X

CP377, neemt geen blad voor de mond! (Deel 3)

In de statistieken van de website zagen we dat u deel 1 en deel 2 enorm goed heeft ontvangen. Dat doet deugd want in dit soort interviews kruipt veel werk. Hier hebben we voor u nog het laatste deel van het exclusieve interview met Christophe Pourcel.

STOPPEN? DAT IS EEN GEVAARLIJKE VRAAG.

Denkt Christophe Pourcel er soms aan om de botten aan de wilgen te hangen? Om er gewoon een punt achter te zetten? ‘Dat is een gevaarlijke vraag. (zucht). Het ligt veeleer aan hoe de toekomst uitdraait met teams en ondersteuning. Als je als piloot krijgt wat je nodig hebt en je doet het nog steeds graag, dan stop je natuurlijk niet. Als je als piloot echter in een team komt waar de motor niet goed is en het plezier is er niet meer, dan kan je over stoppen beginnen nadenken. Mijn situatie is, ik heb nog heel veel plezier in het rijden en mijn snelheid is er nog steeds om mee te spelen voor topposities in de 250 of 450 klasse. Ik won Grand Prix’s, Outdoors & Supercrosses. Maar als de teams mij niet willen kan ik niet racen. Daarbij ga ik de aan de sport verbonden risico’s niet trotseren voor 0$. Een contract met een minimum loon en mooie bonussen is toch geen overdreven eis. Zodat als je goed presteert er een mooie verloning staat tegenover de behaalde resultaten en genomen risico’s. Dat is echt alles wat ik maar wil, want ik race nog enorm graag. Dus ik zou graag nog enkel jaren doorgaan maar als alle elementen niet ideaal zijn begin ik er ook niet aan. Achteraf bekeken is dit seizoen bij Yamaha misschien ook wel gewoon tijdverlies geweest. De motor lag me niet, ik bleef ver onder mijn kunnen en ver onder de verwachtingen.’

Je hebt nu al enkele malen op een Yamaha gereden, ook enkele malen op KTM en een half leven op Kawasaki. Is die Kawasaki dan de enige ideale motor voor jou? ‘Het chassis van de Kawa lijkt soms voor mijn rijstijl ontworpen. De snelheid die ik creëer probeer ik over heel het parcours kwijt te geraken en daarvoor is die Kawasaki gewoon zeer goed. Ze hebben me ook verteld dat de Suzuki zowat de zelfde eigenschappen heeft van de Kawasaki. De Honda zou ik eventueel ook nog wel eens kunnen proberen dat is naar verluid een unieke motor, maar heb nog nooit op de recente modellen getest.’

NET NA JE EEN ONGEVAL HEBT GEHAD WIL JE NOOIT MEER RIJDEN

Nu wie over Christophe Pourcel praat, zal het ongetwijfeld hebben over de zware valpartij die de Fransman verlamd achterliet. De MX2 wereldkampioen uit 2006 kwam in 2007 zwaar ten val in Moneyglass Demesne in Noord Ierland. Daarbij werd het bekken in stukken van elkaar gerukt en zenuwen werden geraakt. De toen nog jong onbezonnen kereltje met uiterst veel talent kreeg 30% kans van de dokters om nog zelfstandig te lopen, over motorcrossen werd geen woord gerept. De wonden genazen en langzaam kwam ook het gevoel terug en op 14 mei 2008 kroop Chris Pourcel terug op de motor. Dit zoals de legende het wil na het ledigen van z’n blaas met sondetube. Want springen en een nog herstellende blaas gingen niet samen. Waarom kruipt iemand die toch al een wereldtitel heeft op dat moment toch opnieuw op dat stuk ellende? ‘Uhm,… (stilte). Wanneer je net je ongeval hebt gehad wil je natuurlijk nooit meer rijden. Maar denk je na en zeg je uzelf dingen zoals, ik heb toch een stijl waarmee ik toch minder risico’s neem. Dus ik vertelde m’n vader laten we terug gaan rijden. We zien wel wat er gebeurd. Gaat het goed, voel ik geen schrik dan kan misschien wel terug gaan racen. Eerlijk, ik was wel enorm verrast dat ik geen bang had. De valpartij is namelijk gebeurt na een sprong en ik verwachte dat ik geen vertrouwen meer zou hebben om blind een sprong te nemen. Maar in wedstrijd komt die angst niet in mijn hoofd op, dan bestaat ook enkel maar de wedstrijd. Dat is toch voornamelijk waarom ik race. Maar ik sta nog steeds enorm te kijken dat dit me niet beïnvloed in wedstrijd.

IK HEB HEN MEERMAALS GEKLOPT EN ZIE NIET WAT ER VERANDERD IS

Als slot vraag, denk je dat je het nog in je hebt om te vechten tegen jongens als Eli Tomac, Justin Barcia en andere AMA toppers? Ben je er zelf nog van overtuigd dat je wedstrijden en mogelijks kampioenschappen kunt winnen? ‘Op een goeie motor denk ik dat we allemaal dezelfde zijn. Voor een kampioenschap moet je 17 wedstrijden op uw toppunt van uw kunnen zijn. Maar Justin Barcia, Eli Tomac en die andere hebben mij vroeger geklopt, maar ik heb hen ook meermaals geklopt. Ik zie niet wat er is veranderd’

Tekst & Interview: Matthias Van Eeckhoven – Foto’s: CDS