X

Ronde tafel discussie: motorsport & media in België

Dat het niet goed gaat met de mediabelangstelling voor motorsport is genoegzaam bekend. Tot over een vijf jaar geleden mochten zowel de Grote Prijzen als de nationale MX manches op een behoorlijke belangstelling van de dagbladen rekenen. Ook op de VRT was er veel motorcross -al dan niet live- te zien. In sommige kranten is de verslaggeving ronduit belachelijk zowel wat betreft de ruimte als de toon ‘De Belgen hebben wéér niet gewonnen.’

Moderator Thierry Sarasyn leidde het gesprek in goede banen.

Om één en ander aan te kaarten riep de Belgische Motorrijdersbond alle betrokken; perslui, bondsmensen, rijders en marketingspecialisten afgelopen vrijdag samen in het RTL House in Brussel. De avond stond onder deskundige leiding van twee ervaren motorjournalisten: Thierry Sarasyn (hoofdredacteur MotorWereld) en Pierre Capart (ex-hoofdredacteur Moto 80) en leverde heel wat interessante meningen. We tekenden voor jullie een selectie van de vragen en uitspraken –zowel tijdens en na de conferentie- op. Het is de bedoeling dat er aan deze conclusies concrete acties worden verbonden om de belangstelling voor motorsport op te krikken. Aan het hoofd van de conferentietafel zaten Jos Driessen (voorzitter BMB), Paul Janssens (voorzitter BMB sportcommissie), Sylvain Geboers (teammanager -en eigenaar), Stephane Mertens (vertegenwoordiger rijders, ex-topper in de wegrace) en Edmond Detry (promotor BK motorcross en Belgische GP motorcross).

Pierre Capart: “Vroeger en dan spreek ik over de jaren zestig en zeventig, dan was het als krantenjournalist evident om motorsportwedstrijden te volgen. De omstandigheden waren tijdens een verre GP vaak ver van ideaal, we moesten bijvoorbeeld zoeken naar een bruikbare telefoon. Als er dan één iemand een telefoon had gevonden, volgden alle Belgische journalisten om hun stuk door te bellen. Meestel waren er wel vijf, zes verschillende journalisten ter plaatsen. Ook was er een solidariteit tussen de collega’s met journalisten van verschillende kranten. Kortom motorsport en motorcross was niet weg te denken uit de kranten.”

Thierry Sarasyn: ‘Vroeger waren de kranten en gespecialiseerde motortijdschriften de enigen die berichtten over motorsport. Sinds de voorbije 10 jaar is internet minstens zo belangrijk geworden. Dan heb ik het niet alleen over websites maar ook over applicaties op Iphone, tablet, fora, digitale magazines enzovoort. De snelheid waarmee nieuws verspreid wordt, valt totaal niet te vergelijken met vroeger.”

Paul Janssens:
“Van alle sporten in België is motorsport de meest succesvolle. Er is geen enkele discipline die zoveel wereldtitels op haar palmares heeft als wij! Dan vind ik het vreemd dat er zo wild wordt gedaan over de 5de plaats van de Belgische mannen hockeyploeg op de Olympische Spelen. De tweede plaats van het Belgische team op de Motocross of Nations  werd daarentegen doodgezwegen. Ik weet zeer dat we meer belangstelling van de pers zouden hebben als motorcross Olympisch zou zijn…”

Ad Van Poppel (marketingspecialist en journalist): “Hoe relevant zijn persconferenties nog?”

Jos Driessen: “De aandacht van de media is gewoon verschoven. Veel meer dan vroeger naar voetbal en wielrennen. Motorsport kwam lang op een derde plaats. Je kan er niet naast dat precies die sporten ook de meeste middelen hebben zowel via sponsors als via de overheid. Daardoor waren zij ook heel goed geplaatst om in te spelen op de veranderingen in het medialandschap, de digitalisering zeg maar. De afgelopen jaren heeft de BMB op dat vlak een inhaalbeweging gemaakt maar we moeten hard blijven werken om op zoveel mogelijk manieren het publiek te bereiken.”

