X

Exclusief: interview met Cédric Grobben!

Het traditionele ‘Vijf minuten met’ formaat volstond deze keer niet. Simpelweg omdat we met Cédric Grobben één en ander hadden in te halen! MXmag deed namelijk nog nooit een interview met de rappe Limburger. En zo’n interview dat had Cédric zelf ook nog nooit geven! Daar hebben we samen wat aan gedaan.

Komend weekend staat Grobben aan de start in het BK Motorcross in Moerbeke. Vorige maand was hij ook al te zien in de VLM maar het hoofddoel van de 21-jarige piloot is het Duitse kampioenschap. Grobben is dit jaar één van de vijf Belgische musketiers in de ADAC MX Masters. Samen met Jéremy Delince, Kevin Fors, Jens Getteman en Cyril Genot zal hij de nationale driekleur verdedigen in één van de sterkste nationale kampioenschappen van Europa.

Je bent sterk aan het seizoen begonnen; knap tweede in Helchteren dan zesde in de erg sterke bezette VLM wedstrijd in Lommel. Eigenlijk is het toch nog altijd je eerste volledige seizoen op de 450?
Cédric Grobben:
“Dat klopt, maar ik had eind vorig jaar al 450 gereden en dat ging best goed. Door het slechte weer heb ik niet zo heel veel kunnen met de motor trainen deze winter. In Helchteren en Lommel liep het inderdaad telkens lekker. Ik weet wel dat ik fysiek nog ver van mijn beste vorm zit.”


Helchteren was direct een knaller hé?
Grobben:
“Het zal wel! Dat is maar een kwartier van bij mij thuis en er waren inderdaad heel veel supporters meegekomen. Sowieso is het mooi als je met zoveel publiek achter het starthek staat, ik denk dat het volk daar aan de start overal 2, 3 rijen dik stond!

Je kwam als één van de topfavorieten uit onze poll voor Helchteren én je stond er ook direct!
Grobben:
“Dat was wel tof ja. Zowel in Helchteren en zeker in Lommel lag het niveau echt hoog met Ken De Dycker, Jeffrey Dewulf, Jonathan Bengtsson en Micha-Boy De Waal er bij. Van zo’n wedstrijden kan ik echt genieten. Ik heb dat graag om tegen zo’n mannen te rijden. Als iemand achter je ziet hoor je dat die naar een gaatje zoekt. Of als je er achter zo’n snellere rijder hangt, zie je de lijnen die ze nemen. Je leert altijd bij hé!”

In Helchteren keeg je het publiek in de tweede manche ook op jouw hand!
Grobben:
“In de tweede manche kon ik aanpikken bij Ken (De Dycker). Als je zo even kan meegaan en je zet ‘m er dan nog eens langs… Ja, da’s wel cool hé! Sjiek om te zien hoe de supporters dan uit hun dak gaan.”


Wie is de grootste grapjas van de VLM?
Grobben: “Daar moet ik even over nadenken… Doe maar Wesley Verheyen. We kunnen goed samen plezier maken. Net voor de start staat hij nog onnozel te doen. Dan komt hij af en zegt: ’Niet te hard rijden hé!’ Of: ‘Als je mij pakt, dan pak ik u terug!’ (lacht) Ik weet niet of dat pakt in tekst, maar hij zegt het op zo’n plezante manier dat je wel moét lachen!”

Mogen we 2016 het jaar van de comeback noemen? Je hebt zowel in België als in Duitsland knappe resultaten laten zien op de MX2 motor.
Grobben:
“Voor mij was 2016 inderdaad een geslaagd jaar. In de ADAC MX2 won ik in Aichwald, ik heb nog eens een 3de en 4de plaats in en reeks gehaald en werd 5de in het kampioenschap. Ook in de VLM heb ik me goed kunnen tonen met enkele zeges. Dat was ook een leuke ervaring. Er zijn altijd veel snelle rijders in de VLM en je mag jongens zoals een Wesley Verheyen echt niet onderschatten. Daar wordt zeker flink gas gegeven!”

Was het dan niet spijtig om over te stappen naar de 450?
Grobben:
“Ergens wel, maar in Duitsland mag je in de MX2 Youngster Cup maar meedoen tot 21. Daarom moest ik dus overstappen. De 450 ligt me redelijk goed omdat ik meer op lagere toeren rijd en omdat de motor sterker is. Dat past ook beter bij mijn stijl. Maar vorig jaar ging het al direct redelijk goed op de 450. Ik hoop dat ik die lijn kan doortrekken!”

Als werkmens/kraanman tijdens het laden van een vracht!

Hoe ziet jouw programma er dit jaar uit?
Grobben:
“Mijn ambities liggen dit jaar in de ADAC MX Masters, waar het dus mijn eerste jaar in de MX1 wordt. In België ga ik wat BMB wedstrijden rijden of als ik geen wedstrijd heb, rijd ik mee in de VLM. Altijd mooie strijd daar! In Duitsland rijd ik voor het privé-team van Paul Bagger, met steun van onder andere Zupin Motorsport (red; de Duitse Fly Racing invoerder). Voor de Belgische wedstrijden krijg ik hulp van Dam Racing. En ik heb met Volvo Trucks Paesen ook een heel goede en trouwe privé-sponsor. Eigenlijk steunen die mensen mij al zolang ik cross rijd!”

