X

Stop de Pers!

Yo maestro’s & maskes! Hier Playmoto Bill, de grootste en de beste playmobil motorcrosser ever. Voor we van start gaan even een kleine mededeling van juridische aard. Wie op de volgende drie zinnen ‘ja’ antwoord, stopt best met lezen. Is zin voor ironie u totaal vreemd?  U vindt humor totaal overbodig? Bent u gediagnosticeerd als allergisch aan: giechelen, (zich een aap/bult/ziek of kapot) lachen, binnenpretjes, gniffelen, gnuiven, zich bescheuren, gieren, grijnzen, ginnegappen, proesten?

And now on with the show. Als sterpiloot wordt ik natuurlijk constant opgevoerd in de media. Niet dat het per sé leuk is, maar het hoort er gewoon bij als je een vedette bent. En als je dan zoals ik regelmatig op de zwier gaat met actrices en supermodellen is het hek helemaal van de dam! Maar ik vind dat je werk en privé toch best gescheiden houdt. Hoewel. Laatst had ik mijn vriendin Megan Fox meegenomen naar de Summer X-Games Supermoto race. Ik had het in de finale nogal moeilijk om mijn concurrent Floriaan-Baptiste voorbij te gaan. Op mijn signaal is Megan dan naar de vriendin van Floriaan-Baptiste gegaan om haar in de pitlane hartstochtelijk te kussen net als Floriaan voorbij kwam. Hij schrok zo erg dat hij zich verremde en ik er vlot langs kon. Hahaha!

Ik wil het vandaag hebben over hoe jij het best met de media kan omgaan. En natuurlijk ook hoe de media het best met jou als kampioen kan omgaan. Deze keer zal ik het hebben over live situaties, de volgende keer zal ik persberichten behandelen. Allemaal gratis, waardevol advies van ome Playmoto Bill. Take it or leave it zou ik zeggen! Laten we beginnen met wat ze in het Engels sponsor citation nomen oftewel het citeren van je sponsors. Let trouwens op het meervoud van sponsor dat is sponsors. Sponsoren zijn ietwat zachte oren waarmee je de auto of de ramen mee kan wassen. Na gebruik moet je ze goed uitwringen anders blijft het water in de oren zitten. Not prettig. Ook opletten voor het meervoud van dokter. Dat is dokters.  Een doktoren is een hoog, streng uitziend administratief centrum van bijvoorbeeld de dienst boetes of belastingen. Zoals het woord zelf zegt een toren waar je naartoe gaat om te dokken. Capice? We wijken af. Terug naar de sponsors.

  • Nooit je sponsors te pas en te onpas opnoemen. Dat is echt iets voor losers! Als het goed zit, loop je immers al rond als een sandwichman met logo’s van kop tot teen. Te veel is te veel.
  • Iedereen loopt als een goedkoop antwoordapparaat van de Aldi zijn sponsors op te dreunen. Je kan je maar onderscheiden door het net niét te doen. En het pers en publiek zal zelf nieuwsgierig worden naar al jouw vrijgevige sponsors die je in staat stellen de overwinningen op te stapelen. Heel vaak krijg ik spontaan de vraag: Tell us about your sponsors Bill.
  • Beter dan je sponsors te vernoemen is op subtiele wijze de aandacht trekken naar hun logo’s. Bijvoorbeeld door jouw sponsors tijdens een persconferentie uit te beelden. Wijs naar het logo op je shirt, beeld vervolgens het onderdeel uit en steek dan met een brede Colgate smile je Jean-Marie Pfaff duim op (dat is dus je rechterduim, de linker gebruik je alleen om deze duim-op-deze-duim mee te spelen)
  • Dus nog even een praktijkvoorbeeld voor wie traag van begrip is. Je wijst Pirelli, Michelin, Goldentyre of Bridgestone aan. Dan maak je met je wijsvinger een grote cirkel in de lucht. (Gevorderden kunnen proberen het noppenpatroon van de band in de lucht te tekenen) Als teken van jouw appreciatie voor het product in kwestie sluit je af met een vette thumbs up. Capice?

