Voor iedereen die het baanwielrennen volgt is Jeffrey Hoogland een naam die klinkt als een klok, noem hem met alle respect de Marnicq Bervoets van de sprint. In de individuele sprint ligt héél vaak, de beste aller tijden in de weg, Harrie Lavreysen. Maar onder de Nederlandse vlag kunnen ze dan weer gebruik maken van elkaars sterkte en de teamsprint wedstrijden naar hun hand zetten met nog een derde teamgenoot erbij.
Maar naast de wielerpiste kruipt de tweevoudig olympisch kampioen Jeffrey Hoogland regelmatig de crossmotor op, vaak enkel maar voor de fun al deed hij in 2016 wel “even” mee in de Red Bull Knock Out strandcross. Zelf zegt hij hierover dat hij evengoed een motorcrosser had kunnen geweest zijn, maar de sport was te duur voor het gezin. Twee motorcrossende kinderen kost een godsvermogen, dus werd het BMX. Daarin behaalde hij Nederlandse, Europese en zelfs een Wereldtitel en rond 2012, kwamen oud-renner Roy van den Berg en bondscoach René Wolff aan de dan 19-jarige Hoogland zijn deur kloppen ofdat hij niet eens wat wou proberen op de piste. Dat zijn explosiviteit en stuurvaardigheid uit het BMX meteen zijn vruchten afwierp, toonde de resultaten van het volgende jaar. In het overgangsjaar in 2013 wist hij met het Nederlandse team alreeds de derde te worden in de teamsprint, één jaar later veroverd hij samen met zijn twee teammaten de wereldtitel bij de U23.
Géén gewone kerel dus die Jeffrey Hoogland. Sinds zijn overstap heeft hij 43 medailles verzameld, waarvan twee gouden olympische en tien wereldtitels. Misschien maar goed dat het gezin Hoogland niet de financiën hadden om hun beide zonen te laten motorcrossen, want wat voor klepper had Nederland dan misgelopen!