.

TM heeft aangegeven dat hun focus voor toekomstige ontwikkeling vooral bij dit model ligt – en dat merk je. Met het 2026-model heeft TM een sterke basis gelegd voor de toekomst van hun 125cc-crosser.

Dankzij hun sterke prestaties in de EMX125 heeft TM ook aangetoond dat ze op het hoogste niveau niet hoeven onder te doen tegenover hun Oostenrijkse, Japanse of Italiaanse concurrenten in de 125cc categorie.

Klik hier voor meer informatie over het TM gamma

Tekst: Remy Van Alebeek