We hebben het ondertussen gehad over trainingsopbouw in alle verschillende tijdsfases. Nu moeten we deze trainingen natuurlijk gaan invullen met oefeningen die de gewenste fysieke eigenschappen gaan verscherpen. Daarom is het nodig om eerste de voornaamste fysieke basiseigenschappen even op een rijtje te zetten om nadien te gaan uitmaken aan welke eigenschappen je in een bepaalde training of trainingsreeks wilt gaan werken.
De fysieke eigenschappen zijn kracht, lenigheid, Uithouding, Snelheid, Coördinatie en Evenwicht. De eerste eigenschap kracht slaat op de inspanning die je moet doen om een weerstand te overwinnen. Zo kan dit bijvoorbeeld slaan op de inspanning die je moet doen om je stuur er van te weerhouden om verschillende richtingen op te slaan (dit is dynamische kracht), maar dit kan even goed gaan over kracht in je benen als je rechtstaand op je motor met licht gebogen benen rijdt (dit noemt men statische kracht).
Door stretching en specifieke oefeningen te integreren in je training kan je de kans op blessures gevoelig verminderen.
Lenigheid is op zijn beurt interessant in de motorsport omdat een grotere lenigheid de kans op sportblessures verkleint. Je spieren, pezen en gewrichtsbanden kunnen namelijk verder rekken zonder daarbij beschadigt te raken.
Een goede uithouding is belangrijk om een beweging of een reeks bewegingen een langere tijd vlot uit te voeren. Uithouding kunnen we op splitsen in twee niveaus: aëroob uithoudingsvermogen en anaëroob uithoudingsvermogen. Bij aëroob gaat het meer over een inspanning die je lange tijd gaat volhouden (dan spreken we over drie kwartier à een uur en meer), men zegt al eens inspanningen waarbij je vlot kan blijven ademen. Hebben we het over anaëroob dan gaat het over een korte, maar intensieve inspanning.
Met snelheid bedoelen we de eigenschap om in een zo kort mogelijke periode (al dan niet complexe) bewegingen uit te voeren. Hierbij gaat het over een wisselwerking tussen spier- en zenuwstelsel, dit kan je enkel verbeteren door een bepaalde beweging of bewegingenreeks te gaan inoefenen tot er een soort automatisme optreed. Dit kan gaan om snelheid in acyclische bewegingen of te wel niet repetitieve bewegingen zoals speerwerpen. Elke beweging komt slechts éénmaal voor. Maar ook snelheid in cyclische bewegingen. Bewegingen die zich ritmisch herhalen, zoals lopen, fietsen.
Coördinatie sluit aan bij snelheid. Als de coördinatie van verschillende lichaamsdelen niet perfect verloopt kan je beweging nooit ideaal worden. Deze eigenschap vormt de basis om specifieke sporttechnische vaardigheden te gaan uitvoeren. Neem nu bijvoorbeeld het nemen van een bocht op een glad parcours waarbij je moet gaan bijsturen met zowel je armen door middel van je stuur, maar ook met je benen en je lichaam. Wat een bijzonder complexe beweging is moest je ze gaan analyseren. Daarbij mag je tevens niet vergeten de situatie verderop te bekijken om hierop reeds te anticiperen.
Evenwicht komen we tegen in zowat alle sporten en dus ook in het off-road rijden. Het begint al bij de motorfiets in evenwicht te houden aan lage snelheid (aan hogere snelheid houdt de machine zichzelf in evenwicht). Gaandeweg wordt het enkel maar moeilijker door het behouden van evenwicht bij bijvoorbeeld springen waarbij we in verschillende richtingen evenwicht moeten gaan behouden (voor-achter-links-rechts).
Wat motorcross, enduro, trial en eigenlijk alle motorsporten nu net zo complex maakt en dus ook de voorbereidingen ervoor is dat je alle eigenschappen meer dan gemiddeld moet gaan ontwikkelen om uit te blinken in je discipline. Het komt er dus op neer de verschillende basiseigenschappen allemaal regelmatig aan bod te laten komen in je trainingen of trainingsreeksen. Je moet natuurlijk voor jezelf gaan bepalen welke van deze eigenschappen je al goed beheerst en welke minder. Dan is het een kwestie de minst ontwikkelde eigenschappen zo snel mogelijk op een hoger niveau te krijgen.
Tekst: Bram Deboutte, Bron: Bloso
Credit foto’s: Yamaha Racing, Rutgerpauw.com/Red Bull Photofiles