Je kan sponsors ook gebruiken om jezelf te redden uit netelige situaties. Als je op bepaalde vragen liever niet wil antwoorden bijvoorbeeld. Iedereen kent ondertussen ‘het drinkshot’ waarbij je tijdens de vraag van de journalist eens flink met je drinkbus te keer begint te gaan. Wat ik gewoon doe is: ik blijf drinken. Zolang me niet aanstaat wat er gezegd wordt, ga ik gewoon lekker door! Dat vraagt karakter jongens. En acteertalent als je drinkbus leeg is. Maar dan doe je gewoon alsof er nog heel veel op de bodem zit en je slurpt zo luid mogelijk. Een tweede optie is: altijd een nieuwe, volle drinkbus extra meebrengen. Daar kan je dan zonder aarzelen op overschakelen als de andere leeg is. Hiermee sla je twee vliegen in één klap want je ontwijkt een vervelende vraag en je laat jouw sponsor zien dat je hun drank écht lekker vindt. Lastige vragen spontaan in het Swahili of eskimo’s beantwoorden is ook een beproefde methode van me.

Als je op voorhand weet dat een persconferentie moeilijk zal worden, hou dan gewoon je helm en of bril op. Zwaai maar met een doktersvoorschrift om te laten zien dat je het eigenlijk niet wil maar dat het gewoon bittere noodzaak is om ten allen tijde je helm op te houden.  Bovendien maakt je lichaamstaal meer indruk met een helm op. Ja of nee schudden met je kop ziet er cooler uit mét helm dan zonder. Wat ik ook soms doe is daarbij mijn bril  ophouden. Tijdens de vraag trek ik dan de film van mijn bril effe lekker door of als ik daar die dag zin in heb omdat ik tear-offs draag, trek ik een nieuwe lensje om helemaal met perfect zicht klaar te zetten voor het verbale geweld dat op mij af komt. De voordelen? Gegarandeerd meer tijd om over je antwoord na te denken en je roll-off of tear-off sponsor springt een gat in de lucht! Andere goede technieken tijdens persconferenties zijn:

– Zelf genante vragen beginnen stellen aan de journalisten
– Het publiek subtiel op het verkeerde been te zetten door met je persoonlijke voornaamwoorden te spelen. Sommige piloten hebben het altijd over ‘wij’ in plaats van ‘ik’om te benadrukken dat ze niet alleen op de motor zitten. Eigenlijk zijn ze dus schizofreen en ook hun vrouw, mechanicien, teammanager, trainer, masseur en veringspecialist rijdt regelmatig mee! Persoonlijk vind ik dat je het niet altijd over ik of wij moet hebben.Waarom zou je het niet over ‘hun’ of ‘gullie’ hebben als je het over jezelf hebt? Een beetje afwisseling in je taal is toch veel leuker?
– Wartaal uitslaan. Een beetje Arno hier (zie filmpje), wat Willem Van Hanegems daar, een Stef Kamiel Carlenske placeren of een weerbericht van Jan Pelleboer recycleren… het kan allemaal.

– Aarzel niet om de grove middelen in te zetten. Neem na een wedstrijd twee advocaten mee naar de persconferentie en ga zelf in het midden zitten. De vragen over de eerste manche speel je dan handig door aan Jean-Jacques (links), vragen over de tweede manche worden behandeld door Meester Pieter-Jan. Dat het juridisch oké zit, geeft wel net zo’n veilig gevoel als dat je aan een race begint in je favoriete onderbroek zeg ik altijd.
– Neem een voorbeeld aan rijders die altijd klaar staan voor de pers en hun antwoorden op een originele, klare en heldere manier weten te formulieren. Zo’n Christophe Pourcel bijvoorbeeld, echt een topper hoor. Of vroeger Mike LaRocco, een waar natuurtalent. Zo’n Tony Cairoli, Marc De Reuver, Stefan Everts, Joël Smets of  Erik Eggens zou ik absoluut geen voorbeeld aan nemen hoor. Hun zijn dan weer té duidelijk. Er mag, nee er moét wat mysterie zijn vind ik. Vraag maar aan mannen als Clément Desalle of Tanel Leok. Gewoon je best doen, zeggen die altijd. Dààr wil je meer over weten? Hoe goed is je best? Hoe doe je dat? Hoe weet je zeker dat het je best is? En wat is het verschil tussen gewoon je best doen en buitengewoon je best doen?
– Conflicten zijn de brandstof van de machtige machine die media heet. Als je iemand er hebt uitgereden -ook al was het per ongeluk- benadruk dat dan. Zeker als het niet in beeld is geweest op TV.

Zo ik hoop dat je er wat aan gehad hebt! Ik moet jullie laten, want ik moet mij voorbereiden op het belangrijke veranda-seizoen (tussen indoor en outdoor) want dit weekend vindt de Sanseveria KP plaats.

Hou jullie goed,

PlayMoto Bill