De enduristen hebben er lang op moeten wachten, maar hun geduld wordt beloond. Eindelijk is de nieuwe Husqvarna TE 250 een feit. De volledig nieuwe kleine Husky maakt het gamma compleet en dankzij de ingrijpende wijzigingen staat het Italiaanse merk er meer dan ooit. Wij trommelden fabriekspiloot Thierry Klutz op om voor ons alle motoren grondig aan de tand te voelen en ons zijn bevindingen mee te delen…
Voor de kwartliter zijn de ingenieurs van een wit blad begonnen, dus het gaat hier lang niet over een doorontwikkeling in welke vorm dan ook. Het heeft iedereen die hieraan heeft meegewerkt bloed, zweet en tranen gekost, maar de 250cc viertakt machine moest en zou de toekomst van het Italiaanse merk veilig stellen. Het was dus met de nodige emotie dat de Husqvarna TE 250 aan de gespecialiseerde pers werd voorgesteld.
Een performante, lichtgewicht viertakt enduro
De kleinste viertakt telg ziet er meteen bijzonder modern uit, al moet je toch al erg thuis zijn in de Husqvarna evolutie om van de eerste oogopslag te zien dat het hier om een 2010 model gaat. Eens het ultra-compacte motorblokje in de gaten is een vergissing echter onmogelijk. Het blokje zet amper 22 kg op de weegschaal. De ergonomie van het rijwielgedeelte is vooral scherp getekend en zal je evenveel comfort geven als een crossmotor, geen dus. De afwerking is zoals op zowat alle motoren van italiaanse makelij van bijzonder hoog niveau. De stickerset werd via de ‘In Mould’ technologie rechtstreeks in het plastiekwerk gezet, een technologie die we bijvoorbeeld al langer bij KTM zien. De zwart geanodiseerde excel velgen zorgen ervoor dat de kleine Husky er erg gelikt uitziet en de Brembo remmerij laat niets aan het toeval over. Deze machine is klaar om de strijd aan te gaan
Deze Italiaanse schoonheid werd natuurlijk uitgerust met een elektrische starter, wat lang niet bijzonder is. Wat dit wel is, is het feit dat de starter rechtstreeks op de ontsteking inwerkt en dus op deze manier een pak gewicht en inertie kan winnen. De kwartliter is uitgerust met vier titanium kleppen met dubbele bovenliggende nokkenassen. De machine werd voorzien van een elektronische Mikuni injectie zoals we die tegenkomen op de rest van het viertakt gamma. Husqvarna heeft er echter voor geopteerd een injectiesysteem te monteren dat geen batterij nodig heeft wat weer enkele kilo’s scheelt op de weegschaal.
Exit Marzocchi, welkom Kayaba
Voor het rijwielgedeelte ging men goed kijken bij de reeds bestaande en in 2009 vernieuwde viertaktmodellen. Het frame werd nog stijver gemaakt wat de precisie alleen maar ten goede komt. Er werd een nieuwe en kortere swingarm gemonteerd om voor meer tractie te zorgen. Verder wordt de TE250 uitgerust met een nieuw stel T-stukken die impressionante 48mm UPSD Kayaba vorkpoten vasthouden, waarmee de traditie met Marzocchi bij deze wordt doorbroken. Achteraan blijft het vertrouwen in Sachs behouden.
Op papier klinkt dit alvast allemaal veelbelovend. iets wat eens op de baan alleen maar bevestigd wordt. We hadden ook niet anders verwacht, wetende dat niemand minder dan Antoine Méo zich heeft ontfermd over de ontwikkeling van deze machine, in het WK enduro weliswaar. De nieuwe Kayaba voorvork bewijst meteen dat de overstap wel doordacht was en resultaten zou opleveren. Net zoals het motorblokje dat duidelijk aan lineariteit heeft gewonnen dankzij de inspanningen van de ingenieurs.
