Rockstar Energy Suzuki’s Kevin Strijbos is een van de sterkhouders van het Belgische motorcross. Na een moeilijke periode van een aantal jaren is de voormalige Junior-wereldkampioen terug in het vertrouwde Suzuki-nest neergestreken. Vlak voor de GP van België van komend weekend overloopt demotorsite.be samen met hem het huidige WK-seizoen en blikken we vooruit op Bastenaken.
Kevin, hoe zijn de GP’s tot hiertoe verlopen voor jou?
Kevin Strijbos: “Vrij goed, denk ik. Ik sta momenteel op de 5e plaats. Qua resultaten mag ik zeker niet klagen, al had ik ook enkele mindere GP’s. Zo was de GP van Thaïland niet echt goed en was ook Portugal niet schitterend. Maar die vijfde plaats vind ik zeker niet slecht. Vooraf was die 5e plaats het doel voor dit seizoen, dus… Bovendien heb ik ook twee podiumplaatsen kunnen veroveren in de GP’s.”
Heeft de komst van Joël Smets als rijderscoach bij Rockstar Energy Suzuki invloed gehad op jouw rijden dit jaar?
Kevin Strijbos: “Mja, dat denk ik wel. Vorig jaar was ik ook al wel terug goed bezig. Maar vanaf het ogenblik dat ik begon te werken met Joël is er een positieve klik geweest. Joël is er ook altijd bij als ik met de motor ga trainen en gaat vaak mee fietsen. Onze relatie is heel goed. We kunnen alles tegen mekaar vertellen. En dat moet ook wel, denk ik. Ik ben heel tevreden over de samenwerking, m’n inzet is er alleen maar beter door geworden. Maar dat geldt evenzeer voor Joëls inzet. Hij doet er alles aan om de rijders beter te helpen worden.”
Je hebt wel nét naast een plaats in Joëls team voor de Motocross of Nations gegrepen, was dat een teleurstelling?
Kevin Strijbos: “Ergens wist ik het wel al een beetje dat ik er niet bij zou zijn. Langs de andere kant is niet geselecteerd worden nooit leuk. Maar goed, ik ben er zeker niet kwaad voor als zij (BMB-bondscoach Joël Smets betrok dit jaar ook Stefan Everts en Marnicq Bervoets in het selectieproces, BJ) vinden dat die drie jongens de beste ploeg vormen moeten ze hen selecteren. Als ik daar dan niet bij zit is dat heel spijtig maar dan hoop ik nog altijd het beste voor hen.”