X

Interview Dutch Masters promotor Arno Van Den Brink

De Dutch Masters of Motocross zijn zonder twijfel uitgegroeid tot één van de mooiste kampioenschappen van Europa. Dit weekend moet een grootse finale in Lichtenvoorde de kers op de taart plaatsen! Dat is eigenlijk nog zwak uitgedrukt. Want een uitzinnige massa die de allergrootste MX-talenten komt aanmoedigen in de Zwarte Cross sfeer maakt dit weekend uniek in de wereld! Een tijdje terug sprak MXMag met promotor Arno Van Den Brink (motocrossplanet.nl), één van de drijvende krachten achter het succes van de Dutch Masters of Motocross.

Een jaar of tien geleden stelde het ONK, met alle respect, niet zoveel voor. Gedurende enkele jaren was het BK, destijds onder de vlag United Telecom Trophy, zowat het grootste nationale kampioenschap van Europa. Nu zijn de rollen totaal omgedraaid. Het kan verkeren zei Bredero. Wat zijn volgens Arno Van Den Brink de sleutels tot succes geweest?

Hoe kijken jullie terug op dit seizoen van de Dutch Masters of Motocross
Van den Brink: “Het was opnieuw erg geslaagd. In Oss maakten we een heel sterke start met een uitzonderlijk deelnemersveld, maar ook Harfsen en Emmen waren goed. Telkens met veel toeschouwers en mooie wedstrijden. We hebben het hele jaar door die positieve lijn kunnen aanhouden. Het was ook goed om een nieuwe baan zoals Emmen aan te doen. Omdat we een Open Nederlands kampioenschap zijn, is het belangrijk om wedstrijden over heel Nederland te organiseren. Dus ook in het noorden van het land hoewel het zwaartepunt in de cross elders ligt. Bovendien hebben ze in Emmen ontzettend veel geïnvesteerd de voorbije jaren, dus de club verdiende het ook wel om de Dutch Masters of Motocross te mogen ontvangen.”

Veel toeschouwers langs de baan, zoals hier in Oss.

Over investeren gesproken, over de vier wedstrijden wordt in totaal €147.900 uitgekeerd voor de MX1 en MX2. Naar motorcross normen is dat enorm. Maar het is wel een heel andere aanpak dan het startgeld dat in België wordt gehanteerd.
Van den Brink:“Klopt, maar als de prijzenpot zo hoog staat en ze beginnen te rekenen dan wordt het voor veel rijders toch nog interessant. Dat geldt niet in het minst voor Jeffrey Herlings. Je moet zo’n rijder ook een reden geven om te wìllen komen. Dan heb ik het niet alleen over de prijzenpot maar ook over de organisatie en het niveau van de competitie. Jeffrey moet tegenover KTM natuurlijk ook kunnen verantwoorden waarom hij Dutch Masters wil rijden.”

Ook de algemene media-aandacht voor motorcross zit in de lift in Nederland?
Van den Brink:“Ja zeker, natuurlijk is Jeffrey daarbij de grote trekker. Maar we proberen die aandacht zo breed mogelijk te maken. Als we met de NOS aan tafel zitten, komen de GP’s aan bod en zo zijn er geregeld livestreams op de NOW website maar er worden ook losse items gemaakt over Jeffrey Herlings. En de NOS komt bij elke Dutch Masters wedstrijd opnames maken. In het algemeen is er meer media-aandacht voor motorcross en het ‘Max Verstappen’ effect helpt ook zodat traditionele media niet alleen oog hebben voor voetbal en de andere grote sporten.”

Ontmoeting tussen oude en nieuwe meesters! Jeffrey Herlings, Tante Rikie en Brian Bogers poseren voor ‘De Nachtwacht’ van Rembrandt.