Paul Janssens: “Hoe belangrijk zijn de nationale wedstrijden eigenlijk? Da’s een vraag die ik graag aan mijnheer Wilmotte wil stellen.

Thierry Wilmotte, journalist van Le Soir: “Om te beginnen denk ik denk niet dat een grote strijd is tussen de media en motorsport of dat motorsporten te kort worden gedaan! Uit mijn ervaring weet ik wel dat de werkomstandigheden, zeker in de motorcross niet ideaal zijn; een slechte internetverbinding of er is soms helemaal geen perszaal. Dat is één aspect. Aan de andere kant hebben we geen grote kampioenen meer. Terwijl net persoonlijkheden het grote publiek warm maken voor een sport. Het is ook niet prettig om vast te stellen dat de grootste Belgische motorsporter (doelt op Clément Desalle; red) op dit moment zichzelf afsluit van de media. Dat er te veel aandacht is voor bij voorbeeld voetbal is een mening die ikzelf deel! Maar een vraag die ik me stel : In hoeverre werken de verschillende organisatoren samen om de media te betrekken bij hun sport?”

Jos Driessen, met de micro, geflankeerd door Paul Janssens en Sylvain Geboers.

Schort er wat aan de communicatie over sportieve resultaten?
Philippe Borguet, journalist van la DH en Moto80, ex-sportmanager voor Kawasaki België: “Zeker als het gaat over wedstrijden op EK niveau is het vaak héél moeilijk om snel aan resultaten en informatie te geraken. Duidelijkheid bijvoorbeeld ook over de rijders die naar een wedstrijd komen, zeker als er last minute rijders zijn die afzeggen. Eigenlijk zou dat anno 2012 heel basic moeten zijn, toch is het telkens weer een zoektocht!’

Bart Jacobs, journalist MotorWereld en demotorsite.be: “Aan de ene kant geven organisatoren soms geld uit aan derderangsrijders die niets bijbrengen terwijl ze dat geld veel beter in fatsoenlijke voorzieningen voor de pers zouden investeren. Ik weet dat zoiets een investering vergt maar we spreken hier ook niet over astronomische bedragen! Aan de andere kant stel ik ook vast dat er een gebrek aan ambitie en eendracht is. Dat men een probleem zoals het gebrek aan mediabelangstelling niet ter dege wil aanpakken. In vergelijking met bijvoorbeeld Nederland merk ik dat bijvoorbeeld de invoerders meer betrokken zijn of pro-actief  zijn als het op nationale motorsport aankomt. Misschien is dat een typisch voorbeeld van het gras dat groener is aan de andere kant, maar er is in ieder geval meer animo. Op dit moment heb ik het gevoel dat het aan enthousiasme ontbreekt bij heel wat Belgische invoerders. Uiteindelijk kunnen we alleen door inspanningen van alle betrokkenen meer belangstelling creëren.”

Sylvain Geboers: “In het algemeen is er een gemis van de media wat betreft de interesse voor motorsport. Niet alleen in België ook in het buitenland is dat zo. Zowel Belgische inrichters, rijders als teams hebben die aandacht nodig. Door die belangstelling kunnen we sponsors motiveren om te investeren in onze sport. De nieuwe media zijn natuurlijk een interessante evolutie waarop we moeten inspelen. Anderzijds stel ik wel vast dat er in de gedrukte pers toch veel aandacht is voor andere sporten. In de kranten is haast niets meer te vinden. Als er vanuit de rijders op het vlak van communicatie, beschikbaarheid voor de pers of wat dan ook een probleem is dan moeten we dat aanpakken. Het is ook aan de rijders om hun verantwoordelijkheid op te nemen. Zij zijn het uihangbord van onze sport.”