Wat wil je in Duitsland bereiken?
Grobben: “Een écht doel heb ik niet in de ADAC MX Masters. Het niveau is er best hoog met veel sterke piloten, ook veel internationale namen en geregeld GP mannen die meedoen. Vorig jaar heb ik in de ADAC gemerkt dat ik een goede moddercrosser ben! Verder ben ik redelijk volledig, zowel op het harde als in het zand voel ik me op mijn gemak. Ik wil gewoon goede resultaten blijven neerzetten. Wie weet hoe ik me dan wel verder kan ontwikkelen internationaal.”

Cédric (in het midden) als sportman, op het podium in de ADAC vorig seizoen!

Eigenlijk moet je het als amateur in de Inters dikwijls opnemen tegen professionals. Hoe verloopt de combinatie werk/sport voor jou?
Grobben: “Het is niet altijd makkelijk maar vorig jaar is het toch goed gelukt. Dan moet het nu weer kunnen! Elke dag sta ik op om half vijf. Dan werk ik van 5u tot 14u. In de namiddag heb ik dan tijd om fysiek te trainen of om met de motor te gaan rijden. Redelijk zware dagen zijn dat. Aan de andere kant slaap ik na zo’n dag wel goed hoor! Sinds ik ben beginnen werken, heb ik in ieder geval beter naar mijn lichaam leren luisteren. Dat is dus zeker een voordeel.”

Twee jaar geleden kende je een soort van rampjaar. Je dacht zelfs aan stoppen?
Grobben: “Dat had verschillende redenen. Ik heb altijd graag Yamaha gereden maar met die 2015 motor klikte het echt niet. Ik voelde voelde me helemeaal niet goed op die motor. Mentaal was ik wat zwak en dan ga je er al sneller onder door. Toen heb ik ook meegedaan aan de EMX250 in Lommel. Hoewel ik heel goed had getraind lukte er niks. Ik red rond als een blok en ik was erg gestresst. Daar was ik zo teleurgesteld over dat ik wilde stoppen. Ik heb gewoon 4, 5 maanden van ’s morgens tot ’s avonds gewerkt (red. Cédric werkt in het transportbedrijf van zijn familie) zonder een motor aan te raken. Eigenlijk dacht ik er echt aan om er mee op te houden. Toen kreeg ik een aan bod voor Sarholz-KTM om dan ADAC te gaan rijden. Vanaf dan is het weer beginnen kriebelen. Zo ben ik terug fysiek beginnen trainen en ben ik stilletjes aan weer gaan rijden.”

Wie is de scrubking van Genk, jij of Junior Slegers?
Grobben: “Dat ben ik nu! Junior heeft de titel officieel aan mij gegeven. Dat was echt een coole foto die ze hadden gemaakt! Op dat moment wist ik niet dat het zò plat was… Tot ik de foto zag. Het hangt er ook vanaf hoe je naar de berg rijdt. Maar scrubben is tock trickier dan het lijkt. Je moet er toch wel je hoofd bijhouden want het kan ook snel verkeerd gaan.”

Zo word je dus ‘scrubking’!

Hoe ziet jouw setup van de motor er uit?
Grobben:
“Ik rijd met een KTM SX-F 450, maar eigenlijk blijft die bijna zo goed als standaard. Zeker in vergelijking met de toppers. Dat heeft natuurlijk met budget te maken. Als je echt serieus met tuning begint, loopt het snel op: qua onderhoud, andere zuigers steken enzovoort. Nu, ik vind ook niet dat je aan een 450 veel moét veranderen. Als ik ‘m origineel al in alle vitessen kan openhouden, dan kom ik al ver. Zeker als dat ook nog is 35 minuten lukt! Mijn WP Suspension vering werd door Stop&Go gedaan. En ik heb ook een uitlaat op maat die door Rob martens werd gemaakt.”

Met welke motor zou je zelf nog eens willen rijden?
Grobben:
“Met de fabrieks SX-F 450 van Tony Cairoli! Tony is altijd één van mijn favoriete rijders geweest. Ik denk dat het ook interessant zou zijn om te vergelijken met zijn motor van vorig jaar. Naar het schijnt is er best veel veranderd. De Yamaha van Romain Febvre, die wil ik ook nog wel eens testen!”

Dromen mag altijd! Bedankt voor jouw tijd Cédric. Nog een dankwoordje?
Grobben:
“Graag gedaan. In de eerste plaats wil ik mijn ouders bedanken, Wouter van Volvo trucks Paesen, Bo Myrbrink, mijn monteur Wilfried die altijd voor mij klaar staat, mijn vrienden, Paul Bagger en zijn team, Zupin voor mijn uitrusting en natuurlijk ook alle supporters.”


Foto’s: Pietjanssen.nl, BrentMXpics, Zupin Motorsport/ADAC, WoutersLouie fotografie