De Belgische bondscoach Yves ‘Holeshot’ Devlaminck gaat verder met zijn eindejaarsrapport. Het eerste deel van zijn analyse vind je hier. Voor sommige jongens was 2010 het einde van hun 85cc-periode, anderen hebben nog één of meerdere jaren voor de boeg. In deze aflevering laat Holeshot zijn licht schijnen over Daymond Martens, Axel Nijs en Nathan Renkens.
Daymond Martens: solide en regelmatig
Yves Devlaminck: “Daymond heeft een seizoen afgerond dat past bij zijn persoonlijkheid: degelijk, regelmatig en met een trage maar zekere groeimarge. Hij heeft een goede houding op de motor en zijn technische babgage maken van hem een piloot die –ondanks zijn kleine gestalte- heel erg op zijn gemak is in moeilijke omstandigheden. Hoe zwaarder het circuit er bij ligt des te gemakkelijker en des te minder vermoeit hij zichzelf. Hij doet me denken aan een Ramon of een Delincé. Ik zou dan ook niet verbaasd zijn als later uitgroeit tot een typische 450 piloot…
Op het junior WK in Frankrijk, presteerde hij onder zijn normale niveau. Daymond had het duidelijk moeilijk om de druk van zich af te zetten. Hij moet er in slagen om zich te laten gaan en om zijn snelheid tijdens de trainingen op te trekken. Als je weet dat de positie in de tijdstraining jouw plaats achter het hek bepaalt, kan je dat niet zomaar naast je neerleggen, daar moet hij dus echt rekening mee houden in de toekomst. Volgend jaar wordt het zijn laatste jaar in de 85cc. Met zijn formaat is er geen ander alternatief, maar ik ben er zeker van dat hij ook zo nog veel kan bijleren in 2011.”
Axel Nijs: een mooie groeimarge
Yves Devlaminck: “Axel is een aardige kerel, hij is ook geen druktemaker. Doordat hij dit seizoen de overstap maakte van een amateurbond had hij dit seizoen best veel bij te leren. Behalve een kleine hapering deze zomer door een enkelblessure heeft hij het er goed vanaf gebracht! Hij reed regelmatig in de voorhoede van de BMB en proefde van internationale wedstrijden. Ik heb gehoord dat hij voor volgend jaar nog niet definitief heeft gekozen voor 85cc of 125cc, maar hij is op korte tijd flink gegroeid en in dat opzicht ligt de 125cc meer voor de hand. Hoe dan ook is er nog veel ruimte voor verbetering qua fysiek, techniek en zijn beweeglijkheid op de motor. Dat zijn de punten waarop hij zich deze winter moet richten…”
Nathan Renkens: gedegen ervaring
Yves Devlaminck: “Nathan is jong maar heeft al heel wat jaren ervaring achter de rug. Hij is een vechter die nooit opgeeft, tegelijkertijd heeft hij nog veel werk om zijn techniek op peil te brengen. Vanaf dit moment wordt het allemaal een beetje serieuzer. Eigenlijk zouden Nathan en zijn omgeving het voortaan wat professioneler moeten aanpakken: zowel sportief (fysieke conditie) maar ook qua materiaal. Volgend jaar zal hij weer aantreden in de ADAC, als hij zijn schouders er onder zet moet hij regelmatig in de top-10 kunnen rijden!”
In deel 3: Brent Van Doninck, Julien Van Stippen en Erik Willems
Credit foto’s: Michel Hennebert, CDS, ML-MX Team