Mathias Van Hoof, de Belgische Inter vicekampioen enduro, is van veel markten thuis. Vooraleer hij zich op het endurorijden stortte, deed Van Hoof aan BMX. De passie voor de fiets is er echter nog steeds. Kwestie van z’n grenzen te verleggen in competitieloze tijden begint de Husqvarna België rijder nu woensdag aan een onuitgegeven solo-tocht: Herentals-Avignon!
De beklimming van de Mont Ventoux geldt voor veel wielertoeristen als dé ultieme uitdaging. De 2020 ‘Mon Ventoux’ editie van de Vlaamse annexatie van de ‘kale berg’ ging helaas niet door. Geen punt voor Mathias die het ook nét iets grootser ziet. In totaal krijgt de moedige Herentalsenaar maar liefst 1.105 kilometer voor z’n wielen…
Vanwaar deze uitdaging?
Mathias Van Hoof: “Samen met een vriend had ik het erover dat een beklimming van de Mont Ventoux een leuke uitdaging zou zijn. Allez bij gebrek aan grote doelen in de enduro ten minste. Op zich een tof idee. Maar ik vond het net iets te alledaags en te saai omdat iedereen dat al doet. Wat als we nu eens naar daar fietsen en dàn de Mont Ventoux op rijden? Zo is het ontstaan, bovendien hou ik ook echt van mooie uitdagingen. Ik wil er niet meteen iets mee bewijzen of zo, eigenlijk is het dus puur voor mezelf. Vroeger ben ik er samen met mijn broer en mijn ouders ook op gereden met de motor. Dan zeiden we ook al: ‘hier gaan we ooit eens op fietsen!’ Ondertussen is mijn broer helaas overleden, maar ik heb dus nog een rekening te vereffenen met de Ventoux. En mijn ma is ook al de Ventoux op gereden, meer dan genoeg redenen dus.”
De meeste bikepackers rijden eerder met een toermodel à la Koga. Jij rijdt met een echte koersfiets, dat is een aparte keuze?
Van Hoof: “Klopt, onlangs kocht ik een Sensa Giulia Evo. Dat is niet alleen een echte racefiets, het is zelfs een aeromodel. Niet ideaal voor dit soort werk dus maar ik zag het ook niet zitten om een trekking-of gravelbike te kopen omdat ik erg graag met deze fiets rij. Het nadeel is dan weer dat deze fiets héél stijf is en niet echt comfortabel maar hij loopt wel héél lekker en snel!”
Rijden met bepakking is natuurlijk heel anders dan een gewone rit. Heb je iets veranderd aan jouw fiets?
Van Hoof: “Veel aanpassingen heb ik niet doorgevoerd, op de zakken die ik op de fiets bevestig na. Ik probeer wel zo licht mogelijk te reizen. Alleen het hoogst noodzakelijk zal ik bij hebben. Een extra set koerskledij, been-en armstukken, een regenvestje en verder één set vrijetijdskledij. Ik weet het: erg weinig om een week onderweg te zijn (glimlacht) maar ik neem wel wasproduct mee om mijn kleren te wassen. In totaal weegt de fiets nu met de zakken volgepakt 14 kilo. Dat is dus 6 kilo bagage, weliswaar exclusief drinkbussen. Als je die meerekent wordt het nog een 2,5 kilo extra. De fiets zelf weegt 8 kilo, het gaat om een carbon model met een speciaal stuur, allemaal behoorlijk licht dus. Even overwoog ik om bredere banden te leggen maar tot nu toe heb ik met mijn Vittoria Corsa Graphene 2.0 banden 2.500 kilometer gereden zonder lek te rijden. Daarom laat ik ze dus gewoon liggen.”
Wat is qua uitrusting het lastigste aan deze onderneming?
Van Hoof: “Waar ik wel een beetje over stress, is mogelijke irritatie aan mijn achterwerk. Je zit uiteindelijk zeven dagen in het zadel dus dat is best lang. Gelukkig heb ik geïnvesteerd in een heel fijne fietsbroek van Assos. En uiteraard mogen we de Chamois crème voor de huid niet vergeten!”
Je hebt ook veel gefietst de voorbije maanden. Wat was de meest memorabele rit tot nog toe?
Van Hoof: “Goh, nog niet zo wreed als die tocht naar de zee en terug van Cedric Grobben! Waarschijnlijk mijn rit naar de muur van Geraardsbergen. Ik was samen vertrokken met een kameraad maar we kwamen dom ten val in Lier. De ene zei links, de andere rechts. Amper een half uur na ons vertrek in Herentals eindigde onze rit als duo al! Doordat we in elkaar waren gehaakt was zijn fiets stuk en kon hij niet verder. Omdat we het zo hadden gepland, ben ik dan maar alleen verder gereden. Dat was 232 kilometer, aan een gemiddeld tempo van 31 km/u. Solo, toch best een pittige rit dus!”
Ben je bij iemand te rade gegaan om advies in te winnen tijdens de voorbereiding op project Mont Ventoux 2.0?
