X

Red Alert: De eerste Keeno Column van 2011

Met de eerste GP en de eerste ronde van het BK achter de rug is het tijd voor een update van onze resident GP-columnist Ken De Dycker. Keeno vertelt over de voorbereiding op de WK-campagne, zijn ambities in het BK en ONK en zijn plannen voor de zomermaanden.

Ik train vanaf dit seizoen bij Gijs Balis. Gijs is verbonden aan de Universiteit van Leuven. Een deel van mijn winterse voorbereiding gebeurde dan ook aan de faculteit Bewegings- en revalidatie wetenschappen. In de volksmond ook beter bekend als Het Sportkot. Ik trainde er onder andere samen met “Jerre” Van Horebeek. Gijs was er in Sevlievo bij. Ook in Valkenswaard zal hij me op maandag bijstaan.

Stilzitten is niet een van mijn hobbies. In de wintermaanden ben ik naast mijn trainingsopbouw ook aan het werken geweest in de workshop van LS Honda Racing in Lier. Ik heb er meegewerkt aan de inrichting, ruimde wat op, maar nam regelmatig ook een motor onder handen.

Sleutelen is zeker wel een van mijn hobbies. Ik ben altijd wel bezig met brommertjes, pitbikes en dergelijke. Dat komt me goed van pas want als ik ga trainen moet ik wel eens een probleempje oplossen of iets aanpassen. Recent heb ik ook aan mijn pitbike gesleuteld. De afgelopen dagen heb ik echter mijn jetski klaar gemaakt voor het nieuwe seizoen.

Ken overklaste in Gemert en Halle de tegenstand.

De eerste twee ONK-wedstrijden waren makkelijk. Misschien wel te makkelijk. In Gemert was de tegenstand nog enigzins behoorlijk, maar in Halle stonden er nauwelijks GP-rijders aan de start. Ik heb van de ONK-wedstrijden  gebruik gemaakt om een aantal nieuwe settings en onderdelen te testen.

Tijdens het weekend voor de eerste GP had ik vrijaf. Er stond geen wedstrijd op het programma en dan ben ik op zaterdag maar gaan trainen. Op zondag was ik in Oss voor de GP van Nederland Zijspancross, de opener van het WK Zijspancross 2011. Jan Hendrickx en Sven Verbrugge zijn twee trainingsmaten van mij en op die manier heb je iemand om te volgen tijdens zo’n GP.

De Lotto Trophy in Mons liep beter dan verwacht. Zeker omdat ik in de week ervoor nauwelijks had kunnen trainen. Het was even wennen aan het systeem met de drie verschillende  manches. Eigenlijk wist ik niet eens dat die tweede manche 25 minuten zou duren. Het duel met Clément Desalle in de laatste manche was wel leuk. Ik ging hem met een spectaculair manoeuvre voorbij op de tafelberg vlak na de kombocht. Uiteindelijk moest ik een paar ronden later wel de rol lossen omdat ik doodop was.

Met 24 rijders achter het starthek, oogde het startveld mager in Mons. Al heeft de wedstrijd in le Bois brûlé ook zo’n reputatie niet echt mee. Voor de amateurs, die toch het leeuwendeel van het startveld uitmaken in het BK is de laatste manche van 30 minuten + 1 ronde er misschien net iets teveel aan. Zij hebben gewoonweg niet dezelfde trainingsmogelijkheden als de profs. Maar voor de GP-rijders is zo’n lange afsluitende reeks natuurlijk ideaal.

Op een Bobcat minikraan voel ik me in mijn element. Om in de aanloop naar Mons toch iets om handen te hebben, heb ik op zaterdag een mini-crosscircuit aangelegd voor Chad, de 8-jarige zoon van mijn manager Gitte. Het is leuk om zelf wat te kunnen experimenteren met circuitaanleg.

Tussen de trainingen door was er ook tijd voor PR, in dit geval een fotoshoot voor het aprilnummer van Motorwereld.

Eigenlijk kijk ik nu al een uit naar de Lotto Trophy ronde in Beervelde. Niet alleen vanwege de wedstrijd, maar ook voor het jetskiën. Als het mooie weer blijft aanhouden kunnen we er op zaterdag de plas al op. ’s Zomers kom ik wel eens vaker  in Beervelde, waar ik dan op de zandwinningsplas van Meganck-Collewaert ga jetskiën met jongens als Manuel Priem en Sven Verbrugge.

Op dit ogenblik voer ik zowel in het BK als in het ONK de tussenstand aan. Omdat ik in een Belgisch team rijd primeert uiteraard het BK. Maar toch mik ik ook op die Nederlandse titel. Bij de ONK wedstrijden die niet clashen met een ronde van de Lotto Trophy sta ik sowieso aan de start. De Belgische en Nederlandse titel in één en hetzelfde jaar binnenhalen, het zou wat zijn.

Ik heb nog steeds pijn aan mijn linkerheup. Dat betekent dat ik regelmatig onder handen moet worden genomen door een kinesiste, in mijn geval Suzy, de vrouw van fotograaf Willy Van Thillo. Volgens haar zit mijn linkerzijde nog steeds vast, maar een massage na de wedstrijd helpt de doorbloeding. Binnen een paar weken heb ik er wellicht geen last meer van.

Ken lijkt in zijn element, op het podium tussen de Monster chicks.

Voor mij begint het Wereldkampioenschap eigenlijk pas echt in Valkenswaard.. Sevlievo was uiteraard geen prettig begin. Ik heb die wedstrijd achter me gelaten en begin in Valkenswaard met een schone lei. De bedoeling is toch om op hetzelfde elan als in het ONK en het BK verder te gaan. Goed presteren, plezier hebben in het rijden en zoveel mogelijk op het podium staan.

Foto Credits: CDS Images