“De eerste klap is een daalder waard” zo luidt een oud Nederlands spreekwoord. In dit geval zelfs twee daalders want niet alleen is dit de allereerste aflevering van de column Motocross International, maar hij gaat ook over de eerste GP van 2011 in Sevlievo.
Na afloop van de eerste GP van het jaar is het uiteraard nog te vroeg om van een tendens te spreken. Feit is wel dat de kaarten stevig geschud werden. Nogal wat rijders deelden in de klappen, vooral in de MX1 kwamen de rijders uit de Benelux er op 2 uitzonderingen bekaaid vanaf. Was de overwinning van Clément Desalle een verrassing? Misschien niet echt, aangezien de KTM’s ook geen verpletterende indruk gemaakt hadden tijdens het voorseizoen. Dat we ook Steven Frossard vooraan zagen was ook geen donderslag bij heldere hemel. Als Stefan Everts in een krant zegt dat hij veel van Frossard verwacht, weet je dat zo’n gast wel goed moet zitten. Waren er dan eigenlijk wel verrassingen? Toch wel, neem maar de goede prestaties van Kevin Strijbos. Wordt dit het jaar dat alles terug klikt voor Strijbos? Het zou wel eens kunnen… Steve Ramon zei achteraf in het Rockstar Suzuki-persbericht dat hij de schade nog had kunnen beperken. Op papier misschien wel, maar om als 12e in de tussenstand naar Valkenswaard afreizen geeft wellicht geen goed gevoel. Dezelfde conclusie geldt voor Ken De Dycker. De Dycker moet in Valkenswaard zwaar aan de bak, wil hij nog een rol van betekenis spelen in het verdere verloop van dit WK.
Wie het er in Sevlievo goed vanaf bracht heeft een flink aantal WK-punten op zak. En zo’n sterke start kan op meer dan een front helpen. Denken we maar aan de teamleiding en sponsors die al een beetje meer stoom kunnen aflaten. Met podiums en GP-overwinningen win je uiteraard geen wereldkampioenschap maar het helpt wel.
Ook Ken Roczen maakte in Sevlievo een vliegende start. De Duitser domineerde zijn eerste outdoorwedstrijd op de KTM op een ongeziene manier. De concurrentie, met Tommy Searle op kop, kan dan al zeggen dat ze naar Bulgarije waren gekomen om hun eigen race te rijden of om een podiumplaats te halen. Dat zal wel allemaal zo zijn, maar de klap zal toch hard zijn aangekomen. Searle moest in de 2e reeks 21 seconden prijsgeven, Roczen’s teamgenoot Jeremy Van Horebeek zelfs 39. Als de tiener uit Mattstedt tijdens het verdere verloop van het seizoen nog zo’n astronomische snelheid blijf vertonen zou het verzameld motorcrossjournaille wel eens zonder superlatieven kunnen zitten. In de Duitstalige vakpers heeft men het nu al over “King Kenny”…
JBS
Foto Credit: KTM Images/R. Archer