Van Hoof: “Nee, eigenlijk niet. Ik heb vroeger bij de scouts gezeten en daar leer je wel je plan trekken. Daarnaast weet ik ook veel over fietsen af, professioneel werk ik immers op de fietsafdeling van Decathlon Turnhout. Dat laat me toe om wel wat dingen op te zoeken en ik heb enkele gedreven collega’s die koers rijden. Zijn hebben me wel wat tips meegegeven. Enkele vrienden hebben ook al aan bikepacking gedaan, maar echt te rade gegaan bij iemand heb ik niet gedaan.”
De grootste uitdaging zijn ongetwijfeld de hoogtemeters, wat zijn de zwaarste ritten op jouw programma?
Van Hoof: “Dag vijf is een redelijk zware rit… de route heb ik zelf uitgestippeld via Komoot. Daarna heb ik ‘m overgezet op mijn Garmin. Dat traject stuurde me in de Ardèche redelijk lang langs het water, de Rhone. Mooi maar wel redelijk saai, daarom heb ik er zelf wat kleinere cols in het midden van de Ardèche aan toegevoegd. Ik denk dat dag vijf 3200 hoogtemeters heeft en in totaal 160 kilometer. Waarschijnlijk is dat de lastigste dag. Gemiddeld zal ik toch zo’n 3500 calorieën verbruiken, bovendien lijkt het er op dat het redelijk warm wordt. Zo rond de 30°, met extra bagage, dat valt af te wachten hoe ik dat ga verteren! Zeker voldoende drinken, is dan ook de boodschap. Want als je uitgedroogd bent en je komt de man met de hamer tegen dan ben je verloren.”
Bovenop elke afzonderlijke rit, is natuurlijk de vermoeidheid die zich opstapelt een belangrijke factor.
Van Hoof: “Klopt, zeker gezien de hoogtemeters. In totaal krijg ik 13.290 hoogtemeters voorgeschoteld, maar op dag één zijn er dat maar 130. Dat betekent dat ik op 6 dagen tijd in totaal 13.160 hoogtemeters moet overwinnen. Gemiddeld dus meer dan 2.000 hoogtemeters per dag, da’s meer klimwerk dan de Mont Ventoux! Dus klim ik op mijn weg door Frankrijk meer al elke dag de Ventoux om ‘m dan de laatste dag echt op te rijden en te eindigen in Avignon. De afstand per dag is op zich niet zo’n probleem, maar zoveel klimwerk is uiteraard iets wat ik niet gewoon ben.”
Wat zijn de bijkomende moeilijkheden, behalve het traject dan?
Van Hoof: “Dat je helemaal alleen bent, continu. Je hebt niemand om je uit de wind te zetten. De hele rit is voor mij een grote persoonlijke uitdaging. En het is een goede manier om in vorm te geraken voor de WK endurowedstrijden als die terug hernemen. Normaal gesproken zou ik met Team Belgium terug deelgenomen hebben aan de zesdaagse (ISDE) in Italië. Die gaan helaas niet door, tja dan kruipen we maar zes dagen op de fiets hé! Origineel zouden er vrienden meerijden maar dat lukte niet met hun vakantie.”
Als endurorijder ben je het gewoon om lange dagen af te werken. Hoe anders is een zware, lange rit op de fiets dan één op de motor?
Van Hoof: “Het is toch redelijk verschillend. Op de fiets moeten je benen het zware werk doen. Als je op de motor moe bent, kan je nog altijd gaan zitten. Ik heb tweemaal de ISDE (Internationaal Six Days of Enduro) gereden en dan merk je dat je niet meer aan rechtstaan toekomt als je echt op bent. Rusten kan op de fiets natuurlijk niet. Als je benen op zijn, is er geen alternatief! De vermoeidheid is dus anders. Na een zware endurowedstrijd voel je dat ’s anderendaags over je hele lichaam. Met het fietsen heb je dat veel minder, op kwaaltjes van in dezelfde houding te zitten na dan. Bij mezelf voel ik dat wel eens tussen de schouderbladen, maar ’s avonds goed stretchen en recupereren doet al heel veel.”
Waar kijk je het het meest naar uit?
Van Hoof: “De rust en de stilte, in de natuur zijn. Dat is een aspect waar veel endurorijders zich wel in kunnen herkennen denk ik. En verder? Op de top van die Mont Ventoux staan, toch wel. De euforie om je doel te halen. Zeker omdat ik helemaal alleen ga. Er is geen assistentie, geen backup of volger. Geen vrienden die stukjes meerijden of zo. Daarom heb ik ook alles bij me om zelfredzaam te kunnen zijn. De top van de Ventoux halen mét mijn zakken op de fiets, zoals ik de rest van het traject heb afgelegd.”
Dit weekend heb je een test afgelegd: je bent in bikepacking configuratie naar La Roche-en-Ardenne gereden. Hoe verliep dat?
Van Hoof: “Goed, alles ging prima. Alleen heeft het me ook wel met de neus op de feiten gedrukt. Ik ondervond meteen dat ik geen klimmer ben en dat ik het op een week tijd ook niet zal worden! Maar oké, ik hoef niemand iets te bewijzen en ik doe het ook omdat ik de voorbije maanden zoveel plezier in het fietsen heb gevonden.”
Veel succes en hou ons op de hoogte!
Van Hoof: “Graag gedaan, doe ik!”
Tekst: Tom Jacobs
Foto’s: Mathias Van Hoof Racing