Claude Danis, ex bondsvoorzitter BMB en huidig veiligheidsdirecteur in MotoGP namens de FIM: “Geld is een zéér belangrijk struikelblok. Jaren geleden hadden we al de nood en het idee om een communicatiestructuur binnen de BMB op poten te zetten. De middelen waren er echter niet. Als er geld is dan draait het wiel waarmee zowel de organisatoren, teams, rijders, sponsors en media verbonden zijn vanzelf. Mensen die voor onze sport sponsors kunnen vinden, zijn dan ook van gigantisch belang.”

Christophe Weerts, PR-verantwoordelijke BMW Motorrad Belux: “Ik wil eerst even terugkomen op de opmerking van Bart (Jacobs; red). Natuurlijk kan ik alleen voor BMW spreken en ik mag zeggen dat we flink geïnvesteerd hebben in sport. Toen we met BMW in de enduro zaten hebben we Jean-François Goblet gesteund. Een mooi voorbeeld van onze betrokkenheid in de wegrace is onze samenwerking met bijvoorbeeld Stephane Mertens die hier vanavond ook is. Maar alles evolueert. We zijn nog steeds hard bezig met competitie ook in België maar je mag niet vergeten dat er ook andere manier zijn om onze klanten te bereiken. Daarin moeten we dus ook investeren.”

Olivier Evrard, marketingspecialist, hoofdredacteur en eigenaar van mxmag.be: “Eerlijk gezegd weet ik niet of motorsport wel zo ondergewaardeerd is in de algemene media. Ik denk dat we komen van een gouden periode in de jaren ’70 en ’80 waarin er in verhouding misschien te veel belangstelling was. Dat maakt het contrast met nu des te groter. Het profiel van de beoefenaars is misschien ook wel veranderd door de jaren heen. Motorcross is een heel veeleisende sport, zeker financieel. Voor veel families draait heel hun leven rond motorsport dat maakt hen ook een beetje buitenstaanders. Al hun aandacht gaat alleen maar naar motorcross. Van buitenaf hebben mensen geen flauw benul hoe het er aan toe gaat in onze sport en er zijn minder contacten met beoefenaars dan vroeger. De tijd waarin iedereen in zijn dorp wel iemand kende die met de motor reed is al lang voorbij. Tegelijk hebben verschillende sporten die voordien nauwelijks op de kaart stonden zich de afgelopen dertig jaar sterk ontwikkeld. En de keuze aan mogelijke evenementen om te bezoeken is voor consumenten explosief gegroeid.”

Een deel van het conferentiepanel met vrnl: Edmond Detry, Stephane Mertens, Sylvain Geboers en Paul Janssens.

Edmond Detry: “Zowel het publiek, als de media als de sport zelf veranderen. Daarom moeten we ons aanpassen. Voordien had je specifieke journalisten per krant die zich met onze sport bezig hielden. Dat bestaat nu niet meer. We moeten rekening houden met de verzuchtingen van de journalisten, dat er informatie is, dat er een perszaal is, dat er een professionele persdienst. Allemaal zaken die we vanuit het BK Motorcross in 2013 op poten zullen zetten.

Zeker in de moeilijke omstandigheden die we nu kennen is samenwerking heel belangrijk. Alleen gaan we het niet redden. Zo moeten we zoeken naar originele invalshoeken om over motorsport in de media te kunnen praten. Vandaar bijvoorbeeld onze samenwerking met Standard om voetballiefhebbers kennis te laten maken met motorcross. Dat het een moeilijk opgave is om meer belangstelling te krijgen voor onze sport is duidelijk, maar ik sta 100% achter de BMB om een nieuwe dynamiek op gang te brengen. Ik ben ervan overtuigd dat we daar samen in moeten lukken. We moeten ook leren van wat andere sporten wek goed hebben gedaan op het vlak van marketing en communicatie.”

Stéphane Mertens: “Ik heb er dertig jaar carrière op zitten, één constante al die jaren was dat je heel veel zelf moet doen om in de media te komen! In mijn GP-jaren had ik het geluk dat ik door goede sponsors zoals Total en Johnson wel een budget ter beschikking waardoor ik op een professionele manier met de media te werken. De voorbije jaren is het enigszins vergemakkelijkt via internet om zelf te communiceren. Maar je hebt uiteindelijk wel goede resultaten nodig om daar de vruchten van te plukken. Misschien nog wel meer dan in andere sporten is het een complexe oefening.”