Gebruiksgemak primeert op vermogen
Het merendeel van de enduristen zal ongetwijfeld het gemak in gebruik weten te appreciëren al moeten we toegeven dat de kwartliter iets of wat aan vermogen ontbreekt. “Gelukkig is er het lineaire karakter van het blokje en het rijwielgedeelte dat dankzij de Kayaba vork erg handelbaar is, maar we kunnen niet anders dan zeggen dat andere kwartliters waarschijnlijk over iets meer topvermogen beschikken. Al dient het gezegd dat we nog maar aan het begin van de ontwikkeling zitten van deze nieuwe krachtbron. De ingenieurs zijn ongetwijfeld op dit eigenste moment al op zoek naar meer topvermogen voor het 2011 model.” aldus Thierry klutz. “Toch is het huidige resultaat al meer dan indrukwekkend en hebben we veel te danken aan Kayaba. Hun vork laat veel makkelijker toe om alles naar eigen wens af te stellen wat voordien met Marzocchi heel wat voeten in de aarde had.”
Voor wie nog wat twijfels heeft over het injectieverhaal van de kwartliter zouden we eigenlijk niet mogen zeggen dat Antoine Méo zijn Grand Prix machine heeft voorzien van… een carburator. Dit natuurlijk omdat heren van zijn caliber over het allerlaatste paard dat uit zo’n blok te persen valt moeten kunnen beschikken. Eigenlijk kunnen we stellen dat Méo met een crossblok op de baan is. Zijn motor beschikt eveneens over een vijfbak zoals de crossversie.
Husqvarna’s MX2 crossmotor: 250 TC
Net als bij de enduro uitvoering werd het rijwielgedeelte onder handen genomen om de handelbaarheid te verbeteren. Het gevoel van absolute controle is dan ook van een ongezien niveau. Zelfs ondanks de korte eerste paar versnellingen. Dit is even wennen, maar je gaat al snel je rijstijl hieraan aanpassen. Eveneens kan je dankzij deze spreiding de vijfbak ten volle benutten, daarenboven zorgt de carburatie voor een erg soepel karakter in lage toeren. Niets dan goeds op dat vlak, wel valt het op dat ook hier de ingenieurs eerder hebben geopteerd voor een soepele motor dan voor een motor met absoluut topvermogen. Een motorkarakter dat naar onze bescheiden mening zeer goed zal aansluiten bij 95% van de crossers. Die andere 5% kan dan natuurlijk een beroep doen op tal van tuningstukken die beschikbaar zijn. Op het circuit van Faenza, waar onze test plaats vond, leek het echter eerder een voordeel om niet over de krachtigste, maar wel de meest soepele motor aan de haal te gaan. De 250 TC profileert zich voor door zijn gemak van rijden in alle omstandigheden en bevindt zich hierdoor bij de meest competitieve beschikbaar op de markt. Niets zo interessant als een motor waarmee je in alle omstandigheden kan presteren met een minimum aan aanpassingen.
En de rest van het gamma?
De komst van de nieuwe 250 viertakt modellen plaatst de andere modellen wat in de schaduw, maar desondanks krijgen ook zij enkele interessante wijzigingen. De 450cc krijgt een evolutie van de ontsteking om zijn kracht in lage toeren en het middengebied te optimaliseren. De 300 en 125cc krijgen een nieuwe uitlaat, ze krijgen een chromolybdeen chassis en een sterkere waterpomp die de prestaties constanter moet maken in de meest extreme omstandigheden.
Om iedereen de mogelijkheid te geven om met een echte wedstrijdmachine aan de slag te gaan heeft Husqvarna ‘Racing kits’ beschikbaar voor zijn 450 TE en 450 TC. Deze bestaat uit speciale nokkenassen, een hoge druk zuiger, een verbeterd uitlaatsysteem en een aangepaste waterpomp. Klaar voor een start in de GP…
Credit foto’s: Massimo Zanzani
Tekst: Olivier Evrard