X

I love the 90s: Billy Liles deel 2

In 1990 trad Billy Liles in Belgische dienst.  Bij de Luikse tabaksfabrikant en motorsportmecenas Jubilé zag men wel brood in Liles. Ook Kawasaki België sportleider Philippe Borguet zag het potentieel van de Amerikaan.  De Belgische broodheren van de Amerikaan zagen Liles het liefst meestrijden voor de Belgische titel. Aangezien tot begin 1990 het BK geen open kampioenschap was (alleen BMB-vergunninghouders scoorden BK-punten) moest er gelobbyed worden om Liles een Belgische licentie te geven. Met een BMB-vergunning op zak, kwam Liles weliswaar in aanmerking om Belgisch kampioen te worden, maar nam hij ook een plaats in op de grading-list voor de 500cc GP’s.  Iets waar niet alle Belgische GP-rijders blij mee waren.

Liles de zandhaas

Liles kreeg met Johan Luyten een ervaren Belgische monteur. De Amerikaan verhuisde van Italië naar de Kempen, in de buurt van Turnhout.  Op de circuits van de grensstreek leerde Liles, de kneepjes van het zandrijden. Toen hij begin april 1990 voor het eerst een GP reed in de Johnson Kawasaki kleuren won Liles zelfs de GP van Nederland in Valkenswaard. En dat was vrij ongezien want zelden kon een “buitenlander” (versta iemand van buiten de Benelux) winnen in het zwarte Noord-Brabantse zand. Liles zou na Valkenswaard lang het WK aanvoeren tot hij tijdens de trainingen van de Italiaanse GP zijn bovenbeen brak. Dat betekende meteen het einde van Liles’ WK-campagne voor 1990.

Zo zag de gedrukte versie van Motocrossmag er in maart 1993 uit. Met Billy Liles op de cover.

Ondertussen prijkte Liles’ beeltenis, een actiefoto van hem op de Kawasaki KX 500, op de vitrine van zowat elke Belgische krantenwinkel. Dat was het resultaat van een groots opgezette publiciteitscampagne van Johnson. Naast het WK richtte Liles zich dan ook vooral op Belgische wedstrijden, met het BK op kop. Daarom is het ook niet verwonderlijk dat de man uit Georgia op de erelijsten van een paar grote Belgische wedstrijden prijkt. Naast motorcross trok Liles zich ook uit de slag op een Supermoto, dat bewees hij in 1991 toen hij specialisten als Stéphane Chambon klopte in de Superbiker van Mettet.

Superjaar 1992

Eind 1992 nam Liles afscheid van zijn vertrouwde groene motoren en ging hij het op een Honda proberen. Uiteindelijk zou het zijn beste seizoen worden. Uiteindelijk moest de Amerikaan alleen Georges Jobé en Kurt Nicoll voor zich dulden. De goede prestaties van Liles in de GP’s waren ook de AMA niet ontgaan en Liles werd geselecteerd voor de Motorcross der Naties in Manjimup, Australië. Liles zou met het Belgische team (Jobé, Bervoets, Everts) meereizen naar Australië. Onderweg waanden de Belgen zich al gewonnen. Maar eens ter plekke bleek team USA eens te meer onklopbaar, ook al had men in Californië de neus opgetrokken voor de onuitgegeven combinatie Liles-Larocco-Emig. Meteen zou blijken dat 1992 het absolute hoogtepunt van Liles’ carrière was.

Over het hoogtepunt heen

In 1993 verkaste Liles dan naar Groot-Brittannië waar hij samen met Marnicq Bervoets voor het Britse RWJ-Kawasaki team aan de slag ging. De 250cc was in volle ontwikkeling en werd stilaan de belangrijkste klasse in de GP’s. Liles vond een overstap naar de 250 cc dan ook een goede carrièrezet. Dat bleek helaas niet. Liles kwam nooit in het verhaal voor en eindigde het WK op een kleurloze 15e plaats. Liles zou nog eenmaal uitkomen in de 500 cc GP’s: in 1994 reed hij voor het Belgacom team van Georges Jobé.

Credit foto’s: archief Motocrossmag, Waterloo