Jo De Munck, marketing manager Rockstar Energy Suzuki: “Je kan er niet omheen dat heel onze sector en bij uitbreiding alle mechanische sporten in de hoek zitten waar de klappen vallen. Door de kost van de viertakt is het aantal beoefenaars teruggelopen. Elke rijder brengt op zijn beurt bezoekers mee naar een wedstrijd. Hoe meer rijders er zijn hoe meer toeschouwers automatisch de weg vinden naar een race.

Thierry Wilmotte: “Om de impact van een sport te kennen, moet je ook kijken naar het aantal  beoefenaars. En de aandacht van media staat lang niet alleen in verhouding tot het geld dat er in omgaat. Wat dat betreft ben ik het niet eens met mijnheer Danis. Je mag er bij wijze van spreken geld tegen aan smijten zoveel je wil, dat alleen zal de zaak niet veranderen. Ik denk dat er door redacties nu ook kritischer wordt gekeken naar de ruimte die een bepaalde sporttak verdient. In het geval van hockey mag je bijvoorbeeld niet over het hoofd zien dat er op tien jaar tijd twee keer zoveel vergunningshouders zijn gekomen!”

Paul Janssens: “Dat zou best kunnen maar behalve het aantal vergunningshouders hebben motoren toch ook een maatschappelijke betekenis om u tegen te zeggen. Honderdduizenden mensen die de motor gebruiken als vervoermiddel. De motor is een bewezen alternatief om files tegen te gaan, is per persoon een pak efficiënter dan een auto om je te verplaatsen en op parkings nemen ze veel minder ruimte in. Met andere woorden; motorsport vertegenwoordigt direct en indirect toch ook enorm veel mensen!”

Laurent Delbroek, Vlaamse commissie milieu VMBB en penningmeester MC Maasland: “We moeten elkaar niet de zwarte piet doorspelen. Als ik hoor dat enerzijds de mediabelangstelling zo enorm was dertig jaar geleden zonder de nodige accommodatie voor journalisten en dat nu –ondanks mooie inspanningen van de meeste van onze clubs- de aandacht er niet meer is dan zie ik daar een tegenstelling in. Ons cliënteel is ook veranderd. Vroeger was iemand die 2 meter hoog sprong een wereldbelevenis. Nu zijn er zoveel andere uitdagingen voor jonge mensen. Wie voor 50 € een weekend naar Ibiza  trekt die kan op zondag niet naar de motorsportwedstrijd om de hoek. Dat is logisch. Veertig jaar geleden bestond ook de groene beweging niet. Dat verschil merk ik goed in mijn omgeving. Als schooldirecteur weten mijn collega’s goed dat motorcross mijn hobby is. Van jongere mensen krijg ik daarover wel eens een kritische opmerking. Dat zou vroeger nooit gebeurd zijn.”

Conclusie door moderator Thierry Sarasyn: “Een pasklare oplossing is er vandaag niet uit de bus gekomen, dat was vooraf ook niet de bedoeling. Maar ik ben wel heel blij met de vele relevante opmerkingen en het niveau van de discussie. Ik denk dat we sowieso als liefhebbers ook erg kritisch naar onze sport moeten kijken. We verwijzen vaak naar hoe het geweest is maar de geschiedenis zal ons ook leren dat deze periode uniek was. Alleen in de 20ste eeuw en in een stuk van de eeuw daarvoor en daarna maakte de mens gebruik van de verbrandingsmotor om zich te verplaatsen. Alles wijst er op dat we naar een ander soort van voertuigen of ten minste andere soorten van aandrijving gaan. Het lijkt me logisch dat ook de motorsport mee zal evolueren. Hoe dat gebeurt bepalen we ook mee zelf.”

Foto’s: Dirk Decoster/BMB