Hoe belangrijk is de finale van de Dutch Masters of Motocross tijdens de Zwarte Cross
Van den Brink: “Het is in de eerste plaats natuurlijk geweldig voor de rijders en teams. Rijden voor duizenden mensen is natuurlijk heel gaaf. Maar het is ook een fantastische promotie voor de motorcross. Door zo’n finale kunnen we motorsport bij een heel breed publiek onder de aandacht brengen, dat is erg belangrijk voor de motorcross in het algemeen! Om een nieuw publiek aan te spreken, moet je soms wat geks proberen. De samenwerking van de Zwarte Cross met het Rijksmuseum onder de vlag Dutch Masters is daar een mooi voorbeeld van. Jeffrey Herlings en Brian Bogers die samen met Tante Rikie poseren voor ‘De Nachtwacht’ van Rembrandt, dat is toch fantastisch? Twee Nederlandse motorcrossers, toppers in hun vak, die in één adem worden genoemd met Dutch Masters. Beter wordt het niet!”

Toprijders naar een nationaal kampioenschap halen, wordt trouwens wel steeds lastiger.
Van den Brink: “Elke winter wordt er besproken wat er goed is gegaan tijdens het seizoen en wat zijn punten waar aan gewerkt moet worden. Een goed punt in de winter van 2015 op 2016 dat was een samenkomst met alle grote teams. Op die manier kregen we ook van hen te horen waar we moesten verbeteren. Eén van de meest cruciale elementen was dan het samenstellen van een goede kalender. Toen we begonnen in 2015 vielen wedstrijden samen met de overzeese GP’s. Op die manier kan je natuurlijk geen toppers aan de start krijgen en je moet de media-aandacht delen. Dit jaar zijn we wel geslaagd in een mooie kalender.”

Hard tegen hard! Gautier Paulin (links) en Jeffrey Herlings vechten om de Dutch Masters MX1 titel.

Tegenover 2016 is het kampioenschap naar een nog hoger niveau gegaan. Zeker met een fantastische finale zoals tijdens de Zwarte Cross.
Van den Brink: “Dat was ook de insteek voor dit seizoen. We waren tevreden maar we wilden het kampioenschap graag nog een stapje hoger brengen. Ook de KNMV was die mening toegedaan en dat was heel motiverend. Daarom zei Patrice Assendelft, directeur van de KNMV, om er ook vanuit de bond nog meer de schouders er onder te zetten en  er nog een extra klap op geven! Daarom zijn we ook heel druk geweest met het aantrekken van nieuwe sponsoren. Niet alleen ikzelf maar ook Patrice Assendelft, Rinze Bremmer (secretaris motocross bij de KNMV) en andere mensen hebben de afgelopen winter heel wat werk verzet. Zo is er één sterk team ontstaan met één doel: een heel mooi kampioenschap neerzetten in Nederland. We weten dat je met een goede prijzenpot bijna bent verzekerd van goede deelnemers, dan heb je meer publiek, meer media-aandacht. Op die manier kan ook de cross in Nederland groeien. We zijn er blij mee dat het gelukt is.”

Promotor Arno Van Den Brink legde samen met de KNMV en de clubs een fraai parcours af!

Wat was voor jezelf de grootste aanpassing, in een nieuwe rol als promotor.
Van den Brink:“Ik ben eigenlijk webredacteur bij Motocrossplanet, daar heb ik best veel ervaring in. Maar ik loop bij wijze van spreken ook al mijn hele leven op de motorcross rond. Als je als webredacteur naar een wedstrijd gaat dan zie je al heel wat dingen waarvan je denkt ‘Dit gaat niet goed. Als je dat zo zou doen, zou het beter zijn.’ Ik weet nog dat ik in Gemert begon met een try-out als promotor. We moesten de paddock indelen en vooraf hadden we een tekening gemaakt wie waar moest staan. Na een kwartier was het al één grote chaos! Dan kom je er achter dat het toch lastiger is dan wat het van de zijlijn lijkt. Toen realiseerde ik me ook wel dat je te maken hebt met de KNMV, de promotor en de clubs. Iedereen heeft z’n eigen mensen en vrijwilligers waar-ie mee werkt. De samenwerking tussen die drie partijen moet echt gesmeerd lopen wil je succes bereiken.  In de loop der jaren is die combinatie vele malen beter geworden, ook het onderlinge respect is enorm gegroeid. Ik doe het niet alleen, de KNMV doet het niet alleen. We moeten het met z’n allen doen en dat beseffen de clubs ook goed. In het begin dacht ik: ‘Dit is wel helemaal wat anders dan iedere dag verhaaltjes te tikken op internet en te denken dat je wéét hoe het werkt.’ Pas als je er midden in zit, merk je hoe moeilijk het voor een club is om een grote wedstrijd te organiseren. Er komt zo immens veel bij kijken.”

