Net als vorig jaar rond deze tijd hebben we Yves Devlaminck, die sinds begin 2009 als BMB bondscoach fungeert, gevraagd om zijn licht te laten schijnen over de talenten van morgen. Wat hebben de beste Belgische jongeren in hun mars tegenover hun buitenlandse concurrenten? We geven jullie vandaag het eerste deel van de analyse van ‘Mr Holeshot’.
Ludovic Brevers: in 2011 naar het EK MX2
Yves Devlaminck: “Na een seizoen in de 125cc en één op een 250 4-takt, heeft Ludo ervoor gekozen om deze zomer voor een paar internationale wedstrijden terug op een 85cc te stappen. Ik denk dat dit een goede keuze was, maar helaas te laat. Hij heeft zo wel kunnen proeven van twee dagen competitie op hoog niveau. Hoewel de resultaten niet buitengewoon waren, was het zeker een goede ervaring voor volgend seizoen. In 2011 wordt hij het diepe ingegooid want hij stapt over naar het EK EMX2. Daar zal hij het moeten opnemen tegen piloten die veel meer ervaring hebben dan hij.
Sportief gezien is dat een goede keuze op voorwaarde dat hij het beschouwt als een leerjaar. Op de motor zal hij alles moeten fijn slijpen. Doordat hij op andere omlopen zal gaan rijden moet hij ook veel vooruitgang maken in sporen, in het zand en zijn springtechniek verbeteren. Voor de rest heeft hij een goede basis. Ludovic is een vechter die nooit los laat. Hij is nog jong is en hij heeft goede mensen rond zich. Alle ingrediënten zijn aanwezig om er een veelbelovend seizoen van te maken.”
Cedric Grobben: sterk op elke ondergrond
Yves Devlaminck: “Zoals dat de twee voorbije seizoenen het geval was kon Cédric zijn seizoen helaas niet afmaken vanwege een blessure. Jammer genoeg raakte hij ook nog eens gekwetst terwijl hij op zijn best was! Tot dan viel er weinig aan te merken op zijn prestaties. Cedric zat regelmatig in de top 10 en zelfs top 5 van de ADAC 5. Ook in Frankrijk zat hij er goed bij en in België reed hij aan de kop. Zonder twijfel heeft hij vorige winter een heel mooi stap vooruit gezet. Hij heeft een goede houding op de motor, hij kan op zand én op hard goed uit de voeten én hij heeft een goede begeleiding. Volgens mij moet hij vlot de overgang naar de 125cc kunne maken. Ik zou hem als raad willen meegeven om aandacht te blijven schenken aan zijn techniek, daarnaast moet hij de tijd nemen om zijn motor te leren kennen. Vooraleer je hard kan gaan moet je helemaal op je gemak zijn over de reacties van je motor in alle mogelijke omstandigheden.”
Het fantastische seizoensslot van Yannick Heylen
Yves Devlaminck: “Eerlijk gezegd vond ik, tot afgelopen zomer, dat Yannick in 2010 maar weinig vooruitgang had geboekt. Ronduit teleurstellend zelfs. Nadat hij van materiaal veranderde maakte hij echter een serieuze ‘klik’. Om eerlijk te zijn, tot afgelopen zomer, ik vond zijn 2010 beperkte vooruitgang, zo niet teleurstellend. Eerst was hij al sterk tijdens de ADAC dan volgde Markelo en tijdens de Coupe de L’avenir in Angreau zette hij de kroon op het werk. Yannick was onherkenbaar. Hij ging voortdurend in de aanval, zonder té agressief te rijden hij bleef precies en vooral heel snel. Yannick heeft nog een schitterend naseizoen gereden.
Volgend seizoen moet hij vooraan zitten. Dat is iets nieuws voor hem. Maar alles wijst erop dat hij deze rol perfect zal opnemen. Op de motor moet hij blijven werken aan zijn techniek (waarom niet met wat supercross deze winter?) en de keuze van zijn rijlijnen gedurende een raceweekend laten evolueren. Yannick is zeker een piloot met een mooie toekomst.”
In deel 2: Daymond Martens, Axel Nijs en Nathan Renkens
Credit foto’s: Mxmag, Mireille Heylen/ML-MX team, Michel Hennebert