En je moet ook voldoende flexibel zijn. Wat je graag ideaal zou willen en wat in de praktijk ook echt kan, matcht niet altijd.
Van den Brink: “Precies, het opstellen van de dubbele pitlane dat was dit jaar bijvoorbeeld niet altijd mogelijk. Omdat de banen het niet overal toelieten. Daarom hadden we besloten om het dit jaar niet te doen. Voor volgend jaar gaan we dat weer bekijken.”

De puzzelstukjes moeten in elkaar passen. Als dat goed gaat zijn er heel wat partijen die bijdragen tot succes.
Van den Brink:“Zo is het. De mensen op het terrein, de medewerkers van de verschillende clubs zijn daarbij van onschatbare waarde. Een erg belangrijke schakel in de organisatie is  Henri Sanderman (red. voorzitter motorcross commissie KNMV). Dat is een man met heel veel ervaring. Hij is ook zelf ex-voorzitter van de club van Markelo waardoor hij zelf goed wat er komt kijken bij het organiseren van een grote wedstrijd. Dat was ook fijn voor mij om er zo iemand bij te hebben. Als dat nodig is kan hij de besluitvorming goed aansturen zodat er niet te veel op de lange baan wordt geschoven. Henri is ook bepalend geweest in de nieuwe naam: Dutch Masters of Motocross. Het ONK zegt niks voor buitenlanders. Om de competitie internationaal te laten aanspreken was het belangrijk om een naam te hebben die ook wat zegt. En daaruit is de Dutch Masters of Motocross gekomen.”

Ook voor de toppers van morgen, zoals 85cc Dutch Masters kampioen Kay De Wolf, vervullen de Dutch Masters of Motocross een sleutelfunctie.

Hoe ben je zelf eigenlijk betrokken geraakt bij de Dutch Masters?
Van den Brink: “Midden 2014 hebben we contact gehad met de KNMV. Toen waren zij op zoek naar een promotor om de zaken naar een hoger niveau te tillen. Wij hebben daar een meerjarig plan voor geschreven en in 2015 zijn we daar heel voorzichtig mee begonnen. Achteraf bekeken was het ook goed om eerst met een heel klein stukje te beginnen. Daarna zijn we steeds verder en verder gegaan in de uitvoering van dat plan. Onderweg hebben we ook wat elementen bijgesteld. We hebben hierbij heel veel contact met Henri Sanderman en Rinze Bremmer om waar nodig bij te sturen.”

Ook het ONK boerde behoorlijk goed dit seizoen.
Van den Brink:“Het was ook altijd de bedoeling dat de Dutch Masters of Motocross de hele sport naar omhoog zou trekken. Dat lijkt ook wel te lukken. Nu er een goede basis is met de Dutch Masters kunnen we ook eens kijken of we die competitie onder de Dutch Masters, het ONK naar een hoger niveau kunnen tillen. Dit jaar deden er al veel goede rijders mee, en als we qua promotie meer kunnen met het ONK dan kunnen we ook daar meer sponsoren voor zoeken en het prijzengeld optrekken. Op die manier wordt het nog interessanter voor Nederlandse en Belgische rijders om ook in het ONK te rijden.”

Foto’s: Huub Munsters, Jeroen Roest,  Motocrossplanet